Achtergrond

Elke vereniging doet zijn ding


De Utrechtse studentengezelligheidsverenigingen kennen een rijke historie, zo blijkt uit het boekje ‘Studentenverenigingen van 1800 tot nu’. Hoewel ze elkaars concurrenten zijn, is er geen sprake van haat en nijd. ‘Er wordt hooguit geroepen dat het bij de eigen vereniging veel leuker is.’

Het bestuur van UVSV/NVVSU schaft in 1977 talloze nieuwe baretten aan voor eerstejaars. De baretten liggen in dertig dozen opgeslagen in de hal van sociëteit Hestia aan De Drift. Op een zonnige middag in juli zijn de hoofddeksels verdwenen. De heren van het Utrechtsch Studenten Corps (USC) worden verdacht van de roof, hun sociëteit PhRM ligt vlak bij die van de dames.
De studentes besluiten daarop de hoorn van de heren te ontvreemden. Op een nacht gaan ze de sociëteit binnen en wandelen met de hoorn in een boodschappentas naar buiten, maken als bewijs een foto en bergen het kleinood op in een kluis. Geconfronteerd met de foto reageren de USC-leden behoorlijk narrig. Niet lang daarna worden de vrouwen ontboden op het plaatselijk politiebureau, waar anonieme barettendieven de dozen hebben bezorgd. De eveneens opgetrommelde USC-leden zijn zo galant de omvangrijke vracht bij de sociëteit Hestia af te leveren. Ondanks de verdenkingen in de richting van het USC is nooit opgehelderd wie de diefstal op zijn kerfstok heeft.

Tussen de studentenvereniging onderling ontstaan geregeld ludieke twisten, zo blijkt ook uit het boek ‘Studentenvereniging van 1800 tot nu’, een uitgave van de Landelijke Kamer van Verenigingen in het kader van het veertigjarig bestaan in 2007. In het boek wordt de ontstaansgeschiedenis van 47 lidverenigingen beschreven: een geschiedenis die 190 jaar geleden in Nederland begint. In 1816 wordt Het Utrechtsch Studenten Corps (USC) opgericht, Leiden (1814) en het Groningen (1815) gaan de Utrechters voor. In de tweede helft van de negentiende eeuw komen er steeds meer verenigingen bij en bloeit het traditionele corpsleven als nooit tevoren.
Ook georganiseerd sporten raakt in, vooral roeien. USC richt roeivereniging Triton op. Tot op de dag van vandaag nemen de roeiers (ook niet-corporale clubs doen mee) het tegen elkaar op tijdens de jaarlijkse Varsity. Na de roeiverenigingen volgen talloze andere sport- en toneelclubs.

De groei van het aantal studenten leidt ertoe dat de corpora andere studentenverenigingen, zoals confessionele, naast zich moeten dulden. Het Utrechtse CS Veritas, in 1889 gestart als literatuurgezelschap onder de vleugels van het USC, staat te boek als eerste katholieke studentenvereniging van het land (sinds 1930 zelfstandig). In 1906 komt er de gereformeerde SSR Utrecht bij.
Omdat vrouwen niet welkom zijn bij de corpora, richten zij hun eigen verenigingen op. Met Ontspanning Na Studie (ONS), als voorloper van de Utrechtsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (UVSV) zijn de Utrechtse studentes in 1899 de eerste. Thema’s in de vereniging: hoe moet een studerend meisje zich gedragen en kan een vrouw een goede dokter zijn.
Een nieuw fenomeen dient zich aan: verenigingen die zich afzetten tegen de corpora en waar alle leden gelijke rechten en plichten hebben. Hierdoor kunnen ook minder bedeelde studenten toetreden, zoals bij het in 1911 opgerichte Unitas SR.

Wanneer de oorlog uitbreekt, krijgen de verenigingen het moeilijk. Utrechtse verenigingen worden in 1941 door de Duitsers verboden omdat zij gezien worden als een ‘broeinest van reactionaire geest’. Gebouwen en bezittingen worden geconfisqueerd. De verenigingen gaan ondergronds. Als stil verzet geeft het USC de jaarlijkse almanakken in de jaren ’40 tot en met ’42 uit in de kleuren rood wit en blauw. En Unitas produceert in 1942 een illegaal jaarboek met geheimtaal.
Van een georganiseerd verzet onder studenten is geen sprake. Uitzondering vormt het Utrechts Kindercomité, waarbij verenigingsleden onderduikadressen regelen voor zo’n vierhonderd joodse kinderen.

Met de instelling van de studiefinanciering begin jaren zeventig gaan jongeren uit alle lagen van de bevolking studeren en is studeren niet meer alleen voor de elite. Het aantal studenten stijgt van een 30.000 in 1953 naar ruim 100.000 in 1970. De studentenprotesten aan de Franse universiteiten voor meer democratisering eind jaren zestig, waaien ook over naar Nederland. Deze ontwikkeling gaat ook de studentenverenigingen niet voorbij. Het verplichte jasje-dasje en andere mores zoals de ontgroeningen worden hier en daar afgeschaft. Ook stellen veel verenigingen zich open voor vrouwen en studenten uit het hbo. De toestroom van leden bij het UVSV leidt in 1960 tot de oprichting van een speciale vrouwelijke hbo-pendant: de Nieuwe Vereniging voor Vrouwelijke Studenten te Utrecht (NVVSU). Het Utrechtse Veritas vormt zich in 1969 om tot een open jongerenvereniging; wat tien jaar later weer teniet wordt gedaan.

De metamorfose van de gereformeerde SSR Utrecht naar algemeen-christelijk en later een linksgeoriënteerde open jongerenvereniging, leidt tot een schisma. Een groep splitst zich af en richt Biton op. En hieruit scheidt zich later de christelijke SSR-NU af. Op de restanten van het SSR Utrecht verrijst medio jaren tachtig het huidige poppodium Ekko. Biton ontpopt zich tot een seculiere vereniging, met rond de 350 leden. In de statuten wordt de christelijke grondslag nog wel vermeld maar niet meer gepraktiseerd, zegt Ab Actis (secretaris) Arthur Stolwijk. ‘Met het geloof doen wij vrijwel niets meer.’ In plaats daarvan staat Biton bekend als ‘alternatief’. ‘Wij noemen het liever divers’, corrigeert de secretaris. ‘We hebben een paar leden die zich tooien als gothics door wie het alternatieve beeld wordt bepaald, maar er zitten net zo goed corpsachtige personen bij.’

Anno 2008 is Veritas met 1800 leden de grootste studentenvereniging in Utrecht. In de jaren vijftig is het predikaat katholiek afgezworen en ook aan literatuur wordt nauwelijks meer iets gedaan, vertelt preses Thomas Berendsen. Dat Veritas qua ledenaantal groter is dan het USC, waaruit zij is ontstaan, komt mogelijk doordat het in tegenstelling tot USC een gemengde vereniging is waar vrouwen ook welkom zijn. ‘Daarbij vinden studenten het leuker om lid te zijn van een toegankelijke organisatie waarbij gezelligheid de boventoon voert’, zegt hij.

Unitas steekt met 1300 leden het studentencorps ook naar de kroon. De vereniging kent nog steeds een lage contributie om iedereen de kans te geven lid te worden, zegt voorzitter Pam. Hufman Van een afzetten tegen het corps is tegenwoordig geen sprake meer. Verschil is wel dat bij Unitas de gelijkheid van de leden hoog in het vaandel staat. ‘Eerstejaars worden gelijk behandeld als ouderejaars. Zij hoeven geen vervelende klusjes te doen of op te staan voor ouderejaars zoals volgens mij bij het USC de gewoonte is. Ook kunnen ze actief worden in commissies.’
Hoewel de verenigingen vissen in dezelfde vijver van studenten en dus elkaars concurrenten zijn, is er geen sprake van haat en nijd. Tussen de verenigingen onderling bestaat een gezonde rivaliteit. Berendsen: ‘Iedereen kan buiten de vereniging goed met elkaar opschieten. Het zijn geen koloniën die niet met elkaar door een deur kunnen.’ Er bestaat een gezonde rivaliteit met bijbehorende grappen en grollen. Hufman: ‘Iedereen doet zijn eigen ding. Er wordt hooguit geroepen dat het bij de eigen vereniging veel leuker is.’


‘Studentenvereniging van 1800 tot nu’, is een uitgave van de Landelijke Kamer van Verenigingen in het kader van het veertigjarig bestaan in 2007

Buitenbeentje

UMTC werd jarenlang beschouwd als een buitenbeetje onder de gezelligheidsverenigingen. Want het Utrechts Mechanisch Technologisch Corps, opgericht in 1949 vanuit de voormalige technische school, was een vereniging voor een bepaalde studierichting en ook nog van een hbo-opleiding. Maar sinds1998 is UMTC een algemene studentenvereniging en laat het studenten vanuit alle hbo-opleidingen en de universiteit toe. ‘Inmiddels is zestig procent van de driehonderd leden afkomstig van de universiteit en veertig procent van de hogescholen’, zegt senator Marvin van Dongen.
UMTC hecht aan tradities en kleinschaligheid, vertelt hij. ‘We hanteren daarom een ledenstop zodat iedereen elkaar bij naam kent.’
UMTC werd jarenlang geweigerd als lid van de Federatie Utrechtse Gezelligheidsverenigingen (FUG), die de belangen van de verenigingen behartigt. Het belangrijkste argument van het FUG-bestuur, dat bestaat uit de bestuursleden van de andere studentenverenigingen, is dat UMTC te weinig aan ontplooiing doet; ofwel een feestclub is. Maar ook dit is inmiddels achterhaald, vertelt Van Dongen. Behalve feesten en partijen organiseert UMTC ook culturele en leerzame programma’s. Zo is er binnenkort een debat over terrorisme en veiligheid, bestaat er een heuse UMTC-band, komen er voetbal- en squashtoernooien, geeft het toneelgenootschap jaarlijks een uitvoering en staan er bezoeken aan het museum op het programma.
Daarom is UMTC met ingang van januari toegelaten als proeflid van de FUG. Ze draaien onder bepaalde voorwaarden mee met de overleggen met de andere verenigingen. ‘We moeten laten zien dat we een stabiele vereniging zijn. Dat betekent dat we verschillende soorten activiteiten moeten organiseren en dat we de sociëteit goed draaiend houden.’

Affaires


Studentenverenigingen komen regelmatig negatief in het nieuws door incidenten. Dramatisch dieptepunt was de ‘roetkapaffaire’ uit 1965 bij een dispuut van het Utrechtsch Studenten Corps (USC). Een van de eerstejaars kreeg tijdens de ontgroening een roetkap over het hoofd getrokken, waarna hij stikte. De zaak leidde destijds tot veel ophef vanwege de relatief lichte straffen voor de bestuursleden van het dispuut. ‘Klassenjustitie’, oordeelde velen en wezen erop dat de rechteres oud-leden van studentencorpora waren. Het USC zette na deze affaire de beladen ‘ontgroening’ om in een ‘kennismakingstijd’ en ook sommige gebruiken, zoals het kaalscheren van eerstejaars, werd afgeschaft.
Ook later duiken affaires op in de media. Studentenverenigingen Veritas en Unitas komen in een kwaad daglicht te staan toen het Utrechts Nieuwsblad in september 2002 vermeende misstanden tijdens de introductie publiceerde onder de kop ‘Afzeiken, kotsen en drollen in je haar’. Eerstejaars vertelden onder meer dat er poep in het haar werd gesmeerd en dat ze bruistabletten moesten eten waardoor ze gingen schuimbekken. De verenigingen ontkenden de aantijgingen. De universiteit stelde een onderzoek in waarna universiteit en hogeschool allen banden met de verenigingen verbraken, waardoor zij geen subsidie meer kregen. Een jaar later stelden de verenigingen verbeterplannen op voor de introductie van eerstejaars en werden de banden met universiteit en hogeschool weer aangeknoopt.
Eind vorig jaar was het weer zo ver. De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming beschuldigde in de media een studentenvereniging in de provincie Utrecht ervan dat het eerstejaars heeft gedwongen tot seks met kippen. Dat zou gebeurd zijn bij de Universiteit Nyenrode. De Inspectie bleek uiteindelijk de beschuldiging niet waar te kunnen maken en moest rectificeren.


Interviews

Naam: Martijn Veenstra

Leeftijd:
22

Studie:
derdejaars mediatechnologie aan de HU Amersfoort

Vereniging:
ASV Conventus Comus, tweede jaar


Waarom ben je lid geworden bij Conventus Comus?

‘Toen ik in 2005 aan mijn studie begon wilde ik niet bij een vereniging. Ik had er allerlei vooroordelen over. Vooral een ontgroening zag ik niet zitten. Het jaar erna was ik mentor tijdens de UIT. Daar raakte ik aan de praat met leden van Conventus Comus. Er bleek helemaal geen ontgroening te zijn.’

Kun je de sfeer op de vereniging beschrijven?

‘Conventus Comus bestaat sinds mei 2005 en heeft ruim tweehonderd leden. We zijn een hechte groep. Er is wel een bestuur, maar verder weinig hiërarchie. Op dit moment heeft de vereniging geen eigen plek. We maken gebruik van de bar in de kantine van de HU in Amersfoort. Die beheren wij van dinsdag tot en met donderdag tussen 15.00 en 18.00 uur. Er komen ook veel niet-leden. Die betalen overigens wel meer voor een drankje.’

Is het nuttig voor je toekomst?

‘Ja. Ik ben voorzitter van de barcommissie en heb het herendispuut Fecundus opgericht. Bij een dispuut hoort een stamkroeg. En dan krijg je met allerlei cafébazen te maken, en met de gemeente. Die contacten kan ik later misschien nog eens gebruiken.’


Naam:
Eva van Zeijl

Leeftijd:
22

Studie:
vierdejaars recht aan de HU

Vereniging:
UVSV/ NVVSU, vierde jaar


Waarom ben je lid geworden bij UVSV/NVVSU?

‘Wat mij aansprak in UVSV is dat het een ongemengde vereniging is. Of je met allemaal gasten iets staat te drinken of alleen met meisjes, dat is toch anders.’

Kun je de sfeer op de vereniging beschrijven?

‘Het is vooral erg gezellig. De vereniging is groot, dertienhonderd leden. Toch heb ik het gevoel dat ik veel mensen ken. Ik ga ongeveer een à twee keer per week naar de Club, de sociëteit. Daar is altijd wel iemand aanwezig om even mee te kletsen als je jaarclub of huisgenootjes er nog niet zijn. Ik woon met vier andere meisjes in een UVSV-huis. Leuk, want je gaat bijvoorbeeld naar dezelfde feestjes. Bovendien ken ik zo ook leden uit de jaren onder en boven me. Er zijn best veel tradities bij UVSV. Maliberen bijvoorbeeld, op woensdagavond. Dan worden er jaarliederen en commissieliedjes gezongen.’

Is het nuttig voor je toekomst?

‘Dat denk ik wel. Ik ben van een aantal commissies lid geweest, dat staat toch goed op je cv. Daarnaast heb ik veel mensen leren kennen, een groot sociaal netwerk opgebouwd. Ik heb op UVSV echt vrienden voor het leven gemaakt.’


Naam:
Christien Rijks

Leeftijd:
21

Studie:
vierdejaars maatschappelijk werk en dienstverlening aan de HU
Vereniging: SSR-NU, tweede jaar


Waarom ben je lid geworden van SSR-NU?

‘Degene met wie ik samen een groepje begeleidde tijdens de UIT-dagen raadde het mij aan. Omdat het een christelijke vereniging is dacht ik dat het inderdaad wel bij mij zou passen.’

Kun je de sfeer op de vereniging beschrijven?

‘SSR-NU heeft honderdnegentig leden. Ik ken iedereen van gezicht en naam. De meeste zijn gelovig, maar niet iedereen. Als er gegeten wordt op de vereniging bidden we van tevoren, en na het eten wordt een stukje uit de bijbel gelezen. Er zijn ook bijbel themaweekenden en bijbelkring. Maar niet-christelijke leden worden niet geëvangeliseerd ofzo. Ze gaan wel eens mee naar een bijbelweekend om te leren over de bijbel, maar dat is natuurlijk niet verplicht.’

Is het nuttig voor je toekomst?

‘Zeker! Ik heb veel mensen leren kennen. Ik heb ook in de dies-commissie gezeten. Dan organiseer je de verjaardagsweek van de vereniging. Ik kwam in een groepje met allemaal mensen die ik niet echt kende. En dan is het: ‘zet maar een week op poten’. Erg leerzaam.’


Naam:
Linda Vogt

Leeftijd:
21

Studie:
derdejaars management economie en recht aan de HU

Vereniging:
CS Veritas, derde jaar


Waarom ben je lid geworden van Veritas?

‘Ik kom uit Arnhem, en kende nog niemand in Utrecht toen ik er ging studeren. Ik wilde sowieso bij een gemengde vereniging. Alleen maar meisjes, dat leek me niks.’

Kun je de sfeer op de vereniging beschrijven?

‘Er zijn best veel tradities binnen de vereniging. Het presenteren van de jaarclubs bijvoorbeeld, en de liedjes die je daarbij zingt. Op de sociëteit mag je niet met je rug naar de bar staan en ook je geld niet op de bar leggen. Dat soort dingen.’

Is het nuttig voor je toekomst?

‘Dat ligt er maar net aan hoe je er gebruik van maakt. Ik denk dat het tijdens je studententijd sowieso nuttig is. Je leert veel mensen kennen. En als je zoals ik lid bent geweest van een commissie staat dat goed op je cv. Daar heb ik ook veel van geleerd. Nou ja, geleerd, geoefend misschien meer. In notuleren bijvoorbeeld, en organiseren.’


Naam:
Geert-Jan Smulders

Leeftijd:
23

Studie:
derdejaars technische informatica aan de HU

Vereniging:
Biton, bijna zes jaar


Waarom ben je lid geworden van Biton?

‘Mijn mentoren tijdens de UIT leek Biton wel wat voor mij. Dat klopte helemaal. Ik wilde meteen lid worden, maar had op dat moment geen geld meer. Dus heb ik me halverwege het jaar ingeschreven.’

Kun je de sfeer op de vereniging beschrijven?

‘Biton is een hele vrije vereniging. Ik heb vaak met vooroordelen te maken gehad, maar op Biton is dat helemaal niet zo. Iedereen wordt er geaccepteerd en je voelt je er meteen welkom. Het is allemaal heel ongedwongen. We hebben geen jaarclubs. Wel ‘gewone’ clubs en disputen. Ik ben trots lid van het dispuut N3rd. Dat heeft leden die van gamen houden, maar ook mensen die bijvoorbeeld programmeren leuk vinden zijn lid, zoals ik.’

Is het nuttig voor je toekomst?

‘Ik heb in het bestuur gezeten en ben hoofd geweest van twee actieve commissies. Je leert er een vergadering leiden en gestructureerd een evenement opzetten. Zeker in het bestuur leer je met stress omgaan, en goed overzicht houden. Verder is het in sociaal opzicht heel leerzaam. Daar ben ik ook zeker in gegroeid.’