Vrijwel alle grote universiteiten en hogescholen laten de komende tijd door de NVAO toetsen of ze de kwaliteit van hun onderwijs goed bewaken. De Haagse Hogeschool en NHTV zien daar om uiteenlopende redenen vanaf.
Tot 1 maart konden de universiteiten en hogescholen een zogeheten instellingstoets kwaliteitszorg aanvragen. Het keurmerk dat dit oplevert geeft ze het recht om hun opleidingen de komende zes jaar minder uitgebreid te laten accrediteren. Als onderwijskeurmeester NVAO ervan overtuigd is dat ze goed onderwijsbeleid voeren, kan de accreditatie best wat beperkter, is de achterliggende redenering.
Dat maakt deze accreditaties minder tijdrovend en naar schatting een kwart goedkoper. Voor instellingen met meer dan vier opleidingen zouden de extra kosten van de instellingstoets dan snel zijn terugverdiend. Alle universiteiten en 24 van de 41 bekostigde hogescholen hebben de toets dan ook aangevraagd. Veel kleine hogescholen deden dat uit kostenoverwegingen niet.
Uitzondering bij de grote instellingen is de Haagse Hogeschool, die voorlopig geen gebruik maakt van de nieuwe mogelijkheid. Het college van bestuur laat weten hard te werken aan de verbetering van de kwaliteitszorg en gaat daar liever mee door dan zich nu te moeten voorbereiden op een instellingstoets. Daar wil de Haagse instelling pas in 2014 voor opgaan.
Ook de internationaal georiënteerde NHTV in Breda heeft de toets niet aangevraagd. ‘Niet omdat we er niet klaar voor zijn’, verzekert collegevoorzitter Hans Uijterwijk. Zijn hogeschool richt zich met name op toerisme, vrije tijd, mobiliteit, games en media. Behalve elf bachelor- en drie masteropleidingen in het hbo biedt ze ook twee wo-bacheloropleidingenen een wo-master aan en werkt ze nauw samen met (buitenlandse) universiteiten.
‘We hebben de voor- en nadelen van het nieuwe en oude accreditatiestelsel uitvoerig geanalyseerd’, zegt Uijterwijk. ‘De conclusie is dat NHTV het best uit de voeten kan met de uitgebreide opleidingsaccreditatie. Die kan ons niet diepgaand genoeg zijn.’ Wat hem betreft zou er bij de keuringen veel beter gekeken moeten worden naar wat er bijvoorbeeld tijdens stages gebeurt. ‘Dan kunnen hogescholen zich beter ten opzichte van elkaar profileren en kunnen de kwaliteitshogescholen zich bewijzen.’ Veel meer wil hij er nu niet over kwijt.