Columns

Zwerkballen op het IBB

Onze columniste Noah Moeys is terug van haar stage in het Amazonegebied. Ze heeft de draad weer opgepakt en vervolgt haar columns vanuit haar studentenkamer in het IBB, Utrechts bekende studentencomplex aan de Ina Boudier-Bakkerlaan. Door het binnenblijven ontspruiten de prachtigste initiatieven, zoals de Harry Potterweek.

Maandag, alweer een nieuwe week in quarantaine! Heb jij nog de puf om door te gaan?

Week of weekend: de laatste tijd haalde ik het allemaal door elkaar. Gelukkig zal dat deze week niet gebeuren. In mijn IBB-studentenhuis is het namelijk Harry Potterweek.

Vanavond worden we door de tovermuts opgedeeld in de ‘huizen’ en beginnen we met het kijken van film 1. Huisgenootje Fleur heeft grote doeken geschilderd met Zweinstein erop, morgen neemt Casper ons mee op zwerkbaltoernooi en vrijdag is het toverschoolgala. Als je je huistaak doet, krijg je huispunten, als je tot 4 uur ’s nachts opblijft onder het genot van ‘toverdrankjes’ ook.

Ik sta versteld. Wat een creativiteit! Door de verveling van nergens heen kunnen, ontspruiten de prachtigste initiatieven. Want de Harry Potterweek is echt niet het eerste idee op onze glamoureuze quarantaineplanning. Wijnproeverijen inclusief lexiconquiz, klaverjasavonden in casinothema en een cursus sambal maken, kwamen eerder al voorbij.

Om nog maar te zwijgen van de grote IBB-quiz. Een boekwerk van 46 pagina’s lang, in elkaar gezet door nummer 101 waarbij ik leerde hoeveel gates er met Kern-Schiphol open zijn en hoe we onze badkamer zo snel mogelijk konden ombouwden tot rave-cave. Ervoor zorgen dat het rookalarm niet afgaat als je in de douche een rookmachine installeert, is iets wat ik nog niet heb geleerd.

Toen ik tijdens de quiz verkleed als man en zwetend toch echt die langste kledinglijn maakte om nog wat punten binnen te harken, bedacht ik hoe bijzonder dit was. Wat een moeite doen die studenten. Wat een tomeloze drive om iets neer te zetten en het leuk te maken voor elkaar.

We spoelen de tijd even terug naar februari. Colleges. Commissievergaderingen. Feestjes, verplichtingen en etentjes. Rennen, fietsen en een buik vol stress. Mijn huisgenoten zag ik veel minder. Als iemand mij toen had uitgenodigd voor een zwerkbaltoernooi had ik lachend mijn neus opgehaald. Ben je mal, ik heb toch wel wat beters te doen? En dat hadden we ook, allemaal.

Maar nu is dat anders. De druk die normaal op ieders schouders ligt, die is er even niet. En daardoor is er plots ruimte en vrijheid om tijd te stoppen in bijzondere dingen, dingen die je misschien nooit meer gaat doen. Met mensen die je nooit zo goed had leren kennen.

Mag ik een vermoeden uitspreken? Ik denk dat wanneer alles voorbij is, de nostalgie vaak zal toeslaan. En dat we als collectief gaan terugverlangen naar die unieke tijd van gezonde verveling in quarantaine, wanneer niets – behalve het normale – te gek was.