De bezuinigingen op het ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) aan de faculteit Gezondheidszorg zijn gerechtvaardigd. Wel moet de faculteitsdirecteur met spoed knelpunten opsporen en hierop actie ondernemen.
Dat hebben het college van bestuur en de Hogeschoolraad (HSR) besloten naar aanleiding van een conflict tussen de faculteitsraad en directeur Harm Drost. De raad en directeur liggen met elkaar in de clinch over de manier waarop er gesnoeid wordt op het OBP. Omdat beide partijen er niet uit kwamen, is besloten de controverse voor te leggen aan het college. Die moet dan in overleg met het HSR met een bindend advies komen.
De faculteitsraad trok de afgelopen periode herhaaldelijk aan de bel omdat zij vreest dat de kwaliteit van het onderwijs in het geding komt door de bezuinigingen. De inkrimping van het ondersteunend personeel is een gevolg van het besluit van het college om in vier jaar tijd twintig procent op het OBP-budget te bezuinigen. Daar doorheen loopt het besluit tot ontvlechting: ondersteuners in dienst van faculteiten worden organisatorisch ondergebracht bij de HU Diensten.
Onrust
Deze processen leiden tot nogal wat onrust op de werkvloer. Taken van het ondersteunend personeel komen op het bordje van docenten terwijl de studentenaantallen bij Gezondheidszorg juist stijgen. Meer werk door minder handen dus. De faculteitsraad vreest dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs en weigerde het meerjarenplan (MJP) en het meerjarenpersoneelsplan (MJPP) van de faculteit goed te keuren.
Het college en HSR begrijpen de zorgen van de faculteitsraad en zijn het ermee eens dat de kwaliteit van onderwijs en onderzoek op orde moet zijn, schrijven zij in een brief. Maar zij zijn van mening ‘dat de faculteitsdirectie in het MJP en het MJPP binnen de vastgestelde HU-kaders blijft en daarbij invulling geeft aan reeds vastgesteld en met de Hogeschoolraad overeengekomen HU-beleid’. Zij stellen voor dat de faculteitsdirecteur voor 1 oktober komt met ‘een analyse van knelpunten, prioritering van de aandachtspunten en een risico-inventarisatie voor de faculteit’.