Een op de tien jongeren kampt met schulden en dat kan negatieve gevolgen hebben voor hun mentale gezondheid. Gelukkig noemt lector Rosanne Oomkens vijf oplossingen om schuldenproblematiek onder jongeren tegen te gaan.
Een nieuwe telefoon kopen terwijl je rood staat. Gokken met geleend geld. Of een rekening laten liggen omdat er simpelweg geen geld is. Zo’n 3 op de 10 jongeren kampen met schulden. Onderzoek laat zien dat dit niet alleen financiële gevolgen heeft, maar ook grote impact kan hebben op hun mentale en fysieke gezondheid. Chronische stress, minder concentratie en zelfs verzuim op school of werk zijn vaak het gevolg.
Als het gaat om schuldenproblematiek, zijn juist jongeren kwetsbaar volgens Rosanne Oomkens, lector Schulden en Incasso aan de HU. Zij hebben vaak wisselende inkomsten en daardoor is het moeilijker om het overzicht te bewaren. Ook hebben ze nog geen financiële buffer, waardoor ze moeilijker een financiële tegenvaller kunnen opvangen. Ze leven bovendien in een wereld vol verleidingen: online shoppen, crypto, kopen via achteraf betalen en online gokken.
Ook komt er veel op ze af wanneer ze achttien jaar worden. Ze gaan op kamers, betalen zelf de huur en doen zelf boodschappen. Dat zijn veel financiële verplichtingen. En dan hebben ze ook nog recht op toeslagen en de kans dat ze die moeten terugbetalen. Het is belangrijk om ze beter te begeleiden in die overgangsfase, vindt Oomkens. ‘En drempels voor ze wegnemen om hulp te zoeken als het mis gaat of dreigt te gaan.’
Het slechte nieuws: er is geen quick fix. Maar Oomkens ziet vijf manieren die kunnen helpen jongeren uit de schulden te houden of er sneller weer uit te komen:
1. Doorbreek het taboe
Schaamte is een belangrijke reden waarom jongeren niet met anderen praten over hun schulden. Geef maar eens toe dat je 2600 euro in het rood staat. Uit onderzoek van deurwaarderskantoor Flanderijn blijkt dat veel jongeren met geldproblemen zich schamen en zich daardoor terugtrekken.
Ook leeft de gedachte: Ik los het zelf wel op, het komt goed. Terwijl juist geldt: hoe eerder je erbij bent, hoe beter het probleem op te lossen is. ‘Op scholen zou ook meer er openheid mogen zijn, een gesprek met de studieloopbegeleider of zoiets. Als je weet dat je niet de enige bent, ben je eerder geneigd het bespreekbaar te maken. Dat is de eerste stap naar een oplossing’, aldus Oomkens.
2. Betere financiële educatie
‘Niet ieder kind krijgt zakgeld of de kans om fouten te maken. Als je nooit hebt kunnen oefenen met kleine bedragen, kom je later sneller in de problemen. Daarom is het zo belangrijk dat er goede financiële educatie is. Programma’s die uitsluitend gericht zijn op kennisoverdracht, hebben op termijn maar beperkt impact. Ervaringsleren werkt beter, omdat dat aansluit bij de leefwereld van jongeren, bij de keuzes die jongeren daadwerkelijk maken.
Stel, ik leg drie opties voor een telefoonabonnement neer en vraag: wat is de beste keuze? Hoe realistisch is dan zo’n casus? In werkelijkheid zijn er talloze opties, beïnvloed door reclame en vrienden. Financiële educatie moet aansluiten bij die werkelijkheid. En geef het structureel een plek in zowel primair onderwijs, voortgezet onderwijs en op mbo’s, hbo’s en universiteiten.´
Financiële educatie is noodzakelijk, maar ‘geen wondermiddel’, stelt Oomkens. ‘Er spelen op systeemniveau zaken waar iets mee moet gebeuren: de complexiteit van het toeslagenstelsel, de verantwoordelijkheden die komen kijken bij het 18 jaar worden, en de laagdrempeligheid van online gokken.’
3. Grenzen aan achteraf betalen
Achteraf betalen kan nuttig zijn, maar ook verleiden tot impulsieve aankopen. ‘We hoeven niet per se álle vormen van achteraf betalen afschaffen. Vanuit consumentenbescherming kan het juist prettig zijn. Stel, je bestelt drie broeken, past ze thuis en betaalt alleen voor degen die je houdt, dan is daar niets mis mee.
Het wordt problematisch wanneer aanbieders jongeren verleiden tot impulsaankopen of zelfs vakanties en festivaltickets op deze manier aanbieden. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling en moeten we veel sterker inperken. Als we strengere regelgeving willen, is het van belang om goed na te denken over hoe we dat doen. Aanbieders hebben daarin ook een verantwoordelijkheid: bied deze dienst transparant aan en zorg dat klanten weten waar ze ‘ja’ tegen zeggen.’
4. Positieve inzet van social media
‘Ik hoor vaak dat social media slecht zijn voor de financiële gezondheid van jongeren. Dat ligt genuanceerder. Uit onderzoek blijkt dat 30 procent van de jongeren zegt weleens door influencers te zijn beïnvloed en daardoor geld hebben verloren.
Tegelijkertijd zegt 40 tot 50 procent juist dat ze door social media geld hebben bespaard of zelfs verdiend. Denk aan bespaartips of online geld verdienen door spullen te verkopen. Vanuit het lectoraat doe ik samen met studenten van de juridische deeltijdopleidingen aan de HU onderzoek naar financiële content op TikTok, Instagram en YouTube shorts. Hopelijk leert dat ons ook meer over hoe we het op een positieve manier in kunnen zetten om de financiële gezondheid van jongeren te vergroten.’
5. Maak hulp toegankelijker
Veel jongeren stappen met hun schulden naar ouders of vrienden, maar nauwelijks naar de gemeente.
Oomkens: ‘Een deel van de jongeren schaamt zich voor de schulden. Voor anderen geldt dat zij de gemeente niet zien als een partner op financieel gebied. Er heerst ook wantrouwen richting de overheid: jongeren denken dat dit niet de juiste plek is, of ze hebben de angst de regie te verliezen. Het idee dat je misschien te maken krijgt met weekgeld, waarbij iemand anders bepaalt hoeveel je per week krijgt, weerhoudt sommigen ervan om hulp te zoeken.
Daarom is het belangrijk dat jongeren goed weten welke hulp en ondersteuning de gemeente kan bieden. Daarbij moeten we zorgen dat we geen onnodige drempels opwerpen. Dus niet zeggen: ‘jouw schuld is te laag, we kunnen je niet helpen.’ En zorg er ook voor dat je als gemeente via diverse (online) kanalen goed bereikbaar bent.’
Perspectief
Elke schuld kent zijn eigen verhaal, en elk verhaal vraagt zijn eigen route naar herstel. ‘We moeten aan meerdere knoppen tegelijkertijd draaien. Zorgen dat jongeren niet alleen kennis hebben, maar ook voldoende financiële vaardigheden, zelfvertrouwen en toegang tot de juiste hulp. Dan verklein je de kans dat schulden uitgroeien tot een levensgroot probleem. En als er eenmaal schulden zijn, biedt jongeren dan weer toekomstperspectief. Perspectief is namelijk noodzakelijk voor je motivatie om de stap naar hulp te zetten.’