De Hogeschoolraad vroeg in een poll naar de gevolgen van ontvlechting en de tijd die docenten kunnen besteden aan onderwijs. Een meerderheid blijkt ontevreden hierover.
Maar liefst 1050 mensen stemden op de tweede pollvraag van de Hogeschoolraad (HSR). Vorige maand ging het over de aantrekkingskracht van de HU als werkgever. Deze keer kreeg het ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) een andere vraag voorgelegd dan het onderwijzend personeel (OP)Maar de uitkomsten komen overeen: onder het HU-personeel is de onvrede groot.
Het OBP kreeg de stelling voorgelegd: 'Bij de ontvlechting en harmonisering wordt zorgvuldig omgegaan met het ondersteunend personeel'. Daar was 77 procent het niet mee eens, tien procent wel en de rest koos voor niet mee eens/niet mee oneens.
Het OP reageerde op de stelling: 'Als docent en/of onderzoeker kan ik steeds meer tijd besteden aan de primaire taak van uitvoeren en ontwikkelen van onderwijs en/of onderzoek.' Hier was 88 procent het niet mee eens, zes procent wel.
Problemen
Volgens Joost Ansems, lid van het dagelijks bestuur van de HSR, sluiten de uitkomsten aan bij het beeld dat de raad heeft van de hogeschool. Hij ziet de poll als ‘een sentimentmeter’ die ‘een heldere trend’ aangeeft. Ansems: 'We krijgen heel veel negatieve signalen en het worden er in sneltreinvaart meer. Dat brengt de hogeschool echt in de problemen.'
Bij het OBP draait het om harmonisatie en een bezuiniging van 20 procent in vier jaar tijd. Ansems: 'Het idee van de HSR was hierbij: eerst harmoniseren, dan kan het werk efficienter en daarna kun je bezuinigingen doorvoeren. Maar nu lopen de bezuinigingen voor op de harmonisatie. Daardoor blijft er werk liggen en dat komt terecht bij het OP.'
Dat effect verklaart de ontevredenheid bij docenten en onderzoekers, het OP. Ansems: 'Zij zijn heel veel tijd kwijt aan administratieve taken. Aan steeds meer self-service zonder flexibiliteit. Een voorbeeld: bij het aanleveren van cursusgegevens krijgen docenten een handleiding van twintig pagina's. Bij afwijking van het format kom je in een jungle terecht, waarin je heel veel tijd kwijt bent om alles goed te krijgen.'
Gecentraliseerde aanpak
De oplossing ligt volgens Ansems voor dit moment in het tijdelijk stilleggen van de bezuinigingen: 'Maak een pas op de plaats, kom met een concreet plan voor harmonisatie en kijk dan pas naar bezuinigingen – hopelijk met een goed sociaal plan.'
Achterliggende oorzaak van de onvrede ligt volgens Ansems in de te veel gecentraliseerde aanpak: 'Je moet naar een andere sturing toe, die begint bij opleidingen of instituten. Nu wringt de mal van de hogeschool.'
