Minister Bussemaker vindt het onwenselijk als alle topopleidingen straks vijf maal het collegegeld gaan vragen. Ze vindt een richtbedrag van twee maal het collegegeld redelijk.
Gisteren sprak de Tweede Kamer met minister Bussemaker over excellente opleidingen in het hoger onderwijs. Daar zijn er nu zes van en zij mogen, als het aan het kabinet ligt, straks vijf keer het wettelijke collegegeld vragen, oftewel zo’n negenduizend euro per jaar.
Veel partijen zijn bang dat de toegankelijkheid daarmee in gevaar komt, zeker nu tweede studies al zo duur zijn en straks mogelijk de basisbeurs wordt afgeschaft. Ook Mohammed Mohandis van regeringspartij PvdA wil liever eerst zien hoe de invoering van het leenstelsel uitpakt voordat de verhoging van het collegegeld voor excellente opleidingen er komt, zei hij maandagavond.
Oppositieleden vielen hem meteen aan: kennelijk maakt de PvdA zich toch zorgen om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, smaalden ze. Kan Mohandis het niet beter omdraaien, opperde bijvoorbeeld Carola Schouten van de ChristenUnie. Misschien moet hij de invoering van het leenstelsel uitstellen en eerst eens kijken welk effect het hoger collegegeld voor excellente opleidingen heeft. Zelf vindt ze dat excellent onderwijs wel iets meer mag kosten, maar dan hooguit twee keer het wettelijke tarief.
Maar minister Bussemaker gaat daar niet in mee. In haar wetsvoorstel handhaaft ze het maximum van vijf maal het collegegeld. ‘Die wet maken we voor een heel lange periode. Bovendien kan het zijn dat topstudies meer dan twee maal het collegegeld kosten.’ Verder wijst ze erop dat ze een ministeriële regeling gaat maken met beperkende voorwaarden, bijvoorbeeld voor unieke opleidingen die betaalbaar moeten blijven.
Ook zegde ze toe dat ze in overleg met de universiteiten en hogescholen wil bekijken wat een “redelijk richtbedrag” voor topopleidingen is, ‘bijvoorbeeld twee keer het collegegeld.’ Want ze erkende dat het gevaar van het opnemen van een maximum van vijf maal het collegegeld kan zijn dat dit een richtsnoer wordt in plaats van een maximum. ‘Zoiets hebben wij met inkomens ook wel eens gemerkt.’
In het voorstel van de Kamerleden Duisenberg (VVD) en Rog (CDA) om ook studenten van honoursprogramma’s een hoger collegegeld te vragen ziet Bussemaker niets. Het zou te omslachtig zijn om te laten controleren of de programma’s dat wel rechtvaardigen. Bovendien ‘is het nu al moeilijk om er meer dan een paar studenten voor geïnteresseerd te krijgen.’Een hoger collegegeld zou daar niet aan meehelpen.