Columns

Vinken of vonken?

Joost Ansems is lid van de Hogeschoolraad (van de nieuwe fractie HU-DOC (Docent en Opleiding Centraal)). Hij reageert op de strategienota 'De HU in 2020'. 

Als lid van de Hogeschoolraad (CMR) heb ik de afgelopen twee jaar veel documenten voorbij zien komen. Het meest recent zijn de strategienota ‘De HU in 2020’ en het Werkbelevingsonderzoek 2013.

Uit ‘De HU in 2020’ komt een sterke ambitie naar voren. Onze hogeschool wil excelleren, met name op het gebied van praktijkgericht onderzoek en Leven Lang Leren. Daarbij wil de HU een ideale werkgever zijn. Het college van bestuur ziet dit als een voortzetting van een reeds ingeslagen pad.

Uit het laatste werkbelevingsonderzoek komt echter naar voren dat de werkdruk bij de HU significant hoger is dan in de benchmark. Ook de werk-levenbalans is problematisch. Deze stressfactoren worden volgens dit onderzoek  onvoldoende gecombineerd met de energiebronnen ‘autonomie’ en ‘ontwikkelmogelijkheden’. Dit alles blijkt binnen de HU tot meer dan gemiddeld cynisme te leiden.

De kernvraag is: hoe kan de HU daadwerkelijk gaan excelleren en een ideale werkgever worden met competente en vitale medewerkers en enthousiaste, leergierige studenten?  Het antwoord op deze vraag is simpel: minimaliseer de bureaucratie en de druk van boven (het ’vinken’) en maximaliseer de autonomie van medewerkers en teams, zodat deze kunnen ‘vonken’. Deze succesformule sluit aan bij algemeen aanvaarde wetenschappelijke theorieën over excellente organisaties van professionals.

Nu de centrale sturing en regelgeving binnen de HU tot piekhoogte is gestegen, is het tijd voor herbezinning op deze besturingsfilosofie. Ik beperk me tot een aantal in het oog springende aspecten.

Vinken en centrale sturing

Een vonkend alternatief

Harde eis: 100% docenten heeft een master; 20% een PhD.

Laat opleidingen zelf bepalen wat het competentieniveau is dat aansluit bij hun specifieke markteisen.

De HU wil als UAS fors groeien in onderzoek.

De relevantie en vereiste diepgang van onderzoek verschilt per opleiding. Geef opleidingen ruimte om zelf te bepalen wat wijsheid is.

Docenten moeten steeds meer worden gecertificeerd, bijvoorbeeld voor studieloopbaanbegeleiding en tentaminering.

Benut de knowhow die docenten bezitten, en stimuleer leren van elkaar. Zo geef je docenten vertrouwen, in plaats van het gevoel dat zij zich nog moeten bewijzen.

De onderwijsondersteuning valt (tijdelijk) onder HU-diensten. Dit om te kunnen harmoniseren (standaardiseren).

Laat teams (binnen hun budget) vrij om zelf te bepalen hoeveel en wat voor ondersteuning voor hen passend is.

We gaan fors terug in fysieke ruimte. Uitgangspunt: 50 of 60 uur per week inroosteren en 50 of 60% van de ruimtes bezetten.

Onderzoek of studenten en docenten 10-12 uur per dag beschikbaar willen (kunnen) zijn. Hogere bezettingsgraden betekenen minder ruimte voor individuele wensen, dus een mogelijk nog slechtere leven-werkbalans.

Van Cijfer Tot Diploma heeft een belangrijke kwaliteitsborgende functie. ‘Vreemde ogen dwingen’ zorgt voor nog meer kwaliteit.

Is er voldoende oog voor hoe tijdrovend de vele administratieve handelingen voor de docent zijn geworden? Vertrouw meer op de kwaliteit en integriteit van de docent.

Leven Lang Leren wordt steeds meer leidend, ook voor het voltijdonderwijs. Dat betekent meer blended learning en meer modularisering.

Geef opleidingsteams de ruimte om zelf didactische en inhoudelijke keuzen te maken. Zij staan immers het dichtst bij het  werkveld en de studenten.