Staatssecretaris Zijlstra wil een uitzondering maken op de plicht van wetenschappers om hun bijbanen te melden. Als de persoonlijke veiligheid in het geding is, hoeven bepaalde nevenfuncties niet openbaar te zijn.
In 2008 bepaalde toenmalig minister Plasterk dat alle instellingen duidelijkheid moesten verschaffen over de bijbanen. Dat gebeurt nog steeds niet overal en daarom zal Zijlstra hen aansporen om die gegevens aan te vullen en actueel te houden.
Hij zei dit in antwoord op kamervragen van Jasper van Dijk (SP) die onder meer wilde weten wat Zijlstra vond van het in opspraak geraakte ‘melkonderzoek’ van Wageningen Universiteit. Actiegroep Wakker Dier beschuldigt die universiteit ervan reclame te maken voor de zuivelindustrie. Maar daarover wil Zijlstra niets kwijt. ‘Het is niet aan mij te oordelen over de wetenschappelijke kwaliteit van onderzoek. Het is aan de wetenschappelijke gemeenschap om hierover uitspraken te doen.’
Zijlstra vindt het wel belangrijk dat universiteiten en hogescholen transparant zijn over hun samenwerkingen met het bedrijfsleven. Maar dat moet niet tot te veel rompslomp leiden. Volgens de staatssecretaris zijn er genoeg gedragscodes en richtlijnen voor wetenschappers om belangenverstrengeling en beïnvloeding van onderzoeksresultaten te voorkomen. Bovendien heeft hij de KNAW gevraagd om advies uit te brengen over het vertrouwen in de wetenschap. Ook de thema’s integriteit en onafhankelijkheid zullen in dat advies aan bod komen, aldus Zijlstra.
Van Dijk vindt Zijlstra’s houding ‘te nonchalant’ gezien de ‘toenemende verstrengeling van bedrijfsleven en wetenschap’. Het kamerlid vindt dat het ministerie van Onderwijs erop moet toezien dat nevenfuncties altijd openbaar zijn. Daarnaast zou de Verklaring van onafhankelijke wetenschap van de KNAW breed moeten worden toegepast.
Nieuws