De onderlinge concurrentie tussen hogescholen was ooit zo hevig dat ze spionnen naar elkaars open dagen stuurden om ideeën voor nieuwe studierichtingen te stelen. Dat staat in het proefschrift van voormalig hbo-bestuurder Hans Uijterwijk.
Zelfs een collega-bestuurder van een andere hogeschool kwam bij zijn toeristische hogeschool NHTV kijken, vertelt Uijterwijk. ‘Hij kwam keurig binnen, stelde zich aan mij voor en zei: ik kom eens kijken wat jullie aanbieden en of mijn hogeschool daar ook zijn voordeel mee kan doen.’
Dit gebeurde in het begin van deze eeuw, toen de hogescholen van VVD-minister Loek Hermans opeens veel vrijheid kregen en onderling de strijd moesten aangaan om studenten binnen te halen.
Uijterwijk schrijft erover in zijn proefschrift Laveren in zwaar weer, waarin hij de invloed van het overheidsbeleid op het hbo beschrijft. De bestuurders van hogescholen waren nauwelijks voorbereid op zoveel vrijheid, schrijft hij, en de overheid heeft volkomen onderschat hoe groot de veranderingen waren en wat de gevolgen zouden zijn.
Wat was het idee achter het terugtreden van de overheid?
‘Dat studenten zelf de beste hogescholen zouden kiezen. De concurrentie tussen hogescholen werd aangemoedigd en dus zag je dat hogescholen allemaal nieuwe opleidingen gingen aanbieden. Bij een opleiding als facilitair management werd elders opeens een toeristische variant aangeboden, terwijl NHTV altijd dé toeristische hbo-instelling van Nederland was. Maar omgekeerd gingen ook mensen van de NHTV-afdeling marketing & communicatie naar de open dagen van andere hogescholen om daar een kijkje in de keuken te nemen.’
Is het onderwijs er beter van geworden?
‘Kijk, NHTV is de uitvinder van het toeristisch onderwijs. Wij zijn de beste, zeiden ze toen ik er binnenkwam. Ik zei dan: dat is waar, maar we zijn ook de slechtste. We waren namelijk de enige. Toen er meerdere aanbieders kwamen moesten we ons onderwijs weer herzien en nieuwe specialisaties aanbieden. Dat zag je overal. Het heeft de mensen toch wakker geschud en in beweging gekregen.’
Tegenwoordig moeten hogescholen van het kabinet hun eigen profiel versterken in plaats van onderling concurreren.
‘Klopt, maar profilering is tot op zekere hoogte ook een vorm van concurrentie: je moet je van elkaar onderscheiden. Je merkt dat ouders en studenten veel meer open dagen afgaan en dat ze gevoelig zijn voor kwaliteitsindicaties als de positie in de Keuzegids en Elsevier. Daarin hebben kleine nichespelers als NHTV het overigens makkelijker dan grote Randstadhogescholen.’
Was de vrijheid te ver doorgeschoten?
‘We moesten eind jaren negentig kennisondernemers worden, nu wordt het allemaal weer ingedamd en teruggedraaid. Het is een slingerbeweging, waardoor je als hbo-bestuurder voortdurend moet laveren. Rond de eeuwwisseling werden we aangemoedigd om steeds weer nieuwe ‘listen’ te verzinnen. Dat gebeurde dan ook. Hogescholen gingen filialen in het buitenland openen, ze haalden meer buitenlandse studenten hierheen… In 2001 werd duidelijk dat sommige groepen studenten nauwelijks onderwijs volgden en hogescholen voor hen toch de volle bekostiging kregen. Sommige collega-bestuurders zochten de donkerste randjes van het grijze gebied op, hetgeen ik nog altijd zeer onjuist vind. Maar riep de overheid dit niet over zichzelf af door zo’n klimaat te scheppen? Als een bestuurder er niet aan mee wilde doen, werd zijn hogeschool links en rechts ingehaald. Hogescholen moesten de marges opzoeken en uitzonderlijke dingen doen.’
Wat voor uitzonderlijks deed NHTV?
‘Wij maakten gebruik van de nieuwe bachelor-masterstructuur en we gingen universitair onderwijs aanbieden. Het leek erop dat de tweedeling tussen universiteit en hogeschool op de helling stond. Het binaire stelsel werd aan het wankelen gebracht. Wij zijn eigenlijk een hogeschool en universiteit ineen, alleen krijgen we geen geld voor wetenschappelijk onderzoek zoals de officiële universiteiten.’
Door allerlei incidenten in het hbo draaide de overheid vanaf 2011 de duimschroeven weer aan. Wat is nu eigenlijk beter: veel of weinig overheidsbemoeienis?
‘De huidige minister van Onderwijs wil de hogescholen weer iets meer vrijheid geven en dat lijkt me goed. Wel zou de politiek beter rekening kunnen houden met de achtergrond van hbo-studenten. Het is voor hogescholen in de grote steden echt moeilijker om studenten van mbo of havo tot een diploma te brengen dan voor een hogeschool als NHTV of bijvoorbeeld Avans. De grote hogescholen in Den Haag, Utrecht, Amsterdam en Rotterdam zouden dan meer geld kunnen krijgen, op voorwaarde dat ze die studenten daadwerkelijk aantoonbaar extra aandacht en begeleiding geven. Dáár zou je dan kwaliteitsafspraken over moeten maken, want het resultaat moet wel zichtbaar zijn.’
Hans Uijterwijk (1952) was veertien jaar lang collegevoorzitter van NHTV Breda, waar hij in oktober 2012 vertrok. Op 21 september 2015 is hij aan Tilburg University gepromoveerd op zijn proefschrift Laveren in zwaar weer.