De HU heeft een ‘handreiking’ gemaakt voor docenten over het nieuwe fenomeen ChatGPT. De tekstrobot zou plagiaat onder studenten uitlokken, zo is de vrees. Maar je kunt het ook zien als een hulpmiddel, zoals een rekenmachine of Google Search.
Een student van de opleiding Journalistiek leverde in december een werkstuk in voor het vak Ondernemerschap en Innovatie waarbij gebruik was gemaakt van ChatGPT. Het vormde een onderdeel van de opdracht om een innovatieve mediastart-up te verzinnen. De student liet aan Journalistiek-docent Bert Kok al in de les weten dat hij ChatGPT wilde gebruiken. Dat mocht.
Kok denkt niet dat veel studenten nu al gebruikmaken van de tool. ‘Volgens mij valt het mee’, zegt hij. ‘Ik moet zelf laten zien hoe ze het kunnen gebruiken want ze vinden het best moeilijk. Ze weten niet hoe ze hun vragen moeten formuleren. Een slechte vraag leidt tot een slecht antwoord. Hoe beter de prompt, zoals zo’n vraag aan ChatGPT wordt genoemd, hoe beter het antwoord. Dus studenten moeten zich wel in ChatGPT verdiepen.’
Trajectum eerder deze week over ChatGPT
- In een poll op Instagram vroegen we of studenten ChatGPT gebruiken voor de studie. Van de bijna honderd reacties antwoordde 25 procent met ‘ja’ en 75 procent met ‘nee’.
- ‘Waarom maak ik mijn huiswerk eigenlijk nog zelf?’ vraagt een student zich af in de Trajectum-voxpop.
- ChatGPT maakt over enkele jaren foutloos toetsen op hbo-niveau, stelt de ‘blockchain lead’ van de HU, Bernhard van der Biessen
- ‘Docenten zullen zich moeten aanpassen aan ChatGPT’, stellen een HU-docent en informatiemedewerker in een ingezonden artikel.
Tentamens met pen en papier
De komst van de tekstrobot – vorig jaar november gelanceerd – leidde er in Australië toe dat acht universiteiten hun studenten weer tentamens laten maken met pen en papier in plaats van met de computer. Op die manier willen ze fraude tegengaan. Dichterbij huis wil de Universiteit Utrecht hiervoor de plagiaatregels aanscherpen. Studenten zijn dan verplicht om expliciet te vermelden dat delen van werkstukken zijn geproduceerd door chatbots zoals ChatGPT.
‘ChatGPT roept bij toetsen op de korte termijn de nodige zorgen op’
Dergelijke maatregelen zijn bij de HU nog niet genomen. Maar medewerkers van de diensten Informatiemanagement & ICT en Onderwijs, Onderzoek & Studentzaken hebben al wel een ‘handreiking’ geschreven voor docenten en examencommissies, onder het motto ‘ChatGPT: een vloek of zegen?’ De notitie gaat bijvoorbeeld in op de vraag hoe docenten en anderen omgaan met de tool in het onderwijs. Binnenkort komt er ook informatie voor studenten over het gebruik van ChatGPT voor hun opleiding.
De schrijvers zien het ontstaan van ChatGPT als een ontwikkeling die niet tegen te houden is. Ze beschouwen het als ‘modern hulpmiddel’, vergelijkbaar met de rekenmachine of Google Search. Ook ethiek komt hierbij kijken: is er bijvoorbeeld sprake van ‘algorithmic bias’? Door de inzet van algoritmes bestaat het gevaar van foutieve antwoorden of vooringenomen beslissingen (bijvoorbeeld racisme).
Plagiaatscanners werken niet
De auteurs realiseren zich dat de inzet van ChatGPT bij toetsen ‘op de korte termijn de nodige zorgen oproept’. Zij willen die nuanceren door aan te geven dat studenten altijd al hulpmiddelen gebruikten bij het schrijven van werkstukken en dergelijke. Ook familieleden met een bepaalde deskundigheid worden al van oudsher ingeschakeld om studenten te helpen, betogen zij. ‘Door ChatGPT komt dergelijke hulp voor iedereen binnen handbereik.’
Voor de langere termijn steunen de gebeurtenissen op het gebied van artificiële intelligentie in het onderwijs het toetsbeleid van de HU. Ze dragen volgens de auteurs bij aan het programmatisch toetsen, dat bij steeds meer opleidingen plaatsvindt. Dat wil zeggen: ‘meer aandacht voor de gehele ontwikkeling van de student op basis van een rijke mix aan feedback- en toetsmomenten en meer focus op toetsen om te leren in plaats van toetsen van het leren.’
Omdat plagiaatscanners niet werken bij teksten van ChatGPT geeft de handreiking enkele suggesties aan docenten voor hoe ze ingeleverde toetsen en werkstukken van studenten kunnen bekijken. Zo is het raadzaam om de opdrachten zelf in te laten vullen door de chatrobot. De uitkomsten hiervan kunnen naast de teksten van studenten gelegd worden. Als ze teveel op elkaar lijken, is het foute boel. Ook zou het argwaan moeten wekken als de teksten zeer algemeen geformuleerd zijn, geen taalfouten bevatten en als er geen bronnen genoemd worden.
Studenten trainen in kritisch denken
Docenten doen er bovendien goed aan om in toetsen te vragen naar recente gebeurtenissen. ChatGPT heeft namelijk informatie tot en met 2021. De handreiking raadt docenten in het algemeen aan de tool te omarmen en het gebruik ervan te stimuleren. Hun studenten kunnen bijvoorbeeld automatisch gegenereerde antwoorden als basis nemen voor verder onderzoek.
Kortom, ChatGPT is niet per se een bedreiging binnen het onderwijs. ‘Het gebruik van ChatGPT kan bijvoorbeeld waardevol zijn om studenten te trainen in kritisch denken. Je zou studenten teksten kunnen laten genereren, samen analyseren en in gesprek met elkaar op waarde leren schatten’, staat in de handreiking.
‘ChatGPT kan een aanwinst zijn voor het onderwijs.’
Journalistiek-docent Bert Kok was blij toen hij de handreiking onder ogen kreeg. ‘Ik vond de toon goed; niet defensief’, vertelt hij. ‘Je moet ChatGPT inderdaad zien als een hulpmiddel. Ik vergelijk het wel eens met een schroefboormachine. Waarom zou je met de hand schroeven in planken draaien als er ook een machientje voor bestaat?’
Aanwinst voor het onderwijs
Hij vervolgt: ‘We moeten er wel kritisch naar blijven kijken: het is bij lange na niet perfect en heeft mogelijk ook negatieve kanten. Als je ChatGPT bijvoorbeeld een hele algemene vraag stelt, heeft hij de neiging om er flink op los te fantaseren.’
ChatGPT kan ook een hulpmiddel zijn bij onderwijsopdrachten, vindt ook Kok. De studenten Journalistiek moesten voor hun start-up een marketingplan schrijven. Dan kan je een prompt invoeren waarna de tool enkele ideeën levert. ‘Sommige ideeën hadden de studenten zelf al bedacht maar er zaten ook enkele suggesties tussen waar ze nog niet op zijn gekomen.’
Hoewel de deelopdracht van de student goed was ingevuld met behulp van ChatGPT, kreeg hij uiteindelijk toch een onvoldoende, vertelt Kok. ‘Juist omdat hij te veel leunde op ChatGPT en de antwoorden ervan niet controleerde of verbeterde. Wat hem uiteindelijk echt opbrak, was het ontbreken van bronnen.’