Er gingen toch al weinig allochtonen naar de pabo, maar dit jaar zijn het er nog veel minder. Honderden meisjes van Turkse, Marokkaanse of Surinaamse afkomst zijn weggebleven. ‘We hebben een probleem opgelost en een probleem gecreëerd.’
Toevallig heeft minister Bussemaker net een sussende brief over allochtonen in het hoger onderwijs geschreven. Die zouden heus niet zoveel last hebben van toegangseisen en selectie als critici vrezen.
De jongste cijfers over de pabo schetsen een ander beeld. Vorig studiejaar begonnen 456 allochtone studenten aan een opleiding tot leraar in het basisonderwijs. Dit jaar waren het er nog maar 174.
De pabo trok dit jaar sowieso opvallend weinig studenten: geen 5.700 eerstejaars zoals in 2014, maar slechts 3.900. Dat komt wellicht door de strengere eisen: toekomstige basisschoolleraren moeten bepaalde examenvakken in hun pakket hebben of anders toelatingstoetsen maken.
Maar allochtonen blijven twee keer zo vaak weg als autochtonen, vooral de mbo’ers onder hen. In 2014 waagden 258 niet-westerse allochtonen de sprong van mbo naar pabo, dit jaar waren het er maar 49. Dat is ruim tachtig procent minder.
Keerzijde
‘We hebben een probleem opgelost en een probleem gecreëerd’, reageert voorzitter Ron Bormans van de Hogeschool Rotterdam, die als bestuurslid van de Vereniging Hogescholen de lerarenopleidingen onder zijn hoede heeft.
Want de pabo moest echt verbeteren, benadrukt hij. ‘Een jaar of zes geleden was de kritiek heel heftig. Ik ben trots op de niveauverhoging bij de pabo’s. Langzamerhand hebben we er de meest selectieve opleiding in het hoger beroepsonderwijs van gemaakt.’ Maar de keerzijde is dat allochtonen nu wegblijven.
‘Kijk naar Rotterdam, waar we veel zwarte scholen hebben’, zegt Bormans. ‘Daar hoeven echt niet alleen gekleurde leraren voor de klas te staan; autochtone leraren kunnen het ook. Maar de Rotterdamse pabo is nu een vrijwel witte school geworden en dát is natuurlijk niet goed. We kunnen dit niet laten gebeuren.’
Wat is dan de oplossing? Bormans wil niet uit de heup schieten (‘We moeten het probleem eerst goed analyseren, want het is te belangrijk voor een makkelijk antwoord’) maar hij overweegt dat mbo’ers iets meer tijd moeten krijgen voor het hbo of een langer schakelprogramma moeten volgen.
Zoekend
De pabo is niet langer de grootste studie in het hbo. Dat is nu verpleegkunde. Daar gaan allochtonen wel naartoe: 33 procent meer dan vorig jaar (tegen achttien procent groei onder autochtonen). Ook gaan er meer allochtonen naar ict-opleidingen, terwijl autochtonen daar naar verhouding minder belangstelling voor hebben dan vorig jaar.
‘Het aandeel allochtonen in het hoger beroepsonderwijs is volgens de nieuwe cijfers niet veranderd, dat is nog steeds vijftien procent. Ze maken alleen andere studiekeuzes’, zegt hbo-kenner Pim Breebaart. Dertien jaar lang gaf hij leiding aan de Haagse Hogeschool, waar veel niet-westerse allochtonen studeren, en hij schrijft er vaak over.
Waarom maken allochtonen nu andere keuzes? ‘Dat vergt onderzoek’, zegt hij. ‘We kunnen nog niet zeggen dat het door de toelatingseisen voor de pabo komt. Misschien zijn ze zoekende naar een opleiding met goede vooruitzichten en staat een baan in het basisonderwijs bij hen momenteel niet zo hoog aangeschreven. Het zou ook kunnen dat de docenten van de pabo’s zelf te wit zijn en maar moeilijk aansluiting vinden bij allochtonen. En misschien weten ze onderhand ook wel dat je het met een mbo-diploma moeilijk hebt aan de pabo. Het voortgezet onderwijs zou hun moeten aanraden via de havo of het vwo naar de pabo te gaan.’
PvdA-onderwijswoordvoerder Mohammed Mohandis (‘Ik moet de cijfers nog bestuderen’) wil in elk geval niet tornen aan de strengere eisen voor selectie aan de pabo’s. ‘Daar heb ik zelf voor gepleit. Talentvolle allochtonen moeten zich niet laten afschrikken door de toelatingseisen en er gewoon voor gaan. Dan redden ze het wel.’