Achtergrond

Column André Weststrate: Serviceonderzoek

Staan ze weeral die koffieautomaat schoon te maken. Negen uur in de ochtend, precies wanneer iedereen binnenkomt rennen. Nog even vlug een bakkie koffie voor college. Maar nee.
Rond een uur of elf het zelfde liedje. Geen koffie. Voor even dan. Nu staat er iemand de bekers bij te schuiven. Gelukkig duurt dit maar een halve minuut, want de koffie heeft hij al bijgevuld voordat ik kwam aanlopen.
Vorige week was ik in een ander gebouw. Half zeven in de avond was het. Restaurant. Dicht. Want ja, Hollanders eten om half zes. Koffieautomaten? Leeg, extreem smerig, druppels koffie en klodders melk overal, gemalen koffie op de vloer, geen bekers en een la met 4 uitstekende roerstokjes.
Andere verdieping. Zelfde verhaal. Geen koffie en meer smerigheid. Het restaurant bleef dicht. Ook het barretje had al een slot op de tap. Realiseren ze niet dat studenten leven op koffie, bier en snel eten? Al was het maar een soort van placebo. Doe mij maar warme koffie in plaats van koude cola. Uit de automaat dan. De stekker mocht er nog net in blijven. En geen pilsje, geen toetje.
Het goede nieuws is dat de smerige koffiemachines , gesloten tap en het dichte restaurant niet op de HU waren, maar op de Universiteit Wageningen. Waarom ik daar was? Lang verhaal, niet boeiend. Wat wel boeiend is, is dat de HU uit dit zeer beperkte serviceonderzoek meer dan uitstekend uit de test komt. En dat mag niet onvermeld blijven in tijden van #hugate 1, 2 en 3.
Schone en gevulde koffiemachines, Stef’s tot na zonsondergang open en verscheidene restaurants die ook mensen met een wat meer mediterrane inslag van dienst is. Of het aan de mediterrane keuken kan tippen, laat ik voor het gemak even in het midden…
Laat ze maar poetsen om negen uur. Bekertjes en verse koffie erbij om elf uur. Vijf minuten vroeger je nest uit en je pakt dat ene essentiële bakje nog net mee.