In het middelbaar beroepsonderwijs
moet meer aandacht worden besteed aan taal en rekenen, vindt staatssecretaris
Van Bijsterveldt. De overheid gaat de kwaliteit van het taal- en rekenonderwijs
daarom beter controleren. Vanaf 2013 zijn er centrale examens.
Dit schrijft Van Bijsterveldt aan de Kamer in haar Uitvoeringsplan taal en rekenen mbo, het
‘Deltaplan’ dat zij in december aankondigde. De Kamer nam
eerder al een motie aan, waardoor per jaar 50 miljoen euro beschikbaar kwam voor het
verbeteren van de kwaliteit van het taal- en rekenonderwijs in het
mbo.
Ook voor het hbo is die kwaliteitsverbetering belangrijk. Meer dan een
kwart van de instroom komt uit het mbo. Om in het hbo goed mee te kunnen komen
moeten deze doorstromers over voldoende taal- en rekenvaardigheden beschikken,
iets waaraan het ze nu nog te vaak ontbreekt. Uit onderzoek van CINOP uit 2004 bleek bijvoorbeeld dat ruim de helft van de mbo’ers
onvoldoende Nederlandse taalvaardigheid heeft om op school en in de
beroepspraktijk mee te kunnen komen.
Het ministerie laat vaststellen wat mbo’ers op bepaalde momenten tijdens
hun studie moeten kennen en kunnen wat betreft taal en rekenen. Zo nodig worden
studenten bijgespijkerd. Dat kan door extra lestijd, speciale
bijspijkerprogramma’s of zomercursussen in te lassen. Indien nodig kunnen ook
leraren worden bijgeschoold. Meest opvallende maatregel is de invoering, vanaf
2013, van centrale examens taal en rekenen. Die beginnen op het hoogste niveau
van het mbo, maar zullen later ook worden afgenomen op de lagere
niveaus.