Afgestudeerden van de HU zijn relatief weinig werkloos: slechts 2,8 procent zat in 2018 thuis. Het jaar daarvoor had 3,2 procent alumni van de HU geen baan. Dat is opvallend, want de werkloosheid bij het landelijk gemiddelde van hogescholen stijgt
licht.
Dat valt op te maken uit de HBO-Monitor 2018 die vandaag is gepubliceerd. Het jaarlijks onderzoek richt zich op alle afgestudeerden van hogescholen. Eind 2018 vulden ruim 23.000 alumni anderhalf jaar na hun afstuderen de vragenlijst in.
Andere grotere hogescholen die het qua werkloosheid nog beter doen dan de HU zijn Hogeschool Leiden met 1,9 procent en Windesheim met 2,5 procent. Instellingen die minder presteren zijn de Haagse Hogeschool met 5,8 procent werkloosheid, Inholland met 4,5 procent en Saxion met 4,2 procent.
Sneller aan het werk
Belangrijke conclusie in de HBO-Monitor is dat de werkloosheid onder afgestudeerde hbo’ers voor het eerst sinds vijf jaar licht is gestegen. In 2017 was de gemiddelde werkloosheid 3,2 procent; in 2018 3,6 procent.
Hoewel iets minder alumni een baan hebben, komen zij in 2018 wel sneller aan werk. Dat geldt voor alle sectoren. In 2018 heeft 10 procent langer dan drie maanden nodig, tegenover 12 procent in 2017 en 15 procent in 2016.
Vaker een vast contract
Opmerkelijk is dat zij vaker een vast contract in de wacht slepen: 51 procent in 2018 tegenover 44 procent in 2017. Verder werken afgestudeerden iets vaker op minimaal hbo-niveau (81 procent, tegenover 80 procent in 2017) en verdienen ze meer per uur (15,04 euro tegenover 14,89 in 2017)
Deeltijders doen het overigens wel goed. Daar is de baankans landelijk toegenomen. De werkloosheid zakt van 2,4 procent in 2017 naar 1,5 procent in 2018. ‘Dit komt waarschijnlijk doordat ruim de helft van de deeltijders al tijdens de studie een baan had’, staat in de HBO-Monitor. ‘Door de aantrekkende economie van de laatste jaren zijn dat ook vaak banen die goed aansloten bij de gevolgde opleiding.’
Onderwijs meest tevreden
De onderwijssector kent de grootste stijging in baantevredenheid in vergelijking met afgelopen jaar. In 2017 blikte 74 procent van de pas afgestudeerde leraren met tevredenheid terug op het eerste werkjaar, terwijl in 2018 79 procent content was. Op de kunstensector na is in het onderwijs de meeste voldoening waar te nemen. Dit blijkt ook uit de sterke daling van pas afgestudeerde leraren die op zoek zijn naar ander werk.
Bij afgestudeerden van sociale studies is de werkloosheid het sterkst gestegen: van 2,9 procent in 2017 naar 4,1 procent in 2018.
Bruto maandloon stijgt
Het bruto maandloon van afgestudeerden stijgt. In 2018 bedroeg dit gemiddeld 2387 euro, en is sinds 2015 met meer dan 275 euro toegenomen. Afgestudeerden bètatechniek kennen het hoogste bruto maandloon (2588 euro). Daarna volgen de sectoren economie (2367 euro) en agro en food (2368 euro).