Achtergrond

A2

Wie? Michiel
Kool (22)

Studie? Vierdejaars
bouwtechnische bedrijfskunde

Waar? Rijkswaterstaat

Uren? 40
uur per week

Stagevergoeding? 330
euro per maand


‘In het derde jaar moeten
we op een zogenaamde ‘snuffelstage’. Het is dan de bedoeling om een paar
maanden in de praktijk mee te lopen. Heel interessant, maar ik wilde graag iets
onderzoeken. Dat kwam omdat ik voor mijn stageperiode mijn premaster bij de TU
Twente heb gedaan. Ik zat als het ware nog in een onderzoeksmodus. Bovendien
leek het me een goede oefening voor mijn afstudeerscriptie. Deze stage heb ik
dus helemaal zelf ontwikkeld en vormgegeven.

Via lector Frens Pries
kwam ik terecht bij Rijkswaterstaat. Een plek waar voor veel van mijn medestudenten
hun neus ophalen. Het heeft namelijk, ten onrechte, een geitenwollensokken
imago. Des te interessanter was het wat mij betreft om daar rond te lopen. Ik
heb onderzoek gedaan naar de contracten die worden afgesloten met alle partijen
rond de verbreding van de A2. Wat kan er veranderd worden, waar loopt de
organisatie tegenaan en wat kan er efficiënter? Hiervoor heb ik werkelijk alle
afdelingen van de
projectorganisatie
bestudeerd. Ik heb, als het ware, als
een soort helikoptertje boven de organisatie rondgecirkeld. In de praktijk komt
het erop neer dat ik vooral veel mensen heb geïnterviewd, enorme naslagwerken
heb moeten doorspitten en talloze besprekingen heb bijgewoond. De conclusie?
Tja, die is niet een, twee, drie samen te vatten. Het heeft voor
Rijkswaterstaat op dit moment inzicht gegeven in de verschillende contracten.
Op dit moment ja, want eerlijk gezegd is het een onderzoek zonder einde
gebleken. Naar mate het proces vorderde, realiseerde ik dat het advies een
momentopname was. Het zou eigenlijk een doorlopend onderzoek moeten zijn. Voor
mij persoonlijk, ben ik tot de conclusie gekomen dat ik eigenlijk geen
onderzoeker ben. Ik raakte soms verstrikt in mijn eigen probleemstelling. Daarom
ben ik blij dat ik inmiddels een baan aangeboden heb gekregen als junior
projectmanager. Dat ligt me beter.’