Achtergrond

Forum: De ver-van-mijn-bed-show?

Studenten uit de medezeggenschapsraden van hogescholen klagen over de weinige belangstelling voor hun werk, blijkt uit een onderzoek van studentenorganisatie ISO. De student-bestuurders zijn ontevreden over de banden met de achterban en ook de contacten met de faculteitsraden en opleidingscommissies laten te wensen over.

Sabine van der Hoek, voorzitter studentenfractie MUST in de centrale medezeggenschapsraad (CMR):
‘Ik hoor wel klachten dat de CMR ver van de student af staat en de bekendheid onder studenten is gering. Maar ik ga zelf ook met studenten of docenten in gesprek om te weten wat er speelt. Als de CMR niet makkelijk te vinden is, dan vind ik de studenten wel. Als je uitlegt waar de raad mee bezig is, dan zijn ze er wel warm voor te krijgen. Je kunt bijvoorbeeld vertellen dat we ijveren voor beter onderwijs en advies- en instemmingsrecht hebben op veel onderwerpen.
Meestal wordt er alleen informatie gegeven tijdens de verkiezingen van de raden en dan is het meteen heel veel. Het zou goed zijn om regelmatig college te geven over wat de CMR is en doet. Maar dat kost veel tijd en geld. Dat er zo weinig studenten stemmen tijdens de verkiezingen is erg jammer. Onbekend is onbemind. Ludieke acties kunnen hier misschien helpen. Vorig jaar heeft de fractie MUST uit de CMR samen met de studenten uit de universiteitsraad folders uitgedeeld in De Uithof. Dat was op Valetijnsdag onder het motto ‘I love medezeggenschap’. Daar kregen we veel positieve reacties op en ook meldden zich mensen aan om actief te worden.
Dat het contact met de faculteitsraden en opleidingscommissies slecht is, zoals in het ISO-onderzoek staat, geldt niet voor de HU. Ik krijg vaak mailtjes van actieve studenten die iets willen weten. Als fractie MUST in de CMR hebben we regelmatig overleg met de MUST-leden in die raden en commissies. Daarnaast worden we ondersteund door de vereniging MUST. Die organiseert elk jaar een weekend waarbij trainingen worden gegeven. En om de zes weken zijn er borrels waar je elkaar leert kennen en zaken bespreek zoals de begroting en de stand van zaken bij lectoren.’

Irene van Rossum, derdejaars pabo en voorzitter van de Gemeenschappelijke Opleidingscommissie (GOC) van het Instituut Theo Thijssen:
‘Ik kan bevestigen dat ik geen of nauwelijks contact heb met de studenten uit de CMR. Wij praten vooral over de inhoud van het onderwijs en de CMR bespreekt zaken die hogeschoolbreed leven. Op dit moment zijn we wel bezig contact te leggen en te onderhouden met de faculteitsraad. In de nieuwbouw van de faculteit Educatie hebben we een medezeggenschaplokaal waar we elkaar hopelijk regelmatig tegen het lijf lopen. Ons streven is geregeld overleg te hebben met studenten uit de faculteitsraad. Het contact is gemakkelijker: we zitten in hetzelfde gebouw, lopen tegen gezamenlijke problemen aan en hebben het over dezelfde faculteit. Wie weet dat een logische stap daarna contact met de CMR zou kunnen zijn?
Het zou goed zijn om meer overleg met studenten van de CMR te hebben en te inventariseren tegen welke gezamenlijke problemen we aanlopen. Ik sta daar zeker voor open en wil graag vertellen waar wij mee bezig zijn. Ik weet niet precies wat de CMR op het moment doet, maar dat zou ik wel willen weten. Zij zouden dit beter kunnen communiceren, maar anderzijds moeten wij als commissieleden dit ook beter uitzoeken. Het moet van twee kanten komen.’

Bas de Jong, tweedejaars student international business and management studies aan de faculteit Economie en Management:
‘Ik ben tevreden met mijn opleiding en met de hogeschool. Er hoeft wat mij betreft niets te veranderen. Ik heb ook niet gestemd bij de afgelopen CMR-verkiezingen. Ik wist wel dat het kon, maar voel me niet betrokken bij de CMR of andere medezeggenschapsraden binnen de hogeschool. Studenten in mijn omgeving hoor ik er ook nooit over.
Volgens mij heeft het gebrek aan contact met studenten te maken met de informatievoorziening vanuit de CMR. Mij bereikt de CMR nu in ieder geval niet. Als je wilt dat mensen interesse tonen, moet je ze laten weten wat je doet en waar je voor staat. Dat hoeft natuurlijk niet aan iedereen persoonlijk. Af en toe een nieuwsbericht op Sharepoint zou al helpen. Als er een vergadering is geweest bijvoorbeeld, om studenten te laten weten wat daar besproken is. Of via een mailinglist.
Ik denk wel dat het bestaan van medezeggenschapsraden belangrijk is, al zou ik niet weten hoeveel invloed ze hebben op het centrale betuur. Daarvoor hoor ik er te weinig over. Dat de CMR deels bestaat uit studenten is ook erg goed. Zij weten immers het best wat er onder studenten leeft. Ik zou mijzelf nooit verkiesbaar stellen voor een medezeggenschapsraad. Ik heb er geen tijd voor. Maar ook als ik dat wel had… Overigens zou ik misschien wel gaan stemmen als ik beter wist waar de CMR mee bezig is.’