Maandag 22 september stonden ze er weer. De anti-abortuskerels. Ook dit jaar kregen ze bepaald geen warm onthaal op de stoep van Heidelberglaan 15.
Voor het tweede jaar op rij hadden ze hun doedelzakken van stal gehaald en zorgden ze voor een hoop kabaal op de campus. Zo’n zes mannen van actiegroep Civitas Christiana, gekleed in nette uniformen met rode sjerpen, voerden campagne tegen abortus. Door een megafoon riepen ze leuzen als ‘Een kind is een zegen, geen ziekte’.
Vorig jaar had Kobus Suttorp, lid van deze groep, het al uitgelegd: ‘We staan hier om een moraal te verdedigen en een taboe te doorbreken. Een seksueel immoreel leven leidt tot zwangerschappen. En die leiden tot abortus. Mensen willen plezier, maar niet de kinderen die daaruit voortkomen.’
Ook vandaag stonden er weer vrouwen die de mannen wel rauw lusten. Zij zijn voorstander van het recht op abortus, dat in Nederland in 1984 werd ingevoerd. Simpelweg omdat het hen keuzevrijheid geeft over hun lichaam en hun toekomst.
De vrouwen hebben hun buiken ontbloot met daarop de tekst ‘Baas in eigen buik’. Onder hen Lena: ‘Ik moest iets doen tegen deze knullen. Zie je? Er staat geen enkele vrouw tussen.’
HU-student Jacob is weliswaar geen vrouw, maar kon dit ook niet laten passeren. ‘Ik ben ziek en lag thuis op de bank. Maar toen ik hoorde dat die gasten hier weer stonden, ben ik meteen gekomen met mijn attributen.’ Hij klettert erop los, met zijn twee pannendeksels.