De toekomstverwachtingen van jongeren hangen vooral af van het opleidingsniveau van hun ouders. Etnische achtergrond speelt een kleinere rol, stellen onderzoekers van het Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS).
Jongeren met een niet-westerse migrantenachtergrond presteren steeds beter in het onderwijs. Ze komen veel verder dan generaties migranten vóór hen. Toch is er nog veel ruimte voor verbetering: niet-westerse studenten in het hbo bijvoorbeeld halen minder vaak een diploma. Bovendien hebben zij moeite met het vinden van stages en een baan op niveau.
Ideeën over de toekomst
Hoe schatten jongeren hun eigen kansen in? In het dinsdag verschenen KIS-onderzoek werden bijna duizend jongeren tussen de twaalf en drieëntwintig – waarvan bijna de helft met een migratieachtergrond – bevraagd over ‘de ideeën die zij hebben over hun eigen toekomst’.
Uit de antwoorden die ze geven blijkt dat hun etnische achtergrond een kleinere rol speelt dan het opleidingsniveau van hun ouders. Veertig procent van de jongeren met hoogopgeleide ouders voelt zich bovendien ondersteund bij hun studiekeuze, tegenover 31 procent van de jongeren met laagopgeleide ouders.
Geen vertrouwen
Een van de onderzoekers laat overigens in de Volkskrant weten dat de respondenten iets hoger opgeleid zijn dan gemiddeld: jongeren die helemaal geen vertrouwen hebben in de toekomst, zullen niet snel meedoen aan zo’n onderzoek.