Universitaire wiskundestudenten krijgen volgens de nieuwe Keuzegids het beste bacheloronderwijs. Wageningen Universiteit voert de instellingenranking opnieuw aan.
De kwaliteitsverschillen tussen de beste bachelorstudies zijn klein, blijkt uit de Keuzegids Universiteiten 2012. Want behalve over de wiskundeopleidingen zijn studenten ook prima te spreken over de zogeheten university colleges en de studie geneeskunde. Dat de wiskundestudies toch bovenaan eindigen danken ze onder meer aan de beperkte uitval in het eerste jaar en de tevredenheid over de studielast.
De gidsredactie beoordeelt opleidingen op allerlei punten. Ze gebruikt daarvoor vooral de studentenoordelen in de Nationale Student Enquête over onder meer het studieprogramma, de docenten en de faciliteiten van een opleiding. Maar ook de uitval in het eerste jaar weegt mee en de snelheid waarmee studenten hun bachelordiploma halen. En verder telt het oordeel van de deskundigen die de opleidingen keuren voor accreditatie.
Van alle universiteiten haalt Wageningen Universiteit verreweg de hoogste score, en dat is al jaren zo: de voorsprong op de rest is deze keer nog groter. De meeste andere universiteiten eindigen vlak bij elkaar, met de TU Eindhoven en de Universiteit Maastricht ietsje boven de rest. Van de brede, klassieke universiteiten krijgen de Radboud Universiteit Nijmegen en Universiteit Leiden de hoogste waardering. De Universiteit Utrecht belandt op de derde plaats, meldt de website DUB.
De Open Universiteit is dit jaar niet in de ranglijst opgenomen, omdat de oordelen over haar afstandsonderwijs niet helemaal vergelijkbaar zijn. De OU wordt echter zeer hoog gewaardeerd door de eigen studenten en zou, als ze in de ranglijst stond, alle andere instellingen verslaan.
De twee Amsterdamse universiteiten, die steeds nauwer samenwerken, eindigen duidelijk onderaan. ‘De VU was vroeger het toppunt van degelijkheid, maar daar is weinig van over’, aldus de Keuzegids. In de verouderde gebouwen zou te weinig ruimte zijn om de grote aantallen studenten goed op te vangen. Bovendien heerst er ‘onvrede’ over het studieprogramma. Ook de TU Delft scoort lager dan de rest, al zijn de opleidingen elektrotechniek en civiele techniek positieve uitschieters.
De Keuzegids benadrukt dat studiekiezers niet te veel belang moeten hechten aan de totaalscores van de universiteiten. Afzonderlijke opleidingen die worden omringd door matige opleidingen, kunnen een prima keuze zijn.