Altijd verrassend zo’n eerste dag op een nieuwe school, een hogeschool nog wel. Toch heel anders dan de middelbare school of het MBO. Alles behoort soepel te lopen. Maar je kunt klassen nog niet echt vinden en je vindt de faculteit maar een doolhof. Als je je rooster ziet, blijk je veel vrije tijd te hebben. De gedachte dat je er dan nog wel een baantje bij kan nemen, moet je snel uit je hoofd bannen.
Waar je als student (hopelijk) geen weet van hebt, zijn de roosterproblemen die men niet schijnt uit te kunnen bannen. Terwijl docenten voor de zomervakantie al door hebben moeten gegeven wanneer ze beschikbaar zijn, wat voor soort lokalen ze nodig hebben, blijkt het rooster op het laatste moment klaar te zijn, maar niet goed.
In plaats van ergernis zouden de docenten een vreugdedans moeten maken, want ze mogen weer beginnen aan een nieuw collegejaar. Maar studentenroosters komen niet overeen met de docentenroosters. Op het tijdstip dat gastsprekers uitgenodigd zijn, kan ineens geen lokaal gevonden worden. Achter de schermen wordt er gevloekt waarom het nu nooit eens een keer meteen goed kan gaan. Gelukkig komt het bijna altijd wel op z’n pootjes terecht, maar is te veel nieuwe energie verkeerd gebruikt.
