Zo’n 150 gegadigden hebben zich aangemeld voor de academische pabo, die in september van start gaan. Er is plaats voor vijftig studenten.
Om toegelaten te worden tot de academische lerarenopleiding primair onderwijs (ALPO) moeten kandidaten over een vwo-diploma beschikken of de propedeuse van een hbo- of universitaire studie hebben gehaald. Aan de hand van een motivatiebrief, cijferlijst en aanbeveling van decaan of leraar wordt een eerste selectie gemaakt. Momenteel vinden met honderd kandidaten gesprekken plaats.
De academische pabo is een samenwerking tussen de Utrechtse hogeschool en universiteit. Afgestudeerden krijgen zowel een diploma onderwijskunde als lesbevoegdheid voor het basisonderwijs. Het onderwijs wordt gegeven door docenten van de hogeschool en universiteit. Met het initiatief willen de instellingen dat er meer vwo’ers lesgeven op de basisschool.
De accrediteringsorganisatie NVAO is tevreden over de opzet van de nieuwe opleiding en geeft een positief advies. Hoewel alleen de propedeuse in de steigers staat heeft de organisatie er vertrouwen in dat de latere jaren goed uitgevoerd worden. Ook is het gerechtvaardigd dat afgestudeerden zowel een pabo-diploma als universitaire graad krijgen. ‘De NVAO stelde dat we een voorbeeldfunctie vervullen voor de bestaande pabo’s en soortgelijke initiatieven als de academische pabo die in het land ontstaan’, zegt coördinator Rachel Streefland. De ALPO krijgt navolging in Groningen, Twente en Arnhem/Nijmegen.