Over iedere opleiding bestaan vooroordelen. Welke zijn dat? Deze week de opleiding Leraar Wiskunde. Op Instagram vroegen we jullie: waar denk jij aan bij deze opleiding? De antwoorden: ‘Die kunnen goed hoofdrekenen’, ‘Lievelingetje van de wiskundedocent’, ‘Introverte mensen’, ‘Analytisch’, ‘Veel geduld’, ‘Werken veel zelfstandig’, ‘Hebben alleen maar schriften met vakjes en doen niets anders dan rekenen’, en ‘Spelletjes- en raadsel-liefhebbers’.
Derdejaars student Madelief Siebelhoff (21) reageert.
Kun je goed hoofdrekenen?
‘Ja, het gaat bij mij sneller dan bij andere studenten die geen Leraar Wiskunde studeren. Ik vind het bijzonder om te merken dat sommige studenten om me heen moeite hebben met bijvoorbeeld de tafels. Het is handig om goed te kunnen hoofdrekenen als je voor de klas staat, maar de rekenmachine pak ik er nog steeds bij om dingen te controleren.’
Was je vroeger het lievelingetje van de wiskundedocent?
‘Ja! Ik had een keer mijn huiswerk niet gemaakt, maar de docent gaf mij geen aantekening. Terwijl hij andere klasgenoten die net iets meer hadden gemaakt wel een aantekening gaf.’
Ben je introvert?
‘Veel studenten hebben het vooroordeel dat wiskundedocenten introvert zijn, maar ik ben zelf een heel uitgesproken en sociaal persoon. Mensen verwachten vaak niet dat ik Leraar Wiskunde studeer. Sociaal en uitgesproken matcht blijkbaar niet met de opleiding, maar ze vertellen eigenlijk nooit waarom ze het niet vinden passen. Een deel van de studenten is introvert. Ik merk dat er in het eerste jaar veel extreem introverte mensen afvallen. Als docent moet je een sociaal persoon zijn, dus als je erg introvert bent, dan sta je niet zo lekker voor de klas.’
Ben je analytisch?
‘Tot op een bepaalde hoogte. Het is een eigenschap die je veel terugziet in de opleiding. We hebben meerdere vakken die analytisch gebaseerd zijn en we hebben zelfs drie vakken op de opleiding die Analyse heten. Bij die vakken ben je bezig met statistiek, regelmaat herkennen en op die manier een analyse kunnen maken over een trend die gaat komen en hoe die er verder uit gaat zien. Daar moet je analytisch voor kunnen zijn en kunnen denken.’
Heb je geduld nodig voor deze opleiding?
‘Honderd procent. Ik zie bij wiskunde regelmatig dat leerlingen het gewoon niet zien en begrijpen. Je moet echt geduldig kunnen zijn en kunnen zeggen ‘‘probeer het nog een keer’’ of ‘‘probeer het op een andere manier’’. Onze docenten moeten ook geduld hebben met ons, want niet alle medestudenten zijn wiskundige genieën, ik ook niet. Die hebben soms meer tijd nodig om de stof te kunnen begrijpen. We leren het geduldig zijn gaandeweg van onze docenten. Ik zeg graag dat ik zelf ook geduldig ben.’
Werk je veel zelfstandig op de opleiding?
‘Een derde van onze opleiding gaat over de wiskundige vakken en die doe je zelfstandig. De rest van de vakken gaan over het docentschap en dat gaat vaak in samenwerking met klasgenoten, omdat het belangrijk is om daarin van elkaar te leren. Voor twee derde van de opleiding werken we samen, dus dat zelfstandige valt wel mee.’
Heb je alleen maar schriften met vakjes?
‘Nee, ik heb ook gewoon schriften met lijntjes. Ik hoor vaak dat mensen denken dat ik alleen maar aan het rekenen ben, over wiskundige onderwerpen leer en analyseer. Ze denken dat de opleiding alleen maar gaat over het vak zelf, een soort uitbreiding van het vak wiskunde op de middelbare school. Het is meer dan dat. De opleiding draait om docentschap, de ontwikkeling van je toekomstige leerlingen en hoe je ervoor zorgt dat leerlingen je respecteren. 75 procent van de opleiding gaat over hoe je voor de klas staat.’
Houd je van spelletjes en raadsels?
‘Ik en mijn vrienden van de opleiding zijn allemaal fan van spelletjes. Tijdens de lessen spelen we af en toe ook. Met onze mentor hebben we laatst een soort Wie ben Ik gedaan en 30 Seconds. Ik heb ook wel eens Jenga gespeeld of een potje kaarten. Er is altijd wel iemand die kaarten in z’n tas heeft. Tijdens de lessen spelletjes doen, is heel uitzonderlijk, maar het gebeurt wel eens als we daar tijd voor hebben.’
Waarom heb je gekozen voor deze opleiding?
‘Ik heb eerst vmbo gedaan en daar was ik heel goed in wiskunde. Ik wilde toen al docent wiskunde worden. Daarom stroomde ik door naar de havo. Dat heb ik onderschat, want op de havo vond ik wiskunde veel moeilijker. Het was ook niet meer mijn favoriete vak. Het is me toch allemaal gelukt en ik heb me aan mijn planning gehouden.’
Wat ga je doen na opleiding?
‘Ik ga sowieso niet meer studeren. Ik ben al lang genoeg bezig, dus ik ga eerst lekker aan de slag, misschien wat reizen. Daarna zien we verder. Ik kan altijd nog een opleiding gaan doen, maar ik ga eerst lekker voor de klas staan. Door mijn stage geef ik al 2,5 jaar zelfstandig les en dat bevalt me goed!’
Ook interessant: Alle afleveringen van deze serie op een rij