Liefdesrelaties, carrières van alumni, de werkzaamheden die studenten uitvoeren op stages. Toen kantinejuffrouw Wil Lohmeijer vijf jaar op de faculteit Communicatie en Journalistiek (FCJ) werkte, was ze overal van op de hoogte. Dat blijkt uit een artikel dat Trajectum in 1995 publiceerde. Lohmeijer mopperde over ‘meisjes die alle broodjes aanraakten om vervolgens twee spritsen te kopen’ en sprak trots over oud-journalistiekstudenten die ze op tv zag.
Ze had een goede band met haar klanten. Zelfs als Lohmeijer geen vragen stelde, stortten studenten hun hart bij haar uit. Over hun verkering bijvoorbeeld. ‘Heeft een student eerst iemand in Schotland, dan in Griekenland. Pas toch op kind, heb ik gezegd.’, vertelde ze tegen een Trajectum-redacteur.
Maar de tijden zijn veranderd. Het is anno 2015 moeilijk om een goed gesprek te voeren met kantinedames. Voor Trajectum, althans. ‘Vragen beantwoorden? Nee, daar hebben we geen tijd voor. We staan hier maar met zijn tweeën vandaag’, zegt de blonde mevrouw achter de kassa op de FCJ, terwijl ze een verfrommeld bonnetje in de prullenbak gooit. Op de achtergrond prijken stellages met geordende ontbijtkoeken, broodjes en andere etenswaren. Er is geen klant te zien. Haar collega, die dromerig naar een warmtelamp staart, ziet een gesprek ook niet zitten. ‘Ik werk hier nog niet lang genoeg. Je kunt beter iemand vragen die wat langer op hogescholen rondloopt’, zegt ze.
Ook op andere HU-faculteiten lijkt de praatgrage kantinedame ingeruild voor efficiëntie en terughoudendheid. Studenten en medewerkers voeren vooral gesprekken met elkaar. Ze bespreken de geplastificeerde plakjes kaas en een smartphoneapplicatie die korting geeft in ruil voor een aantal persoonsgegevens.
Maar op de faculteit Economie en Management lijkt de sfeer anders. Een enthousiaste medewerkster is bereid om een interviewafspraak te maken en haar ervaringen als kantinejuffrouw te delen. ‘Natuurlijk wil ik dat. Kom om half 3 maar langs, dan is het wat rustiger’, zegt ze. Maar helaas. Wanneer de verslaggever terugkomt, zegt ze: ‘Sorry, ik kan je toch niet helpen. Ik heb intussen overlegd met de manager. Het is verboden om vragen te beantwoorden. Dat wist ik niet.’
Deze manager, en al het cateringpersoneel, is in dienst bij de Franse multinational Sodexo. Een organisatie met 420.000 medewerkers in tachtig landen. Het bedrijf is, naar eigen zeggen, marktleider in ‘quality life services’. Sodexo heeft een stevige grip op de uitspraken die haar medewerkers doen. ‘Ze willen geen vragen beantwoorden? Hahaha, dat hebben we goed gedaan hè’, zegt David van Stijn, manager Strategy & Business Communications bij Sodexo. ‘Het is niet verboden om vragen te beantwoorden, maar dat moet wel in overeenstemming met ons. Je kunt je voorstellen dat wij het leuk vinden als er over ons geschreven wordt, als dat op een positieve manier gebeurt’, aldus Van Stijn.
De communicatiemedewerker wil een interview met een van de kantinejuffrouwen overwegen. Onder bepaalde voorwaarden. ‘Ik ben nog op zoek naar die positieve inslag en we willen graag een final akkoord kunnen geven’, zegt Van Stijn. Dat betekent dat de communicatiemanager het artikel kan afkeuren, als hij niet tevreden is. Daar stemt een journalist natuurlijk niet mee in en het interviewverzoek wordt geweigerd. ‘We zitten midden in een aanbestedingsprocedure en willen de schijn dat we opkomen voor eigen belangen voorkomen’, luidt de officiële verklaring.
Tenzij een undercoveroperatie wordt opgezet, zal de redactie van Trajectum dus nooit weten hoe de band tussen kantinemedewerkers en hun klanten is. Of er nog gesproken wordt over liefde, stages en de carrières van alumni. Of meisjes nog steeds alle broodjes aanraken en er vervolgens met twee koekjes vandoor gaan.
Die informatie wordt anno 2015 beheerd door Sodexo, om het voortbestaan van hun quality life services te waarborgen.
Achtergrond