De tijd dringt voor het leenstelsel. Vier partijen bakkeleien over de invulling, maar als er in 2015 een nieuwe Eerste Kamer aantreedt liggen de politieke verhoudingen wellicht helemaal anders. GroenLinks zou ineens buitenspel kunnen staan.
De onderhandelingen over het afschaffen van de basisbeurs zijn in nevelen gehuld. Minister Bussemaker moet D66 en GroenLinks aan boord krijgen, omdat de coalitie van VVD en PvdA in de Eerste Kamer geen meerderheid heeft. De twee oppositiepartijen zijn in principe voorstander van een leenstelsel, maar leggen in ruil voor steun allerlei eisen op tafel.
Balanceren
Daartussen is het lastig balanceren: D66 wil vooral meer investeringen in onderwijs en onderzoek, terwijl GroenLinks een hogere aanvullende beurs en lager collegegeld eist. Daarnaast willen beide partijen weten wat er met de ov-studentenkaart gaat gebeuren.
Intussen komen de verkiezingen voor de Provinciale Staten steeds dichterbij. Als D66 in 2015 opnieuw zegeviert en de coalitie niet te veel zetels verliest, maakt dat de onderhandelingen makkelijker. In dat geval hebben de drie partijen GroenLinks niet meer nodig om de plannen door de Eerste Kamer te loodsen.
Lastige afweging
Voor de onderhandelingen betekent dit dat in ieder geval GroenLinks een lastige afweging moet maken. Zwakt de partij haar eisen iets af, om toch nog invloed te hebben? Of houdt ze de poot stijf, op het gevaar af dat het leenstelsel uiteindelijk minder sociaal wordt dan GroenLinks zou willen?
Maar ook minister Bussemaker staat onder druk. Haar PvdA staat bepaald niet op winst in de peilingen, dus gokken op de nieuwe Eerste Kamer is riskant. Bovendien heeft de VVD meermalen laten weten het leenstelsel liever vandaag dan gisteren in te voeren. Toen Bussemaker besloot haar plannen een jaar uit te stellen, stak kamerlid Pieter Duisenberg zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken.
Knoop doorhakken
De onderhandelaars moeten binnenkort de knoop doorhakken. Minister Bussemaker stuurt haar plannen met de basisbeurs en de ov-studentenkaart nog voor de zomer naar de Tweede Kamer, heeft ze eerder beloofd. Wanneer ze het wetsvoorstel indient, is nog onduidelijk.