Steeds meer jongeren gaan naar het hoger onderwijs. Eén op de drie volgt nu een opleiding aan een hogeschool of universiteit. Tien jaar geleden was dat nog maar één op de vier.
Al jaren groeit het aantal studenten aan universiteiten en hogescholen. Sinds de eeuwwisseling is het aantal studerende jongeren tussen de achttien en vijfentwintig jaar spectaculair gestegen, blijkt uit een tabel van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het aandeel hbo’ers steeg geleidelijk van 16,8 procent naar 20,6 procent van alle jongeren. In het wetenschappelijk onderwijs ging het omhoog van 9,2 naar 12,4 procent. De toename is vooral aan vrouwen en allochtonen te danken.
Ook in absolute aantallen is de toename fors. In collegejaar 2000/2001 waren er bijna 348 duizend jongeren tussen de achttien en vijfentwintig jaar aan het studeren. In 2009/2010 waren het er bijna 463 duizend.
Deze jongeren halen uiteraard niet allemaal hun diploma. Daarom zal de deelname aan het hoger onderwijs nog moeten stijgen, wil Nederland de Europese doelstelling halen: in 2020 zou veertig procent van alle dertigers een diploma in het hoger onderwijs behaald moeten hebben.
Er staan niet alleen jongeren tussen de achttien en vijfentwintig jaar ingeschreven aan de Nederlandse universiteiten en hogescholen. In totaal is het aantal studenten gestegen van 477 duizend rond de eeuwwisseling naar 656 duizend in het afgelopen studiejaar.