Binnen de HU lopen er 75 docenten rond die officieel examens mogen afnemen, maar niet over de verplichte papieren beschikken. Het is niet bekend wie dat zijn of bij welke instituten ze doceren. Verder beschikt een flinke meerderheid van de docenten inmiddels over de zogenaamde basiskwalificatie examinering (BKE).
Dat blijkt uit de cijfers die het college van bestuur naar de Hogeschoolraad (HSR) heeft gestuurd en die woensdag tijdens een gezamenlijke vergadering zijn besproken. De HSR vroeg in december om de cijfers omdat er signalen waren dat veel docenten op 1 januari 2023 niet over een BKE-certificaat zouden beschikken. De peildatum van de cijfers is 1 februari.
De examencommissies van de instituten kiezen jaarlijks welke docenten examinator zijn voor de vakken die zij geven. Zij zijn gerechtigd om examens en toetsen af te nemen en de resultaten in Osiris in te vullen. Degenen zonder BKE-certificaat (of vrijstelling ervan) mogen dit officieel niet. Omdat de verplichting van zo’n ‘diploma’ in 1 januari 2023 inging vreesde de HSR dat collega’s van docenten zonder certificaat de examinering op zich moeten nemen. Dat zou kunnen leiden tot hogere werkdruk.
Uit de cijfers blijkt dat de hogeschool bijna 2600 docenten telt. Ruim 300 daarvan is niet aangewezen als examinator. Een deel van deze groep bestaat uit docenten die kortgeleden zijn aangenomen en nog niet in staat is geweest om de basiskwalificatie examinering te halen. Andere docenten zijn niet betrokken bij het geven van toetsen. Ook is het mogelijk dat docenten geen lesgeven maar full time onderzoek doen of andere werkzaamheden hebben.
Verbazing
Van de 2273 aangewezen examinatoren hebben bijna 2200 docenten een BKE-certificaat of een vrijstelling hiervoor, bijvoorbeeld vanwege eerder behaalde onderwijsdiploma’s. Het college schrijft in de notitie dat er ‘aanzienlijke vooruitgang’ is geboekt wat betreft de certificering. ‘Een andere constatering is dat nog niet iedere aangewezen examinator een BKE heeft.’ Binnen de hogeschool lopen er dus 75 ‘spookexaminatoren’ rond.
Deze constatering leidde tot enige verbazing in de HSR. ‘Er kunnen docenten tussen zitten die studiepunten toekennen terwijl ze dit niet mogen’, opperde Rinne Post van studentenfractie Vlijmscherp. Daarnaast miste sommige raadsleden een uitsplitsing van de cijfers over de instituten. Maar het is niet de bedoeling dat die in de HSR aan bod komen, stelde collegevoorzitter Jan Bogerd. Die moeten met de directeuren in de instituutsraden besproken worden.
Boos op collega’s
Ook werd er gewezen op een mogelijke verhoging van de werkdruk bij opleidingen en instituten waar relatief veel ‘spookexaminatoren’ zijn. Want de examinatoren moeten hun tentamens overnemen. ‘Docenten kunnen boos worden op collega’s die geen BKE-certificaat hebben. Dat leidt tot stress. Dat komt weer bij de studenten terecht omdat cijfers niet op tijd worden ingevoerd’, vertelde docentlid Louis Logister.
HSR-voorzitter Annette Wind verklaarde dat instituten die voortvarend de onderwijsvernieuwing hebben aangepakt wellicht minder aandacht hadden gehad voor de BKE-certificering van docenten. Zij vroeg het college om dan in te grijpen. Collegevoorzitter Jan Bogerd zei dat de cijfers besproken worden met de instituutsdirecteuren. Maar als het gaat om enkele docenten zonder certificaat dan is dit niet een taak van het college. Dan gaat het om ‘casuïstiek ‘, dus om individuele gevallen, en dan is maatwerk nodig vanuit het instituut, vond hij.