Interview

Kleurrijk en gedreven: HUgenoot en oud-voorzitter HSR Annette Wind

Foto: Kees Rutten

Een kleurrijk figuur is ze. Bij de opening van dit studiejaar won ze de HUgenotenprijs: Annette Wind was zes jaar voorzitter van de Hogeschoolraad en werkt al meer dan dertig jaar op de HU. Ze vertelt aan Trajectum over per ongeluk cum laude afstuderen, haar Indonesische achtergrond en de ontmoeting met haar man. 

Tussen al haar stilstaande collega’s stond ze uitbundig te dansen. Ze had die middag, op 29 augustus, net de HUgenotenprijs gewonnen op het podium van de Stadsschouwburg. Nu zit ze met een koffietje in haar hand in Padualaan 101. Ze draagt een felblauwe broek en een bijpassende ketting. Aan haar aantekeningen en geel gemarkeerde zinnen te zien, heeft ze het interview goed voorbereid. 

Je werkt nu 31 jaar op de HU. Hoe was het toen je hier begon, als 28-jarige? 
‘Ik ben afgestudeerd in Indonesische geschiedenis en internationale betrekkingen en begon als docent voor de nieuwe studierichting Internationale Studies. Mijn taak was breed: ik begeleidde ook stages. Daarvoor mocht ik naar Amerika om mensenrechten- of internationale organisaties te bezoeken waar onze studenten stage liepen. Dus daar ging ik, in de jaren negentig, met mijn rugzak met de trein van Boston naar Washington. Ik kreeg niet veel geld mee, dus sliep ik op de bank bij de medewerkers van de stageorganisaties of bij de studenten. Dat vond ik helemaal niet erg hoor, het was zo gezellig.’ 

Je gaf je les over Indonesische geschiedenis. Wat heb je met dit onderwerp? 
‘Mijn vader is er geboren en mijn oma heeft een Javaanse achtergrond. Mijn vader sprak er weinig over, maar ik was nieuwsgierig naar wat er was gebeurd. Toen ik geschiedenis ging studeren, kon ik dat zelf uitzoeken, door een jaar onderzoek te doen in Indonesië. Uiteindelijk is mijn vader ook geïnteresseerd geraakt: hij las mijn boeken en is teruggegaan naar Indonesië. We kregen hierdoor dezelfde historische interesse wat onze band nog beter maakte en hij begon er steeds meer over te praten. Mijn vader ging op zijn twaalfde naar een Jappenkamp. Hij zat er met zijn grote broer en zei zelf dat hij er geen trauma door had, maar hij vond het natuurlijk wel een ingrijpende gebeurtenis. Toch zei hij altijd: “Ik ben er ook weer uitgekomen.” Hij wilde vooruitkijken.’ 

Jappenkampen
De jappenkampen waren gevangenkampen die door de Japanse bezetters tijdens de Tweede Wereldoorlog in Azië werden opgezet. Ze waren bedoeld voor burgers en militairen uit de landen die tegen Japan vochten, zoals Nederlanders in het toenmalige Nederlands-Indië (nu Indonesië). De gevangenen hadden weinig te eten en drinken en moesten hard werken. Velen werden mishandeld en stierven in de kampen. Overlevenden hielden er trauma’s aan over.

Vond je het lastig om te leren over de ellende die je vader meemaakte? 
‘Zeker, maar ik koos niet voor dit onderwerp. Ik koos voor de Indonesische vrijheidsstrijders, die zich door onderwijs bewust werden van hun achtergestelde positie en opkwamen voor gelijke rechten en later voor onafhankelijkheid. Opkomen voor rechtvaardigheid en gelijke rechten vind ik belangrijk en interessant. Toen ik lesgaf, vond ik het van belang dat onze studenten en toekomstige leraren daarover wisten en daarover konden lesgeven. De Indonesiërs kwamen in opstand, ze kwamen op voor hun rechten.’ 

Indonische onafhankelijkheid
De Indonesiërs kwamen in opstand tegen de Nederlandse koloniale overheersing. Na jaren koloniale onderdrukking, wilden ze onafhankelijkheid. Na de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog riep Indonesië in 1945 de onafhankelijkheid uit, wat leidde tot een gewapende strijd tegen de Nederlanders tot de soevereiniteitsoverdracht in 1949. 

Waaruit blijkt jouw waarde voor rechtvaardigheid nog meer? 
‘In mijn tijd op de HU heb ik veel rollen gehad, de meeste hebben een link met kansengelijkheid en rechtvaardigheid. Ik heb naast geschiedenis ook rechten gestudeerd, met vreemdelingenrecht en asielrecht als specialisatie. Mijn scriptie ging over het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het recht op familie- en gezinsleven. 

Ik had geluk dat de examencommissies rond 2005 steeds belangrijker werden. Zij zijn bezig met onderwijsrecht, en dat is ook bestuursrecht. Daar kon ik mijn juridische kennis kwijt, dus ik werd lid van de examencommissie. Dat heb ik zeven jaar gedaan als voorzitter, naast het lesgeven. En nu zit ik nog steeds in het College van Beroep voor de Examens (het loket voor studenten die het niet eens zijn met beslissingen van de examencommissie, red.).’ 

Annette in haar huis in Den Haag. Eigen foto

Rechten haalde je zelfs cum laude… 
‘Ja, haha, dat ging heel raar. Ik kwam erachter toen ik bijna klaar was en al mijn cijfers optelde. Omdat ik een vak te veel had gedaan, kon ik dat niet laten meetellen. Toen kwam ik opeens uit op hoger dan een acht. Daar had ik niet heel bewust naartoe gewerkt, zo zit ik niet in elkaar. Toen ik het eenmaal ontdekte, was ik natuurlijk wel heel blij.’ 

Peter Douma, docent SvJ en lid van de HSR. 
‘Annette heeft enorme kennis van zaken, zowel inhoudelijk als van regels en reglementen. Hoe vaak wist ze niet uit haar hoofd besluiten van vier jaar geleden aan te halen? Nog deze week meldde ik haar enthousiast dat ons plan voor de gratis griepprik op de HU erdoor was. Ze meldde meteen dat dit allang bekend was, vanaf die en die vergadering. Vergeleken met Annette loop je altijd achter de feiten aan… 

Nog indrukwekkender is Annettes vermogen mensen te lezen. Ze weet wat je wil en wat je kan, nog voordat je het zelf weet. Vijf jaar geleden vroeg ze me voor de Hogeschoolraad, ik had geen flauw idee of dat wat voor mij was, nu ben ik alweer twee keer herkozen. Deze eigenschap koppelt Annette aan een verfijnd (en soms vilein) gevoel voor humor, waar we hier maar beter geen voorbeeld van kunnen geven. Ook daarom gaan we haar enorm missen.’

Hoe kwam je bij je functie als voorzitter bij de HSR? 
‘Als ik een jaar of acht hetzelfde doe, merk ik dat er wat onrust ontstaat en ben ik toe aan iets anders. Na mijn rol bij de examencommissie stortte ik me op het honoursonderwijs. Ik kreeg ook de vraag of ik in de faculteitsraad wilde van de lerarenopleidingen. Dat was nieuw voor mij en ik vroeg me af: ben ik wel geschikt voor medezeggenschap? In mijn hoofd waren dat activistische vakbondslui. Als historicus ben ik opgeleid om genuanceerd te zijn en verschillende invalshoeken te bekijken. Zou dat wel werken?

Ik heb het gewoon gedaan. Dat verkiezingsproces en jezelf op de voorgrond zetten was nieuw voor mij. Eerst vond ik dat onwennig, maar het is ook heel goed. Democratisch. Al moest ik er in groeien. Ik vond het belangrijk dat studenten en medewerkers gingen stemmen, Maar dan vol overtuiging roepen dat ze het beste op mij konden stemmen, dat vond ik lastiger. Later toen ik langer in de HSR zat en concreet kon benoemen wat mijn fractie had bereikt, had ik hier minder moeite mee.’

Annette Wind in 2016, toen ze begon als HSR-lid.

De afgelopen zes jaar was je voorzitter van de Hogeschoolraad. Hoe beviel het? 
‘Ik vond het heel leuk om aan de ene kant de regie te hebben en te zorgen dat alles goed liep, maar ook om ervoor te zorgen dat alles democratisch verliep. Dat iedereen zijn inbreng kon hebben, niet alleen de mensen met de grootste mond. Als voorzitter moet je ingelezen zijn en niet maar de helft weten of snappen. Dat paste ook heel erg bij mij en hoort ook een beetje bij een historicus: feiten op een rijtje hebben en in alle zorgvuldigheid je mening geven. Ik vond het ook mooi dat studenten en medewerkers als gelijkwaardige raadsleden samenwerkten. 

Ik kreeg er 0,5 fte voor. Redde ik het daar altijd mee? Nee, natuurlijk niet. Maar soms ook wel. Ik was er wel tevreden mee. Als je gepassioneerd bent en iets leuk vindt, vind je dat ook niet zo heel erg. ‘

Karin Stroot, team Advisering Medezeggenschap 
‘Donderdagmiddag, 19.00 uur, na een lange werkweek sluit ik eindelijk m’n computer af. Nu zal Annette toch wel niet meer bellen om de overlegvergadering met het college van volgende week voor te bereiden? Wel dus! Annette leek wel altijd aan het werk te zijn. Ze is enorm bevlogen, weet wat ze wil en wat er ten goede moet veranderen om de HU nog beter te maken.

Ik vond het heerlijk om met Annette te sparren over de reacties van de HSR op voorgenomen beleidsplannen. Het is geweldig om snel tot de kern van de zaak te kunnen komen en te proberen de argumenten scherp en duidelijk te formuleren. Mijn rol was het dan voornamelijk om door te vragen en tegenargumenten aan te voeren, terwijl Annette mij nog net niet zuchtend probeerde duidelijk te maken dat haar redenatie toch echt klopte. Ik mis dit nu al!’

Waar kijk je met trots op terug? 
‘Alles wat we voor studenten hebben bereikt. HUGS bijvoorbeeld, met HU Home, het taalloket, het HU brede honoursonderwijs en het Student Support Center. Dit is nu zo vanzelfsprekend, dat niemand meer weet dat het zaadje is geplant in de hogeschoolraad. En natuurlijk de integrale aanpak studentenwelzijn en de aanstelling van onze aanjagers studentenwelzijn.

We hebben ook gestreden voor het belang van sociale en persoonlijke vorming binnen het onderwijs. Dat is nu een van de zogenaamde ‘ontwerpdimensies’ van de HU visie op onderwijs: dat betekent dat alle opleidingen hier aandacht aan besteden in hun eigen onderwijsvisie. Hoe dit nu in de praktijk in het onderwijs terugkomt, daar hebben we nog niet goed zicht op. Dat is het ingewikkelde van ons strategisch niveau, iets moet indalen en daar moet je de tijd voor nemen en bij sommige instituten is deze ontwerpdimensie al in het onderwijs aanwezig…’ 

Rinne Post (opvolger van Annette Wind als voorzitter van de HSR)
‘Samenwerken met Annette is, naast professioneel, altijd heel leuk geweest. Ik wil nog eens benadrukken hoe studentgericht ze is, hoe ze alles in het werk stelt om studenten verder te helpen. Daarin is ze erg wendbaar en inventief in het vinden van oplossingen. Zoals de afgelopen tijd wel al vaker benoemd, kan ze ondeugend zijn in haar manier van werken. De kaders op een eigen manier interpreteren, zullen we maar zeggen. Ik heb me gedurende onze samenwerking altijd gehoord en gerespecteerd gevoeld, en ze deed dit vaak met een lach zonder het belang van ons werk uit het oog te verliezen.’

Ben je weleens kwaad geworden? 
‘“Kwaad” is misschien een zwaar woord, en nu wordt het ook wel echt opgepakt, maar ik vond dat de aandacht voor het welzijn van medewerkers beter kon. Er moest serieus werk gemaakt worden om de werkdruk van medewerkers terug te dringen en soms voelde dat als trekken aan een dood paard. Dit college staat er anders in. Het vorige college was echt wel van goede wil, maar ik vond het ook te vrijblijvend. Er kwamen geen concrete plannen en er werd vrijheid bij instituten gelaten. Ik vond dat er meer sturing nodig was. 

Dan heb ik het over de aanpak van werkdruk, een transparante taakverdeling en teams in de lead en de aanpak van sociale onveiligheid. Ik vond altijd dat we beter moesten controleren of er wel plannen bestonden en of die van goede kwaliteit waren. Het vorige college besloot een kader voor werken in teams en een handreiking taaktoedeling vast te stellen. Voor ons had dat veel eerder gemoeten na al die signalen dat de werkdruk niet minder werd en de teamontwikkeling achter bleef. Dit college staat daar ook anders in, ze willen bewijzen zien, verbetering van cijfers. ’ 

Wat doe je graag in het weekend? 
‘Ik woon in Den Haag, dus dichtbij het strand. Ik ben helemaal weg van de zee en heb er vorig weekend nog twee keer in gezwommen. Fietsen is ook een van mijn hobby’s, het liefst door de duinen en in de Languedoc. De fiets gaat altijd mee op vakantie. Ik hou van reizen. Vroeger ging ik de hele wereld rond, nu vooral in Europa. Deze zomer was ik twee weken in Noord-Italië. Als historicus is overal wel iets interessants. Opgravingen, musea of oude steden.’ 

Met wie woon je in Den Haag? 
‘Mijn man Hans en mijn zoon Tom van 23. Tom werkt binnen het bedrijf van een goede vriend als stratenmaker en krijgt steeds meer de leiding. Mijn dochter Eline van 24 woont ook in Den Haag en studeert geschiedenis en doet nu een master gericht op migratievraagstukken in Leiden.

We zijn 24 jaar getrouwd. Hij is mijn “redactieliefde”. We leerden elkaar kennen op de redactie van Jambatan, een tijdschrift over de geschiedenis van Indonesië. Nu werkt hij voor de overheid.’

Annette met haar dochter. Eigen foto

Annette Wind is sinds 1 september projectleider bij Start Me Up, een project van Instituut Archimedes om eerstejaars beter te laten landen. Daarnaast is ze actief in het honoursonderwijs en zit ze in het Teaching & Learning Netwerk (TLN).