Columns

Zuinig op taal?

Vaak erger ik me aan het gebruik van afkortingen en jargon. Of uitdrukkingen als kantelmoment en de stopwoordjes zeg maar. De Fransen zijn inventiever dan wij in het bedenken van nieuwe woorden: ordinateur voor computer bijvoorbeeld. Zij wij taallui? In plaats van het bedenken van nieuwe woorden, volgen wij het liefst Engelstaligen: in 1957 komt de computer, in 1982 de compact disc (CD), in 1994 de digital versatile disc (DVD), terwijl men in het Afrikaans veel creatiever is als het om nieuwe woorden gaat:
holvlos – G-string,
platejochie – discjockey
prikkelpop – mannequin
fopdosser – travestiet
gemorspos – spam
spookasem – suikerspin
afrigter – trainer
vuurhoutjie – lucifer
wyfiekat – poes
schoot rekendoos – laptop
baby broeikas – couveuse
trap paard – fiets
yuppie oorbel – mobieltje
voorniksniebangbootje – marineschip
groeps woeps – orgie
bek bezem – tandenborstel.

Onze zuiderburen staan niet in de file, maar zitten in aanschuivend verkeer. Taal verandert, woorden verdwijnen, maar ze zijn er om elkaar beter te begrijpen. Laten we ’t onszelf dan niet moeilijker maken door Engelse woorden te gebruiken, die voor Nederlanders onbegrijpelijke schrijfwijzen kent. Waarom geen e(lectronisch)-bericht in plaats van een e-mail? De media zouden hierin een voortouw moeten nemen.