Op het ministerie van OCW hebben de bewindslieden nu ook de laatste portefeuille verdeeld: minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker gaan beiden over het wetenschapsbeleid.
In het Haagse jargon: de minister gaat over de ‘eerste geldstroom’ en de staatssecretaris over de ‘tweede en derde geldstroom’.
Met andere woorden, Bussemaker voert het beleid over het onderzoeksgeld dat universiteiten rechtstreeks van haar ministerie krijgen. Staatssecretaris Dekker gaat over het geld dat onderzoeksfinancier NWO onder de beste aanvragers verdeelt en over de samenwerking van het bedrijfsleven met universiteiten en hogescholen.
Over die samenwerking met het bedrijfsleven gaat ook minister Kamp van Economische Zaken. Landbouw en innovatie mogen dan uit de naam van het ministerie zijn geschrapt, de minister van EZ gaat nog altijd over het ‘topsectorenbeleid’. Met dat beleid moedigt de overheid bedrijfsleven en wetenschap aan om samen de schouders te zetten onder de Nederlandse kenniseconomie.