Achtergrond

Aandacht voor leefstijl tijdens de Body&Mind week

‘We kunnen de kroket niet verbieden’

Hijgende docenten, medewerkers met resten klei aan hun handen en dansend personeel zijn niet de dagelijkse beelden op de hogeschool. In de Body&Mind week werd er niet raar van opgekeken. Werknemers van de hogeschool kregen de week na de herfstvakantie de kans om hun gezondheid en vitaliteit aandacht te geven. In de vorm van workshops konden zij zowel hun geest als lichaam trainen. Ook de hele Trajectum redactie deed mee.

‘Gezondheid is meer dan alleen niet ziek zijn,’ benadrukt Harriët Wittink, lector leefstijl en gezondheid. Het landelijk ziekteverzuim voor hbo werknemers ligt op 4,5 procent. Bij de Hogeschool Utrecht ligt dat percentage op vier: ‘Wij doen het goed, maar kan het beter? We zijn niet ziek, maar zijn we gezond?’, vraagt Wittink zich hardop af. Het onderwijs is een bewegingsarm beroep, docenten komen daardoor moeilijk aan de dagelijks gestelde bewegingsnorm. De Nederlandse bewegingsnorm is dertig minuten per dag. Iets meer dan vijftig procent van de bevolking haalt deze norm. Door te bewegen kunnen veel ziektes voorkomen worden. Ze vertelt dat het tijd wordt om wat aan stress te doen, vierendertig procent van de werknemers ervaart de werkdruk namelijk als hoog. Wittink: ‘Ga eens wandelen in de lunchpauze. Ga naar een sportschool. Wat voor soort sport is minder belangrijk dan het feit dát je beweegt.’

 

Er is voor ieder wat wils in de Body&Mind week. Docenten die meer willen bewegen kunnen zich uitleven in workshops als streetdance, (Afrikaanse) dans, pilates, nordic walking of een wandeling maken met een stappenteller door de Botanische tuinen. Voor werknemers die graag willen ontspannen is er yoga, capoeira, tai chi en stoelmassage. Creatievelingen kunnen hun ei kwijt bij workshops als boetseren, theatersport, keramiek en acrylschilderen. Ook is er aandacht voor onderwerpen als speed-coaching, CANS (RSI) en stoppen met roken.

Wittink vindt de week een heel goed initiatief van de hogeschool. Werknemers hebben naast de workshops de mogelijkheid om gegevens over hun gezondheid te meten in de vorm van een Healthcheck. Ruim 500 medewerkers hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Sommige werknemers vinden het hun eigen zaak. Maar volgens Wittink heeft het initiatief meer te maken met bewustzijn van de werknemers dan met bemoeienis van de hogeschool. ‘Misschien komen sommige werknemers er door deze week achter dat ze zich in een risicogroep bevinden. Mijn dokter meet dat soort dingen niet, dus ik weet niet of ik ziek ben. De hogeschool biedt het gereedschap aan, je moet het zien als een cadeau aan de werknemers.’

 

De hogeschool vindt gezondheid belangrijk, maar wat te denken van de vette snacks die verkrijgbaar zijn in de kantines? Wittink zou graag zien dat de snacks uit de kantine verdwijnen, dan geeft de hogeschool het goede voorbeeld. ‘Ik begrijp heus wel dat we niet zo ver kunnen gaan om een kroket te verbieden. Daarom moeten we de aandacht focussen op wat wél mogelijk is. Niet iedereen weet bijvoorbeeld dat het mogelijk is om bij de HU voor een spotprijs te sporten bij Sigma van de faculteit Gezondheidszorg.’ Ook zou Wittink willen dat er meer structurele aandacht is voor de gezondheid van medewerkers. ‘Dat moeten we beleidsmatig ondersteunen. Misschien moeten we wel ruimtes gaan creëren waar bewegen mogelijk is, maar ook waar een werknemer een powernap kan doen. Flexibele werktijden invoeren is ook geen gek idee, ik ben bijvoorbeeld een avondmens, voor mij zou het ideaal zijn om later te beginnen en langer door te werken.’

 

Projectleider van de Body&Mind week Emma Paul heeft veel enthousiaste verhalen gehoord over de week. Vooral de stoelmassages waren populair, hierbij werden de energiebanen losgemaakt. ‘Ik denk dat je meer met gezondheid zou kunnen en moeten doen. Of dat in de vorm van een week moet, is natuurlijk de vraag. Na evaluatie volgt een verdere uitwerking van het gezondheidsbeleid voor de hogeschool. De hoge werkdruk was een veel gehoord argument van vooral docenten om af te zien van deelname aan de Body&Mind week. Wanneer je structureel aandacht besteedt aan het gezondheidsactiviteiten, afgestemd op de behoeften van werknemers, dan zou het effect hogen kunnen zijn. Zoals bijvoorbeeld op de faculteit Maatschappij en Recht waar met zekere regelmaat een masseur aanwezig is.’ Paul hoopt dat door deze Body&Mind week meer aandacht is gekomen voor wat de hogeschool en De Uithof voor mogelijkheden bieden aan sport, cultuur en ontspanning. ‘Het is heel waardevol en bijzonder als je dat als organisatie kunt aanbieden aan je werknemers.’

 

 

Hoe fit is studentredacteur Lobke?

Met mijn rok en hakjes ben ik niet bepaald gekleed op activiteiten waarvan ik ga zweten. Tegen alle verwachtingen in word ik voor de workshop Hoe fit ben jij? in de fitnessruimte van de faculteit Gezondheidszorg verwelkomt. Ik blijk niet de enige die niets van de locatie afwist. Docent Jorrit Rehorst stelt de zes medewerkers die zich aangemeld hebben voor de test, gerust. Ook op hakjes zal de test goed worden doorstaan.

De workshop begint met het meten van de lichaamslengte, tot dusver geen probleem. Het tweede onderdeel is de weegschaal. Toegegeven: dat wil ik liever niet weten. Ondanks dat er twee kilo af mag, wegens de onnauwkeurigheid van het apparaat, is de schok nog nooit zo groot geweest.

Nog vol frustratie wordt ondertussen mijn bloeddruk gemeten. Het verbaast me niets dat de eerste meting wat aan de hoge kant is. Mijn bloeddruk voldoet gelukkig wel aan de normen. Dan is het tijd voor de gemene vetrolletjestest. De docent zet zijn tangetje in mijn mini-zwembandje. Het moge duidelijk zijn: ook die cijfers maken mij geen gelukkiger mens.

Dan wordt mijn lenigheid en uithoudingsvermogen op de proef gesteld. Ondanks dat ik mijzelf als een houten hark beschrijf, boek ik vier centimeter vooruitgang in drie pogingen armen strekken. Dat is het eerste moment van deze workshop dat ik me enigszins trots voel. De workshop heeft mij met mijn neus op de feiten gedrukt, ik heb sinds tijden weer hardgelopen. (LC)

 

Hoofdredacteur Janny leert CANS (RSI) voorkomen

In een lokaal aan de Oudenoord hebben zich zes dames gemeld voor de cursus Geef CANS geen kans. Het zijn voornamelijk medewerkers die de hele dag achter de computer zitten. Alle tips die ze kunnen krijgen om CANS te voorkomen zijn welkom dit uur. Nederlanders zitten van alle Europeanen de meeste tijd achter de computer, leer ik. En dat is niet zo mooi, want de mens is gemaakt om te bewegen. Helaas gaat dat niet met een veertig-urige werkweek. Wat ik ook leer en eigenlijk al weet, is dat vrouwen meer klachten hebben, maar niet zeuren, terwijl de heren zich al snel ziek melden bij een pijntje aan schouder of rug.

De crux om klachten te voorkomen is in balans blijven. Ben je niet in balans, wat doe je er dan aan om jezelf te ontlasten, zodat de klachten niet nog erger worden, is de boodschap van de cursusleider. Hij legt uit dat er 3 fasen zijn. Bij fase 1 voel je stijfheid en tintelingen. De klachten verdwijnen wanneer je niet werkt. Doe je er niets aan en beland je in fase 2, dan is de pijn niet meer te lokaliseren en voel je ook pijn wanneer je rust. Voor de diehard die in fase 3 terecht komt, het volgende: je hebt een continue zeurende pijn en ernstige beperkingen bij alles wat je doet. Als ik de cursusleider mag geloven, belanden dus alleen de dames in fase 3. Als ik bij mezelf te rade ga, kan de rode vlag bijna uit. En dan heb je nog de Cinderella’s. Dat zijn spiervezels die altijd maar aan het werk zijn. Hierbij het simpele advies: geef ze geregeld vrijaf. Door je stoel en tafel op de juiste hoogte in te stellen. En dat doe ik ook meteen, zodra ik de redactie binnenstap. (JR)

Eindredacteur Joyce boetseert

Tien minuten te laat stap ik het lokaal van Parnassos in het Ruppertgebouw op De Uithof binnen. Met te veel aan mijn hoofd ben ik vanachter mijn bureau weg gerend. Dit is meteen een goede test: de workshop is namelijk bedoeld om even ergens anders mee bezig te zijn, even de gedachten te verzetten door iets creatief te doen en te ontspannen.

Docent Victor Flores Fuentealba ontvangt me hartelijk. Meteen slaat de paniek toe als ik zie dat de andere vijf deelnemers hun blok klei al in allerlei organische vormen hebben geboetseerd. In tien minuten! Maar Victor legt me eerst in alle rust uit in welke thermoskan de koffie en de thee zit, voor hij me installeert achter een enorm blok grijze boetseerklei.

Het materiaal heb ik al sinds de basisschool niet meer in handen gehad. Maar we hebben een vrije opdracht dus no pressure. Alles mag. IJverig pak ik een mes, een ijzerdraadje en ander boetseergereedschap en maak een abstract object. Ik hou niet zo van organische vormen. Ondertussen is het gezellig kletsen met de andere deelnemers over wie wat doet binnen de hogeschool.

Als we ineens alweer moeten opruimen omdat de tijd om is, ben ik de enige die zijn geboetseerde object niet wil bewaren. Ik vind het vooral een gezellig uurtje en het resultaat niet heel belangrijk. De andere schalen, bloemen en fantasiefiguren worden ingepakt om gebakken te worden. Ik was de klei van mijn handen, waar maar liefst twee keer soppen én een schuursponsje voor nodig is, en spoed me met een fris hoofd weer richting mijn bureau. (JV)

 

Nieuwsredacteur Gerard stopt met roken

Altijd al willen stoppen met roken? Kom naar de workshop Stoppen met roken voor tips en trucs. Aldus de wervende tekst van de Body&Mind week. Maar het handvol gegadigden dat zich deze ochtend in de vergaderzaal op Oudenoord meldt, komt bedrogen uit. ‘No way, niks ervan’, bezweert Paula Rooduijn, trainer van de befaamde Allen Carr-methode. ‘Ik kom hier geen tips en trucs geven.’

Ze is hier om voorlichting te geven over de cursus. Want dat is de enige manier om er vanaf te komen. Het verbod op roken in openbare gebouwen, waarschuwende teksten en confronterende plaatjes van kapotte longen op sigarettenpakjes. Het zijn allemaal nutteloze maatregelen. ‘Het roept alleen verzet en kritiek op.’

Toch willen alle rokers stoppen met hun gewoonte, bezweert zij. Dus worden allerlei ‘lapmiddelen’ aangegrepen: minderen, nicotinepleisters, lasertherapie, accupunctuur. Rooduijn: ‘Ze leggen het accent op het lichamelijke en dat is volstrekt zinloos.’

Het is de aanwezigen inmiddels duidelijk hoe het niet moet, maar hoe dan wel? ‘Volg de Allen Carr-training’, is haar antwoord. Ze licht een tipje van de sluier: ‘Die legt niet de nadelen van het roken uit, maar geeft inzicht in de verslavingsmechanismen waardoor je het niet jammer vindt dat je niet meer mag roken, maar blij bent dat je niet meer hoeft te roken. Het zit tussen de oren.’

Zij hoopt dat de hogeschool het personeel een helpende hand gaat bieden door hen de cursus te laten volgen. De training van een dagdeel wordt in dertig landen gegeven. Ruim vijftig procent van de cursisten is na een jaar nog steeds gestopt, vertelt ze. (GR)

 

Stagiair Natasja leeft zich uit met capoeira

De vooroordelen bevestigend komt de Braziliaanse capoeira leraar een kwartier te laat het lokaal binnen lopen. Hij is bepakt met allerlei formaten tassen waarin verschillende trommels en andere muziekinstrumenten zitten. Capoeira is een Braziliaans spel, dat een combinatie is van vechten, dansen en muziek maken. De groep van tien deelnemers zit al netjes in een kringetje te wachten op de workshop.

In een korte demonstratie krijgen we allerlei radslagen, schoppen en salto’s te zien. Nu heb ik er helemaal zin in. Na de workshop kan ik dit ook allemaal. Althans, dat neem ik me voor.

We leren eerst de basisstap, een soort van waggelende beweging. Vanuit deze pas kan elke capoeira beweging gemaakt worden. Na wat heen en weer gestapt te hebben, mogen we beginnen met onze eerste schoppen en draaien. Na een paar keer mijn buurvrouw bijna voor haar hoofd te hebben geschopt, moeten we in tweetallen tegenover elkaar oefenen.

Als laatste mogen we proberen onze partner op de grond te leggen. Nadat ik helemaal in de kreukels ben gelegd door mijn partner is het mijn beurt. We staan klaar. Ze schopt, ik duik, pak haar been, haak haar pootje en boem ze ligt op de grond. Heb ik het toch maar mooi even geflikt.

Trots op mezelf begin ik met het laatste onderdeel van de les: het muziek maken. Omstebeurt mogen we ons uitleven op de tamboerijn of trommel, terwijl de rest van de groep meeklapt en zingt. Dan is het uur voorbij. Een salto is me niet gelukt, maar ik voel me wel fit. Helemaal opgepept kom ik weer op de redactie aan. (NvK)

Check www.bodyandmind.hu.nl voor sport, cultuur en ontspanning via de hogeschool. Ook weten hoe fit je bent? 14 november van 19.00 tot 21.00 uur worden fit-tests uitgevoerd bij Sportcentrum Olympos. Inschrijven kan per e-mail (m.berkhout@olympos.nl)

 

Win een sportcursus – Doe mee aan de prijsvraag op de achterkant!