Hogeschool zoekt jonge, alleswetende, knappe, enthousiaste, collegiale, charismatische docent mét vijftig jaar ervaring in lesgeven én de praktijk.
Maar hoe vindt de hogeschool deze speld in een hooiberg?
We spreken vandaag met docent Joost Koevoets (29). Hij mag zich ontfermen over die schone taak, samen met zijn vijf collega’s in de speciale ‘docentenzoektaskforce’. Zijn opleiding telt nu 35 docenten, maar het moeten er 45 worden. We spreken hem over het (lastige) werven, de perfecte docent, de voor- en nadelen van het vak èn imago.
Koevoets studeerde ooit af aan de HU. Inmiddels bereidt hij lessen voor met docenten waarbij hij ooit als jochie in de klas zat. Met zijn diploma op zak, ging hij eerst vier jaar aan de slag bij een detacheringsbureau. Daar leerde hij vooral wat hij niet wilde: dat het de rest van zijn leven puur om de knaken zou gaan. De combinatie van “verkeerde baan, stevig uitgaansleven en verbouwing” leverde hem een burn-out op. En uiteindelijk een bezoek aan het klooster.
Na een gesprek met een monnik toog hij naar Australië en zat een week later, door toedoen van een kapotte jeep, in een jacuzzi met één van de meest succesvolle businesscoaches van het continent. ‘Maar de rest van de reis, in mijn eentje, bracht me vooral zelfinzicht. Ik was te veel bezig geweest met uiterlijke schijn, te weinig met mijn familie en met wat ik belangrijk vond in het leven.’
Na nog wat omwentelingen belandde Koevoets, door een tip op LinkedIn, als docent aan de HU. En het vak is hem op het lijf geschreven.
Wat vind je er plezierig aan?
‘De afwisseling. Elke tien weken verandert het rooster en elke dag is anders. Ik ben dol op het improviseren in de les, merken hoe studenten op me reageren en daarop inspelen. Het heeft ook iets van toneel. We bereiden het achter de schermen voor en ontdekken in de klas hoe het uitpakt. Maar vooral: mensen zien groeien. Dat geeft de grootste voldoening.’
Anderen zullen zeggen: ‘voor een laag salaris iedere dag in zo’n schoolgebouw, niks voor mij’?
‘Dat geldt niet voor een hbo-docent. Ten eerste is het salaris prima en zit je algauw op twee keer modaal (modaal is ongeveer 1600 netto, red.). Ten tweede kom je volop in contact met bedrijven, waar studenten stagelopen. Zo zat ik aan tafel met QBTEC, Aethon en Damen Shipyards. Ik begon mijn jaar nota bene in het stadion van FC Utrecht. En je moet niet vergeten dat je elf weken vakantie hebt. Is dat saai? Ik fiets deze zomer naar Italië.’
Op basis van welke kennis ben jij aangenomen?
‘Ik heb vier jaar lang een bedrijf van binnen gezien en met alle soorten werknemers leren omgaan, van tekenaar tot directeur. Door mijn ervaringen heb ik leren luisteren en weet hoe ik mensen verder help. De zogenaamde soft skills zijn belangrijk en worden dat steeds meer. We willen de docent als coach, in plaats van de alleswetende verteller. Ik kan studenten prima begeleiden in de vakken statistiek, logistiek en in het doen van basaal onderzoek.’
Jullie taskforce moet mensen werven. Wat is daar het moeilijkst aan?
‘Goede docenten lopen overal rond. Maar voor sommige mensen, die zoekende zijn, is het onderwijs geen optie. Ze denken er simpelweg niet aan. Hoe vind je dan het knopje? Dat is het lastigst, die mensen vinden. We proberen het, door te bloggen, vacatures te delen op sociaal media en de publiciteit te zoeken.
Soms is het lastig. De HU kent een zekere stroperigheid. We hadden een gave sociale mediacampagne bedacht met de leus “Wedden dat jij dit bent?!” Maar we mochten hem niet uitvoeren omdat het niet paste bij de rest van de wervingscampagne van de HU.
We zijn kritisch, want we nemen maar tien procent van de kandidaten aan. Technische Bedrijfskunde is al vier jaar lang een ‘Topopleiding’ in de HBO Keuzegids, dus we gaan voor goud. We hebben eerst een gesprek en daarna moeten de kandidaten een proefcollege houden voor vijf studenten en vijf docenten.’
Wat wil jij zien?
‘Ik wil dat iemand zichzelf laat zien, iets van zijn privé. Ook in het gesprek moet iemand kunnen uitleggen waarom hij kiest voor dit vak. Maar goed, mijn collegae gaan misschien meer voor inhoud. Tijdens het proefcollege wil je ook merken dat iemand kan improviseren en interactie heeft met zijn publiek.’
En als iemand van 65 solliciteert?
‘Leeftijd is geen punt bij ons. Arthur is zeventig, een superdocent die niet wil ophouden.
Die bevlogenheid is ook een gevaar. Want het kan altijd beter, je bent nooit klaar. Maar ikzelf heb daar geen last van. Ik ben gestructureerd en kan anticiperen. Ik heb geleerd niet te lang na te denken over mijn e-mails en blokken van stilte in mijn agenda te zetten.’
Is het imago nog een probleem? Onderwijs is saai?
‘Nee zeg, integendeel. Ik krijg alleen maar positieve reacties van mensen die het eigenlijk ook zouden willen. Nee echt, dat probleem ken ik totaal niet! Als ik op een feestje kom, vertel ik het graag. Ik ben er apetrots op.’
Ook interessant: Video: Willen studenten later kinderen?