Eerstejaars kunnen beter door andere studenten worden begeleid dan door docenten. Dat is een van de opvattingen die wordt besproken tijdens een congres over studiebegeleiding. ‘Derdejaars kennen de haken en ogen van de studie beter dan docenten.’
Studiebegeleiding en studieloopbaanbegeleiding (SLB) staan binnen in het onderwijs hoog op de agenda. Rapporten van onder meer de Onderwijsinspectie en de Onderwijsraad hameren op het belang van goede studievaardigheden, een juiste oriëntatie op de studie en sterke binding met de opleiding. Dit komt het studiesucces en rendement ten goede. Ook de afschaffing van het bindend studieadvies in het tweede jaar, waartoe de hogeschool onlangs besloot, maakt de begeleiding weer actueel.
Vandaar dat de centrale medezeggenschapsraad (CMR), de afdeling onderwijs en onderzoek en decanen het SOS-project (Save Our Students) startten. Op donderdag 22 mei organiseert het projectteam een congres over dit thema. Het blijkt, dat de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt nogal verschilt per faculteit en zelfs per opleiding.
Studiebegeleiding aan studenten kan het best verzorgd worden door ouderejaarsstudenten. Dat is de opvatting van derdejaars werktuigbouwkunde Kristian Spek en voorzitter van de opleidingscommissie van het Institute for Engineering and Design. Spek bedacht dit concept en daarmee won hij de eerste prijs van een door de HU uitgeschreven battle voor het beste systeem van studiebegeleiding.
‘Eerstejaars moeten allerhande zaken leren, zoals omgaan met Sharepoint en Osiris. Dat kost veel tijd. Ouderejaars weten waar je als student tegenaan loopt en zij zijn goed thuis in de leefwereld van de beginnende student. Daarbij praten studenten liever met andere studenten dan met docenten. Het is belangrijk dat zij dit soort zaken snel onder de knie hebben, want dan kunnen zij zich richten op de studie zelf’, zegt Spek,.
Studieloopbaanbegeleiding is een verplicht onderdeel van de studie, weet Joyce van Keulen, vierdejaars student fysiotherapie en medeorganisator van het SOS-congres. ‘Maar de manier waarop die begeleiding wordt ingevuld verschilt per opleiding en zelfs per studieloopbaanbegeleider. SLB’ers geven er een eigen draai aan. Sommigen leggen veel nadruk op het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en laten studenten allemaal verslagen inleveren. Anderen laten studenten meer hun gang gaan. Bij de opleiding fysiotherapie bijvoorbeeld hoefde ik nauwelijks verslagen in te leveren. Verschillen houd je, maar er zou een verbeterslag plaats moeten vinden omdat het nu erg uiteenloopt.’
Doorgeschoten
Bij fysiotherapie gaat dat in ieder geval niet meer op. Nadat studenten jarenlang weinig verslagen in hoefden te leveren, moeten eerste- en tweedejaars tegenwoordig een digitaal portfolio bijhouden waarin ze verslag doen over leerstijlen en motivatietesten en ook reflecteren over hun studievoortgang ‘Maar’, zegt Ine van Geel, SLB’er bij fysiotherapie en een van de sprekers op het SOS-congres. ’die schriftelijke begeleiding is te ver doorgeschoten. Je moet je afvragen of dat zinvol is. Als het goed loopt is het niet zo nuttig om na iedere toets zo’n reflectieformulier in te vullen.’
Want de SLB’ers moeten al die papieren lezen en becommentariëren en dat kost veel tijd. Daarom is Van Geel voorstander van meer persoonlijke gesprekken voeren. ‘Dan kun je beter doorvragen en kom je meer te weten. Studenten zijn door de vele reflecties niet meer in staat om kritisch naar zichzelf te kijken en schrijven dat het goed gaat. In een persoonlijk gesprek kom je er dan achter dat ze stress hebben, dat ze niet lekker in hun vel zitten of dat het in het studentenhuis niet goed gaat.’
Ook van Geel is van mening, dat de gesprekken door ervaren studenten gevoerd kunnen worden. Maar ze plaatst een kanttekening.’Als de ouderejaars constateren dat een eerstejaars problemen heeft, moeten ze bij een SLB’er aan de bel trekken. Want dan vergt het een meer professionele begeleiding.’
Als lid van het propedeuseteam van fysiotherapie heeft zij voorgesteld om derdejaars groepen eerstejaars te laten begeleiden. ‘Maar dat is niet doorgegaan omdat we tegen organisatorische problemen aanliepen, zoals trainingen die aan de mentoren gegeven moesten worden en roostertechnische zaken.’
Daarom heeft zij zelf het initiatief genomen om derdejaars in te schakelen om studenten die onvoldoendes hebben gehaald tijdens de eerste twee blokken op te vangen. ‘Zij voeren met hen gesprekken over hoe je moet studeren en wat belangrijk is en wat niet. Die derdejaars kennen de haken en ogen van de studie beter dan ik. Dat werkt prim.’
Congres studiebegeleiding: donderdag 22 mei van 13.00 tot 17.00 uur in de faculteit Economie en Management (FEM)
Verplichte cursussen
De vrijdagmiddag zou ingeruimd moeten worden om eerstejaars verplicht een aantal basiscursussen te laten volgen op het gebied van ict (Sharepoint, Osiris), faciliteiten (kopiëren), de mediatheek en studievaardigheden. Dat voorstel staat in de discussie paper voor het congres over studiebegeleiding.
Als stok achter de deur kunnen deze cursussen een onderdeel van het curriculum zijn waarvoor studiepunten worden toegekend. Een andere mogelijkheid is dat het volgen van de cursussen een voorwaarde is voor studenten om zich in te mogen schrijven voor tentamens. Een derde optie is dat de begeleiding onderdeel uitmaakt van een vak dat alleen met een voldoende kan worden afgesloten als de cursussen zijn afgerond.
Joyce van Keulen, medeorganisator van het congres, erkent dat verplichte basiscursussen elementaire zaken behelsen. Maar een uitgebreide studiebegeleiding verplicht stellen, is niet wenselijk. Van Keulen: ‘De een heeft veel begeleiding nodig en anderen weer minder. Ikzelf heb vwo gedaan en daarna een hbo-opleiding en die sluiten goed op elkaar aan. Ik kan me voorstellen dat degenen die via het vmbo en het mbo in het hbo terecht komen, meer begeleiding nodig hebben. Bijvoorbeeld over de manier van studeren.’