Hoe denken studenten over docenten? Plus de vraag: wat moet er veranderen aan de HU? Een serie interviews, met in de derde aflevering: Maarten Born studeert Medische hulpverlening en zit in het tweede jaar. Hij vertelt over het tekort aan stageplekken, trainingsacteurs en zijn ervaringen met goede en slechte docenten.
Wie was je beste docent en waarom?
‘Dat is een goede vraag. Ik heb eigenlijk veel leuke docenten. Ik denk toch dat ik Corrie mijn beste docent vind, omdat zij heel breed les kan geven. Ze toont ook oprechte interesse in studenten. Daardoor is ze niet alleen docent voor mij, maar ook een persoon met wie ik een goed gesprek kan voeren. Ze is ook heel goed in het motiveren van studenten, doordat ze altijd heel optimistisch is. Als ze voor de klas staat en bezig is met het uitleggen van bijvoorbeeld lichamelijk onderzoek voor een tentamen, dan zegt ze vaak: ‘Oh jullie gaan het allemaal halen hoor! Jullie weten het al goed. Ga gewoon lekker oefenen met elkaar.’ Dat motiveert mij echt heel erg.’
Wat zou je veranderen als je de baas was van de HU?
‘Bij mijn opleiding zou ik meer investeren in praktisch onderwijs en meer case based learning, dus meer oefenen met praktijksituaties en de diepte ingaan met het vak. En ik zou meer investeren in de diversiteit van materialen en goede stageplekken, want er zijn op dit moment niet genoeg stageplekken voor alle studenten. Verder is de communicatie op mijn studie ook laat. We hebben bijvoorbeeld nog steeds niet het rooster voor het volgende blok. Dat vind ik echt frustrerend. Ik zou daar iets aan willen veranderen.
Denk aan je slechtste docent. Wat deed ie verkeerd?
‘Ik heb twee docenten die vergelijkbaar met elkaar zijn. Ze verwachten gewoon te veel van ons, bijvoorbeeld dat we ons voor de les perfect ingelezen hebben en dat we alle termen al kennen. Of dat je alles heel snel oppakt en in één keer begrijpt. Sommige leerlingen kunnen dat en andere leerlingen hebben daar meer moeite mee. Er is dan veel onbegrip vanuit de docent, als je het niet begrijpt of niet goed reageert. Ze zeggen dat je altijd alles mag zeggen wat je wilt tijdens de les, maar dan krijg je achteraf wel een sneer van: “Ja maar dat slaat nergens op.” Niet precies deze woorden, maar wel in die trant.’
Welk groot misverstand heerst bij docenten onder studenten?
‘Ik weet niet of die er zijn op mijn opleiding. De docenten weten meestal wel wat er speelt in ons leven, want we praten daar veel met ze over. We zijn bijvoorbeeld een keertje enorm brak de les in gekomen en toen zei de docent: “Oké goedemorgen! Ik zie dat we vandaag niet te veel fysieke oefeningen gaan doen.” Dat vond ik wel komisch.’
Ben je wel eens woest of verdrietig geworden in een les? Hoe kwam dat?
‘Ja, allemaal wel eens. We hebben namelijk best unieke lessen. We moeten leren omgaan met patiënten. Soms speel je zelf een patiënt of er komt een trainingsacteur langs.
Eén keer speelde een trainingsacteur dat hij een depressie had. Daar werd ik emotioneel van. Verder heb ik ook een hele gezellige klas, dus liggen we vaak met z’n allen in een deuk.’