Ik ben iets te vroeg voor m’n afspraak, dus ik parkeer mezelf even op een bankje in de buurt. Ondanks de zon is het een beetje fris en bovendien waait het behoorlijk. Ik knoop even m’n jas dicht.
Opeens staat ze voor me, kijkt me even indringend aan en komt dan naast me op het bankje zitten. Blond, strakke spijkerrok met split en een T-shirt met daarop de tekst “strak in m’n pak’. Ja, dat had ik al gezien.
“Heerlijk weertje”, zegt ze en ze sluit haar ogen, draait haar gezicht naar de zon en schuift wat onderuit. Slik.
“Ik woon daar even verderop”, hoofdknikt ze, “en ik maak de lekkerste cappuccino”. Ik weet dat ze het tegen mij heeft, maar ik weet niet zo goed hoe te reageren. “Ik woon verder weg en kan helemaal geen cappuccino maken”, zeg ik dan maar. “Kom”, zegt ze, en ze pakt m’n hand terwijl ze op staat.
Hoewel onuitgesproken, lijken me bedoelingen helder. “Nee, ik kan niet, ik heb een afspraak”, zeg ik. Ze laat m’n hand los en zucht: “de mannen van tegenwoordig”, en ze loopt weg. Even later ben ik het al met haar eens. Was ik maar even geen man van tegenwoordig.