Achtergrond

Setje: Bolle wangetjes

Charlotte Groeneveld (19), derdejaars fysiotherapie, en Rick Hagelstein (20), derdejaars bestuurskunde, zijn sinds tweeëneenhalf jaar een setje. Samen delen ze een grote passie voor wedstrijdzwemmen.

Ontmoeting?
Zij: ‘Ik heb hem negen jaar geleden ontmoet in het zwembad. Ik werd lid van de wedstrijdzwemclub waar hij ook trainde. Ik vond hem heel aardig maar ik was niet verliefd. Daar was ik toen nog helemaal niet mee bezig.’
Hij: ‘We hebben elkaar ontmoet via de zwemvereniging. Het was zeker geen liefde op het eerste gezicht. Het heeft een paar jaar geduurd voordat er iets opbloeide.’
Vonk?
Zij: ‘We zagen elkaar vijf tot acht keer per week tijdens trainingen en wedstrijden. Ik was goed bevriend met alle jongens uit de trainingsgroep. Maar langzaam groeide mijn vriendschap met Rick uit naar meer.’
Hij: ‘Op mijn vijftiende verjaardag kregen we verkering. Op het feest na een zwemwedstrijd in Drachten hebben we voor het eerst gezoend. Na een paar maanden ging het uit. Op een gegeven moment werden we weer verliefd op elkaar en sindsdien zijn we samen.’
Leukste aan hem/haar?
Zij: ‘Hij is lief en sociaal. Dat klinkt wel erg standaard, hè? Ik ben gek op het totaalplaatje. Hij heeft mooie bruine ogen en ik vind hem gewoon een lekker ding.’
Hij: ‘Het leukste vind ik haar spontaniteit en eerlijkheid. Ze heeft lekker bolle wangetjes en een mooi sportfiguur met brede schouders.’
Irritaties?
Zij: ‘Hij bijt op zijn nagels en zit altijd met zijn vingers in zijn mond. Dat vind ik heel vies. Ik weet niet waarom hij het doet want hij is helemaal geen zenuwpees.’
Hij: ‘Ik vind het vervelend dat ze vaak kinderachtige woorden gebruikt zoals poepie. Daar moet ze echt mee ophouden.’
Favoriete standje?
Zij: ‘Daar wil ik geen antwoord op geven.’
Hij: ‘Dat hou ik lekker voor mezelf.’
Toekomst?
Zij: ‘Ik denk dat we samen een zonnige toekomst hebben. Het gaat al jaren goed tussen ons. Natuurlijk kan hij verliefd worden op een ander, dat risico loop je altijd. Ik ben in ieder geval gek op hem. Ik heb nooit oog voor andere jongens.’
Hij: ‘Voor alsnog gaat het goed tussen ons. Het belangrijkste is dat we eerst onze studie afmaken, daarna zien we wel verder. Ik zie wel een goede toekomst voor ons samen.’