De verkiezingen voor de medezeggenschap op hogescholen wonnen dit jaar iets aan populariteit. Toch laat de opkomst nog veel te wensen over. Tien procent is al heel wat.
Het enthousiasme over de verkiezingen voor de medezeggenschapsraad op zowel hogescholen als universiteiten is al jaren niet om over naar huis te schrijven. 'Medezeggenschap is gewoon niet zo sexy', zegt Thianna Noordzij van de vereniging MUST aan de Hogeschool Utrecht.
Meebeslissen
Maar de medezeggenschap krijgt een steeds belangrijker rol in het hoger onderwijs. Studenten mogen meebeslissen over de hoofdlijnen van de begroting en krijgen invloed op belangrijke benoemingen, als ze dat nog niet hadden. De politiek ziet hen als bewakers van kwaliteit en goed bestuur.
Nu lijken de verkiezingen op hogescholen iets meer studenten te trekken dan andere jaren, al is het verschil vaak miniem, blijkt uit een rondgang.
Promoten
Vereniging MUST heeft dit jaar extra veel werk gestoken in het promoten van de verkiezingen. En met succes: de opkomst van studenten is een stuk hoger dan vorig jaar. Toen stemde 1,6 procent van de studenten, nu is dat acht procent. Misschien komt dat wel doordat er voor het eerst in jaren een andere partij aan de verkiezingen meedeed.
Toch kan de opkomst een stuk hoger, bewijst de Hanzehogeschool. Dit jaar maakte 25,2 procent van de studenten de gang naar de stembus, een half procentpunt meer dan vorig jaar. Er zijn ook genoeg kandidaten: Lijst STERK van de Hanzehogeschool had er maar liefst vijftig, en de tegenpartij ook.
Achterban
Hoe verklaart Lijst STERK de hoge opkomst vergeleken met andere hogescholen? 'We hebben een grote achterban bij studieverenigingen', zegt fractielid Jeroen Hut. 'En die hebben een duidelijke voorkeur.' Het scheelt ook dat er partijen deelnemen, meent hij. 'Bij sommige hogescholen doen studenten op individuele basis mee. Zij kunnen nooit dezelfde campagne in elkaar zetten als een vereniging.'
Daar kunnen ze over meepraten bij hogeschool Windesheim in Zwolle. Daar doen kandidaten allemaal op persoonlijke titel mee. Op zich was er genoeg belangstelling: zeventien studenten hadden zich kandidaat gesteld voor zeven plekken. Maar de opkomst bleef steken op een bedroevende zeven procent. En dat was nog bijna een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar, toen maar vier procent zijn stem uitbracht.
Concurrentie
Het is de Zwolse student Simon Tol een doorn in het oog. 'Omdat studenten op individuele basis meedoen, ontbreekt continuïteit en wordt er al snel vergeten welke afspraken er zijn gemaakt. Op deze manier gaat veel kennis verloren.' Hij is lid van een overkoepelende organisatie die zich De Vrije Student noemt. Misschien gaat die volgend jaar als partij meedoen, zegt Tol, maar dan moet er wel concurrentie zijn. 'Dat zorgt voor grotere betrokkenheid en wat meer leven in de brouwerij.'
Geeft dit nu een goed beeld van de verkiezingen in het hbo? Gijsbert Brinkman van de landelijke stichting Studenten Overleg Medezeggenschap (SOM) bevestigt dat het bij de hogescholen inderdaad nogal wisselt. 'Managementstudenten staan te springen, maar bij kunstopleiding en in de gezondheidszorg is het veel lastiger om kandidaten te vinden', zegt Brinkman. 'Bovendien is er altijd de afweging: wil ik wel studievertraging oplopen? Veel studenten laten de kans liggen om zichzelf op andere vlakken te ontwikkelen.'
Leenstelsel
Ook aan de Hogeschool van Amsterdam en Fontys Hogescholen is de opkomst hoger dan voorgaande jaren, maar nog steeds erg laag. Bij de HvA kwam acht procent van de studenten stemmen, ten opzichte van 7,4 procent vorig jaar. De studenten van Fontys Hogescholen waren nog minder enthousiast: daar sleepte slechts 3,9 procent van de studenten zich naar de stembus. Toch 0,7 procentpunt meer dan vorig jaar.
De lokale kandidaten zeggen allemaal ongeveer hetzelfde: de medezeggenschap staat ver van studenten af, ze moeten zich voor een langere periode vastleggen en ze zijn door het leenstelsel minder geneigd zich aan nevenactiviteiten te wagen.
Contrast
Ondanks de lichte vooruitgang blijft de opkomst van studenten op hogescholen vaak onder de tien procent steken. Dit in schril contrast met de universiteiten, waar toch minimaal twintig procent van de studenten zich geroepen voelt om te gaan stemmen.
Op 8 juni zal de Dag van de Medezeggenschap plaatsvinden in Utrecht, waar de medezeggenschapscultuur bij hogescholen en universiteiten hoog op de agenda staat.