Karins cv wordt vaker bekeken dan dat van Karima en werkgevers nodigen Sander vaker uit dan Sayed. Of je nu timmerman, psycholoog of leraar bent: met een Arabische naam heb je minder kans op een baan.
Werkgevers discrimineren nog steeds op grote schaal, blijkt uit het proefschrift van de Utrechtse sociologe Lieselotte Blommaert. Ze zette ruim zeshonderd cv’s online op websites waar werkgevers personeel zoeken, de helft werd geplaatst door fictieve autochtonen, de andere helft door fictieve allochtone sollicitanten.
Het cv van Joris of Jan blijkt vijftig procent vaker door werkgevers te worden opgevraagd dan het cv van Aicha of Amir. Als de cv’s eenmaal zijn bekeken, blijken autochtone sollicitanten zestig procent meer kans te hebben om uitgenodigd te worden voor een gesprek. ‘Het maakt niet uit wat voor opleiding mensen hebben’, zegt Blommaert. ‘Het overkomt allochtonen verder ongeacht hun sekse, opleidingsniveau of leeftijd.’
Discriminatie is niet altijd kwade opzet, benadrukt Blommaert. ‘Uit het onderzoek blijkt dat onbewuste processen ook invloed hebben. Als er heel erg veel sollicitatiebrieven binnenkomen, gaan mensen toch intuïtief selecteren.’ Werkgevers die meer positief contact hebben met allochtonen discrimineren bijvoorbeeld minder, evenals vrouwen. Ook opvallend: mensen met een hoge opleiding zijn minder geneigd om te discrimineren.
Anoniem solliciteren zou een oplossing kunnen zijn, denkt Blommaert. ‘Je kunt je afvragen waarom werkgevers die een sollicitatie bekijken nu vaak eerst iemands naam en geslacht zien. Die zouden er eigenlijk niet toe moeten doen als je op zoek bent naar de beste medewerker.’