Spraakadvies, gebitsbehandeling, fysiotherapie, multimedia advies, redactionele hulp, ogen opmeten, een nieuwe bril. Het valt allemaal te halen op de Hogeschool Utrecht. In het schemergebied tussen de stage en de lessen oefenen studenten onder begeleiding van specialistische docenten. En dat vaak gratis of voor een grijpstuiver.
Op het eerste gezicht zou je niet zeggen dat er professionele klinieken huizen in de faculteit Gezondheidszorg. Maar sinds de opening begin 2009 is dit kenniscentrum uitgerust met de nieuwste apparatuur en doet het niet onder voor een afdeling van het Universitair Medisch Centrum, even verderop. Bij binnenkomst sla je rechts af en kom je terecht in de spiksplinternieuwe klinieken. Een echte wachtkamer met verschillende tijdschriften, een receptie bemand door studenten, een winkeltje met een bescheiden assortiment brillen en een vergaderkamer met glazen muren. Er zijn verschillende behandelruimtes voor vier verschillende disciplines: oogzorg, huidtherapie, mondzorgkunde en logopedie. De kliniek heeft geen wachtlijsten, zodat mensen er direct terecht kunnen. En de behandelingen kosten nooit meer dan de verzekering dekt.
De Utrechtse Trudy Harts (55) zit deze ochtend in de wachtkamer in afwachting van haar behandeling. Ze ziet een beetje wazig. Als ze aan de beurt is, bekijkt derdejaarsstudent optometrie Sabine Ooms de ogen van mevrouw Harts. Over haar schouder kijkt studiegenoot Merve Uyar mee. Trudy Harts is vier jaar geleden via een vriendin in de kliniek van de HU terecht gekomen. ‘Ze zochten mensen die lenzen wilden uitproberen en ik heb me daarvoor opgegeven’, vertelt ze terwijl ze de aanwijzingen van de studenten opvolgt.
‘Sindsdien kom ik zo’n drie á vier keer in het jaar langs. Ik moet wel de hele ochtend vrijhouden. Bij de oogarts in het ziekenhuis ben je meestal met een kwartiertje klaar. Maar hier duurt het allemaal langer. De studenten overleggen met elkaar en met de docent. Daartegenover staat, dat je door die hoeveelheid tijd zelf ook ruim de gelegenheid krijgt om vragen te stellen. Het is allemaal wat persoonlijker.‘
Kirsten van de Groep, woordvoerster van de klinieken licht toe: ‘De zorg duurt langer omdat de docenten de studenten monitoren tijdens de behandeling.’ Dat is nodig omdat de behandelingen professioneel moeten zijn. Deze praktijklessen zijn voor studenten een extra stapje tussen de lessen en de stage. ‘Het is echter en de begeleiding is intensiever dan bij de stage’, zegt Jesca Petegem, docent orthopie bij oogzorg.
Even verderop in de faculteit huist SIGMA, het sportmedisch bewegingscentrum en praktijk voor fysiotherapie. Op de deur van de fitnesszaal hangt een briefje ‘de sportruimte heeft een facelift ondergaan’. Rob Nijhoff, een van de therapeuten in dit centrum, is een dag voor de officiële heropening (15 april) nog niet helemaal tevreden. ‘Het is allemaal een beetje rommelig, de airco is niet aangesloten.’ Dit lijkt de enige bezoeker, een docent van de faculteit Educatie, weinig te schelen. Hij rent zich zwetend een ongeluk terwijl de klusjesmannen om hem heen de laatste hand aan de restyling leggen door met fitnessapparaten heen en weer te schuiven.
‘Help je even mee?’ Een van de klussers maant Nijhoff naar een loopband, die verschoven moet worden. Vier man slepen ze zich een ongeluk aan het gevaarte. ‘Ik kwam hier een keer kruipend naar boven. Vervolgens hebben ze hiernaast al mijn botten gekraakt en liep ik even later weer vrolijk naar buiten’, vertelt een van de mannen na het tillen.
En hiermee wordt meteen het grote voordeel van het sporten bij SIGMA geïllustreerd. Nijhoff: ‘Een blessure kan hier direct behandeld worden. Dat is bijzonder voor een sportschool.’ Voor een slordige tweehonderd euro per jaar kun je onbeperkt sporten (HU-medewerkers en studenten betalen minder) onder toeziend oog van een professional.
Over deze begeleiding is Jita Hoogerduijn zeer te spreken. Zes jaar geleden liep zij nek en schouderklachten op – ‘RSI mag je volgens mij niet meer zeggen’ – en kwam via de bedrijfsarts bij SIGMA terecht. Nu sport ze zo’n drie keer per week en gaat het aanzienlijk beter. ‘Bovendien kost het me weinig tijd. Soms stap ik even tijdens de lunchpauze binnen. Een fluitje van een cent. Ik snap niet waarom niet meer mensen hier gebruik van maken.’
Ook Rob Nijhoff vraagt het zich, al bladerend in zijn ledenbestand, af. Vijftig leden, waaronder zestien docenten. ‘Ach, het is meer dan niets, maar het zou wel handig zijn als meer mensen ervan af wisten. Bewegen is belangrijk. Vooral voor medewerkers is het goed om te weten dat de mogelijkheid er is.’ Sporters van ‘buiten de HU’ zijn ook welkom, maar hij betwijfelt of er een markt voor is: de Uithof is toch ver weg voor veel mensen.’
Ook de patiënten van de klinieken komen voornamelijk uit de eigen geleding. Ze vinden de weg via posters in de gebouwen of lezen de advertenties in Trajectum en het Ublad. Een klein deel wordt doorverwezen door de huis- of bedrijfsarts.
Echt moeite voor meer reclame doet SIGMA niet. ‘We vinden de publiciteit prettig omdat we echt trots zijn op de restyling, maar het is nu ook weer niet de bedoeling dat het storm gaat lopen’, aldus Nijhoff.
Noot: Voor meer informatie: www.klinieken.hu.nl en sigma@hu.nl
[Kader]
En nog meer…
De klinieken zijn de belangrijkste en zichtbaarste lijntjes naar de particuliere buitenwereld, maar ook op de School voor Journalistiek kun je aankloppen voor het nodige schrijf, film of fotografiewerk via het zogeheten freelancebureau.
Zoals ook bij de klinieken geldt; je moet het weten of toevallig tegenkomen. Chris van der Heijden docent aan de SvJ en initiatiefnemer van Freelancebureau heeft het over het sneeuwbaleffect van de mond-tot-mondreclame. Het bureau loopt zonder enige PR en met een tamelijk zakelijke/sobere website, ‘met vlagen’ als een trein. ‘Zo rond het begin van het schooljaar, in september zijn de aanvragen niet aan te slepen, later zakt dat in. Dan heb ik eens in de twee weken een opdracht liggen.’
Het Freelancebureau functioneert als intermediair tussen studenten en werkgevers. In principe mag iedereen een opdracht neerleggen. Van der Heijden scant de aanvragen op geschiktheid. ‘Zo wil ik geen commerciële uitmelkers op de site. Ik kies vrijwel altijd voor niet commerciële organisaties. Vervolgens zet ik de advertenties online’, legt Van der Heijden in een notendop uit. Dat kost niks. ‘We zijn een educatieve instelling, geld maken is geen doel.’
Anders dan bij de medische collega’s, laat Van der Heijden zijn studenten zo vrij mogelijk. Ze nemen zelf contact op met de opdrachtgever. ‘Daar ga ik niet tussen zitten, het zijn volwassen partijen dus ik ga ervan uit dat het goed komt.’
En dat is, naar eigen zeggen, nog nooit echt mis is het gegaan. ‘Natuurlijk is een opdrachtgever wel eens ontevreden. Als het echt nodig is, probeer ik te bemiddelen, maar meestal komen beide partijen er zelf uit.’ Hoogtepunt was het project in Peking vorig jaar waar studenten journalistiek een week lang de dagelijkse krant voor het Holland Heineken House maakten. ‘Ja, Heineken is commercieel, maar in dat Holland Heineken House werkten dan weer allemaal vrijwilligers.’
Volgend jaar wordt Digitale Communicatie bij het bureau betrokken. ‘Zij gaan plannen voor bedrijven ontwikkelen. Dan hebben we nog meer te bieden.’
Meer info: www.freelance.hu.nl