Eerstejaars

Eerstejaars Gijs (18) hoeft écht niet op kamers: ‘Dan moet ik schoonmaken’

Gijs Schrotenboer
Gijs Schrotenboer. Foto: Kees Rutten

Trajectum stelt in deze serie een aantal eerstejaars voor. Wat willen ze, waar dromen ze van, leren ze elkaar en het studentenleven kennen?

Aflevering 10: Voor de 18-jarige chemiestudent Gijs Schrotenboer vloeit zijn studiekeuze logisch voort uit zijn talenten op de middelbare school. ‘Ik haalde altijd goede cijfers voor biologie en scheikunde en vond het best leuk. Dus dan hoef je niet zo lang na te denken over die keuze.’ Een studie als Life Sciences – met ook veel scheikunde en biologie – heeft hij nooit overwogen. ‘Dat geneuzel over eiwitten, daar zat ik écht niet op te wachten.’

Ook binnen zijn huidige studie zal er wel eens een eiwit voorbijkomen, maar dat neemt hij maar voor lief. Na zijn studie Chemie wil Schrotenboer nog Bedrijfskunde studeren, maar alleen het eerste jaar. ‘Ik hoop dat ik dan genoeg kennis heb om mijn eigen bedrijf te beginnen.’ Hij is nog niet helemaal zeker wat deze onderneming moet inhouden, maar hij heeft een positieve houding. ‘Er zijn vast genoeg bedrijven die een zuurtegraadmeting nodig hebben of zo!’  

Voorlopig komt dat bedrijf er nog niet, eerst moet er gestudeerd worden. Schrotenboer is niet van plan om daarvoor op kamers te gaan. ‘Ik heb echt geen moment getwijfeld om uit huis te gaan’, zegt hij stellig. ‘Dan moet ik mijn kamer opruimen, netjes houden en schoonmaken.’
In voor zichzelf zorgen heeft hij ‘echt geen zin.’ Daarnaast is het ook financieel voordeliger om nog eventjes in het ouderlijk huis te wonen. Schrotenboer zit namelijk ‘op de centen’. Hij werkt sinds twee jaar als vakkenvuller bij Jumbo, maar ‘bij de supermarkt verdien je ook weer niet zóveel.’

Ondanks het karige salaris is hij tevreden. ‘Ik heb leuke collega’s en het is prima werk, mij hoor je niet klagen.’ Toch was het beginnen aan deze studie een welkome afwisseling van het werken tijdens de afgelopen zomer. Daar kwam volgens Schrotenboer ‘geen eind aan’. Met zijn middelbareschool-diploma op zak was hij dit jaar vier maanden vrij in de zomer. Door het coronavirus waren die maanden vrij eentonig. Dat past niet bij hem: ‘Ik ben iemand die dagbesteding nodig heeft’, concludeert hij. ‘Lekker werken, sporten, studeren en met mensen chillen. Anders word ik gek.’

Naast de tevredenheid over zijn baantje gaat ook het sporten in tijden van pandemie hem goed af. ‘Ik voetbal – wanneer het mag en kan – vijf à zes keer per week.’
Ondanks al die sportmomenten ziet hij minder mensen dan hij zou willen. Het voorgestelde studentenleven – ‘drinken, drinken, drinken’ – is ver verwijderd van de werkelijkheid. ‘Ik had niet bedacht alleen maar te gaan drinken hoor’, verzekert hij lachend. ‘Maar ik had me wel enorm verheugd op gezelligheid en nieuwe mensen.’

Eens per week is er voor de chemiestudenten een practicum op school, dan ziet hij zijn medestudenten. Veel ruimte voor sociale interactie bieden deze schaarse momenten niet. ‘Je ploft je boeken neer, doet wat je moet doen en bent weer weg.’ Schrotenboer wil graag meer verbinding in de klas zien, maar ziet zichzelf niet als een initiatiefnemer. ‘Als het komt, dan komt het wel.’

Lees ook: Eerstejaars Amber weet iets positiefs uit de crisis te halen.