Lauren Kooyman (23) studeert Journalistiek aan de HU.
In december heb ik eindelijk weer tijd om mijn hoofd vast te schroeven. Tot die tijd leef ik in een soort functionele chaos. Maar goed, deze column stond boven aan de prioriteitenlijst. Morgen is mijn wasmand aan de beurt. Afstuderen zal ergens tussendoor moeten gebeuren.
Niks nieuws aan mijn horizon. Op de middelbare school maakte ik mijn wiskundehuiswerk alleen als ik niet kon slapen. Meermaals werd ik wakker met een stijve nek en inkt op mijn wangen.
Onder het mom van ‘sociale controle’ verplaats ik mezelf naar een koffietentje om te studeren en sleep ik mijn ploeggenoten mee. Aan het eind van de dag ben ik zat roddels rijker, maar bevat mijn onderzoek slechts één hoofdvraag. De deelvragen tik ik er ’s avonds alsnog bij en ik beweer vooral heel hard dat deze planning voor mij werkt.
Tijdens mijn stage kookte ik op zondag voor de hele week. Die bakjes wisselde ik dan uit met ploeggenoten, zodat pasta pesto niet het enige was dat ik at. Eén keer kwam ik thuis met acht bakjes nasi en groenten in de koelkast. Ik vond mijn wasmand leeg en een gele post-it van mijn moeder: Succes deze week, ik heb je dekbed ook meegenomen. Kus, mam. Ze vreesde dat ik anders ondervoed tussen de troep zou verdwijnen.
Een buurman vond mijn rijbewijs op straat, ook die tas was ik vergeten dicht te doen. Schuldbewust loop ik aan het eind van de week met een wasmand vol vieze borden naar de keuken.
Het is nog zes weken bikkelen tot Kerst. Oh ja, daarvoor moet ik nog cadeautjes kopen. Na de feestdagen nog drie weken tot ik (hopelijk) afstudeer. Aan het eind van de rit ga ik mijn kamer onder handen nemen en zal zich een nieuwe versie van mij ontpoppen.


