Ze stond de afgelopen weken overal in de aandacht: NOS-tolk en oud-HU-student Irma Sluis. Zo spraken verschillende media over het ‘Irma-effect’, bracht de Drentse band Mooi Wark het nummer ‘Oh Irma’ uit en zongen Paul de Leeuw en Simone Kleinsma haar toe. Wat betekent Irma’s populariteit voor het vak van tolk Gebarentaal? Leonie Eggink, voorzitter van Studievereniging Opleidingen Gebarentaal (SOG): ‘Die aandacht is leuk, maar ook dubbel.’
‘Ja, natuurlijk vind ik het leuk als er weer een filmpje of liedje over Irma voorbij komt. Die delen we als studievereniging ook altijd op sociale media.’ Leonie Eggink (29) is naast voorzitter van SOG ook vierdejaars Tolk Nederlandse Gebarentaal. ‘Dankzij Irma wordt ons beroep steeds zichtbaarder en daar zijn we heel blij mee.’
Toch is alle media-aandacht rondom de NOS-tolk ook dubbel, erkent Leonie. ‘Er is zoveel te doen om Irma, en daaraan zie je dat dit werk dus nog niet normaal is. Dat is jammer.’ Dat merkt de SOG-voorzitter zelf ook geregeld: ‘Als ik vertel wat ik studeer, krijg ik veel vragen, ook gekke vragen. Je merkt dat er veel interesse is, maar ook veel onwetendheid. Ik denk wel dat veel mensen, met dank aan Irma, een beter beeld krijgen van ons vak, zodat het steeds normaler wordt.’ Leonie vult aan: ‘Het is natuurlijk mooi dat er zoveel aandacht is voor de tolk, maar die aandacht is er nog niet voor de doven zelf of het erkennen van de Nederlandse gebarentaal. En dat is wel nodig.’
Zichtbaarheid
De vierdejaarsstudent noemt als voorbeeld dat grote evenementen en festivals steeds vaker een tolk inschakelen, maar daar vervolgens niet altijd raad mee weten. ‘Sommige mensen vinden een tolk vervelend, omdat die alleen maar afleidt. Daarom gebeurt het regelmatig dat een tolk op een slecht zichtbare plek neergezet wordt. Dat is natuurlijk niet goed. Irma is tijdens de persconferenties pontificaal in beeld, hopelijk zorgt dat ook voor meer zichtbaarheid van andere tolken.’
Dat het beroep van Tolk Nederlandse Gebarentaal inmiddels een boegbeeld gevonden heeft, moge duidelijk zijn. Ook de Hogeschool Utrecht, waar Irma vanaf 1997 in deeltijd stuurde, trekt veel aandacht met deze opleidingen. Leonie: ‘Bij de studievereniging zijn er de afgelopen tijd meer interviewaanvragen binnengekomen, verder merken wij nog niet zoveel van die toegenomen interesse. Maar ik verwacht wel dat meer studenten zich aankomend studiejaar zullen aanmelden.’
Informatiedichtheid
In hoeverre geeft het werk van Irma tijdens de persconferenties een realistisch beeld van het vak? ‘Aan de ene kant zeker wel: Irma is aan het tolken en dat leer je hier. Zij laat zien wat een tolk doet. Aan de andere kant is het natuurlijk ook een utopie: het duurt echt wel vijf tot tien jaar voordat een student het niveau haalt dat Irma heeft.’
‘Wat Irma tijdens die persconferenties doet, is in Nederland het hoogst haalbare op het gebied van tolken. De informatiedichtheid is ontzettend hoog en je staat ook nog eens in het middelpunt van de aandacht. Miljoenen mensen kijken live mee en je kunt je geen fouten permitteren. Ik denk dat haar niveau van tolken voor mijn medestudenten en mij een voorbeeld is, maar die zichtbaarheid ambiëren we niet.’
Het verbaasde Leonie dan ook niet dat Irma tijdens de laatste persconferentie (op dinsdag 19 mei) na een half uurtje vervangen werd. ‘In de media was er veel te doen over deze wissel: waarom ging Irma weg? Ik vond het al verrassend dat ze de eerste persconferenties helemaal alleen gedaan had. Ze stond daar steeds een uur te tolken, dan moet je achteraf helemaal gesloopt zijn. Zo’n opdracht met zo’n hoge informatiedichtheid, waarbij je niet kunt samenvatten, houd je eigenlijk maar 20 minuten vol. Dan is een tolkwissel heel normaal. Wat Irma doet is echt topsport.’