Hogescholen en universiteiten moeten de deuren voor het fysieke onderwijs weer sluiten. Wel kunnen praktijkonderwijs en de tentamens doorgaan binnen de gebouwen. Mogelijk kan het onderwijs op maandag 10 januari weer fysiek plaatsvinden.
Dat maakte minister-president Rutte zaterdagavond bekend tijdens een ingelaste persconferentie. Daarop meldde hij dat vanaf zondag 19 december tot en met 14 januari een harde lockdown voor Nederland geldt. De meeste winkels gaan dicht, met uitzondering van essentiële winkels zoals de supermarkten.
Het onderwijs van groep 1 van de basisschool tot en met de universiteiten moet de deuren sluiten. Uitzonderingen gelden voor praktijkonderwijs en tentamens: die kunnen op de hogescholen en universiteiten doorgaan. Daarnaast mag ook onderzoek in laboratoria doorgaan. Ook moeten instellingen zorgen voor de opvang van kwetsbare studenten.
Op 3 januari maakt het kabinet bekend of het hoger onderwijs en ander onderwijs op maandag 10 januari weer open kan. De scholen moeten wel voorbereidingen treffen om dan eventueel over te schakelen op online onderwijs.
Nieuwsbrief
Met deze aangescherpte maatregelen volgt het kabinet de adviezen van het Outbreak Management Team (OMT). Hoewel het aantal besmettingen en de opnames in ziekenhuizen de afgelopen week daalden, vrezen deskundigen dat de nieuwe omikron-variant oprukt en zonder extra maatregelen in korte tijd dominant zal zijn.
De sluiting van de hogeschool komt in een periode waarin veel studenten midden in het B-blok zitten. Komende week zou nog volop fysiek onderwijs plaatsvinden. Binnen de nieuwe lockdownregels geldt, zo meldt de Rijksoverheid-site: als het mogelijk is, zal er afstandsonderwijs worden gegeven.
De periode van 27 december tot en met zondag 9 januari zijn volgens het HU-rooster onderwijsvrij, waarbij de eerste week de hogeschool normaliter al gesloten zou zijn. Op maandag 10 januari zou het onderwijs weer van start moeten gaan. De HU stuurt zo snel mogelijk een nieuwsbrief over de gevolgen van de maatregel, zegt een HU-woordvoerder.
Van korte duur
Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, heeft begrip voor de aangekondigde maatregelen. Maar hij denkt dat dit hard aankomt bij de studenten, docenten en medewerkers. ‘We hebben de afgelopen tijd steeds het belang van fysiek onderwijs voorop gesteld omdat we weten hoe belangrijk dat is voor de mentale gezondheid van onze studenten’, zegt hij in een verklaring.
Limmen: ‘We hopen daarom van harte dat deze situatie van korte duur is. Belangrijk voor hbo-studenten is dat de tentamens, toetsing en praktijkonderwijs op locatie gelukkig wel doorgaan. Het is verder goed dat ook voor kwetsbare studenten een uitzondering wordt gemaakt en dat zij ook naar de hogeschool mogen blijven komen.”
‘Bittere pil’
De landelijke studentenorganisatie ISO schrijft in een verklaring dat de sluiting van het onderwijs ‘een bittere pil’ is voor studenten. Voorzitter Lisanne de Roos vreest dat de plotselinge sluiting instellingen dwingt om weer met online onderwijs te beginnen. Die omschakeling kan ertoe leiden dat het onderwijs van komende week komt te vervallen.
De Roos: ‘Dankzij de uitzonderingen wordt er enigszins rekening gehouden met de studenten die nu tegen de meest dringende problemen aanlopen. Maar voor veruit de meeste studenten geldt dat het van het grootste belang is dat instellingen na de kerstvakantie hun deuren weer kunnen openen. Een voortzetting van de sluiting na 10 januari zou een regelrecht rampscenario zijn.’