De staking van schoonmakers op de HU begint z’n sporen na te laten. Het kleine aantal schoonmakers dat niet aan de staking meedoet heeft de handen vol om de troep beheersbaar te houden. Deze week is het nog makkelijk bij te houden, maar dat verandert als volgende week de lessen weer beginnen. Een kleine rondgang.
Het is zeven uur in de ochtend. In de entree van de faculteit Communicatie en Journalistiek bereiden conciërges zich voor op de dag met een flinke bak koffie. Afgezien van de muziek uit de radio, is het stil in het gebouw. Rommel van de vorige dag, ligt nog her en der verspreid.
Ook Mieke Fortunati is op dit vroege tijdstip al aanwezig. Zij stuurt de schoonmakers aan op de faculteiten Communicatie en Journalistiek, Educatie en Economie en Management. Tijdens haar eerste rondgang deze ochtend valt haar oog op de overvolle prullenbakken, lege verpakkingen en frisdrankblikjes bij de studieplakken in de gangen.
Op de faculteit Economie en Recht lijkt het op het eerste gezicht mee te vallen, maar als Fortunati een projectruimte opent zijn de bureaus bezaaid met papierproppen, puilen ook hier de prullenbakken uit en liggen lege pizzadozen achteloos op een stoel.
‘Nu valt het nog mee’, zegt ze, er zijn weinig studenten vanwege de zelfstudieweek en tentamens. We kunnen het met de minimale bezetting bijhouden.’
Je eigen rommel opruimen, lijkt voor studenten niet te gelden, ook al roept de hogeschool iedereen op dat wel te doen. ‘Er wordt automatisch van uitgegaan dat wij al het werk doen’, merkt Fortunati op. Ook als er niet wordt gestaakt. En dat is niet altijd even gemakkelijk. Want schoonmakers krijgen per lokaal zeven minuten om schoon te maken. Als ze eerst ook nog moeten opruimen, blijft er minder tijd over. ‘Wij zijn schoonmakers, geen opruimers’, zegt Fortunati. ‘Dat vergeten mensen vaak’.
Mieke Fortunati kijkt nog niet naar uit naar volgende week, als de gebouwen weer gevuld zijn met studenten. ‘Je moet dan nog maar eens meelopen.’