Achtergrond

Gevraagd: veel geduld en uithoudingsvermogen

Ondernemers uit het MKB (midden- en kleinbedrijf) die de HU bellen met een concrete vraag krijgen steevast het antwoord dat ze bij een faculteit, instituut, lectoraat of anders een kenniskring moeten zijn. Bij welke precies wordt niet geheel duidelijk. De volhardenden onder hen krijgt het gedaan dat een vacature voor een stagiaire op het prikbord wordt gehangen, waarna er maandenlang niets meer vernomen wordt.
‘Er is een groot verschil in dynamiek tussen het MKB en de hogeschool’, constateert Willem Overbosch, directeur van MKB Servicedesk. Bovenstaande beelden zijn gestoeld op zijn persoonlijke ervaringen en waarnemingen. ‘Werken met de hogeschool veronderstelt langetermijnplanning, veel geduld en een omslachtige vertaling van hun vraag naar een stage-, project- of onderzoeksopdracht.’
Ondernemers kunnen sinds twee jaar terecht bij de MKB Servicedesk, een zelfstandige BV die is gelieerd met de bracheorganisatie MKB-Nederland. Het bedrijf houdt kantoor op de begane grond van een karakteristiek pand vlakbij het Wilhelminapark in Utrecht en deelt de ruimten met onder meer een kinderdagverblijf en fysiotherapiepraktijk.
Overbosch is afgestudeerd bedrijfseconoom, werkte enkele jaren voor multinational Esso en startte in 2003 een eigen bedrijf op het gebied van logistieke concepten. Twee jaar later doopte hij zijn geesteskind om in het huidige MKB Servicedesk. ‘De overheid stimuleert het ondernemerschap, maar dat komt vaak ten goede aan grote bedrijven. Maar ik vind dat ook de kleine bedrijven aan bod moeten komen, want zij zijn voor een substantieel deel de motor van de economie. Dat probeer ik te doorbreken’, legt hij uit. Koepelorganisatie MKB Nederland vertegenwoordigt 700.000 bedrijven tot 250 personeelsleden. 99 Procent van de bedrijven heeft minder dan tien werknemers.

Grote ondernemingen beschikken over eigen juridische afdelingen en diensten die zich toeleggen op research en development, maar de kleintjes ontberen deze faciliteiten. Kleinere entrepreneurs kunnen onmogelijk op de hoogte zijn van alle ins en outs die er bij het ondernemerschap komt kijken. Hogescholen zijn met hun praktische en toegepaste expertise de natuurlijke partners van het MKB.
Dat besef dringt in toenemende mate door bij de beleidsmakers en bestuurders in de hoogste regionen. Op nationaal niveau worden talloze initiatieven genomen om de match tussen hogescholen en MKB te stimuleren. Zo is daar de Stichting Innovatie Alliantie (SIA) is in het leven geroepen om de kenniscirculatie tussen hogescholen en MKB te bevorderen. Doel is om het aantal duurzame samenwerkingsrelaties tussen bedrijven en hbo-instellingen te verdubbelen van 10.000 tot 20.000 in 2008. Door middel van gesubsidieerde RAAK-programma’s (Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie) zijn ruim tachtig projecten van de grond gekomen, waaraan de HU met zes projecten deelneemt.
Een ervan is SIOM (Stimulering Internationale Oriëntatie MKB), dat wordt uitgevoerd onder de vleugels van het kenniscentrum Innovatie en Business (InnBus) bij de faculteit Economie en Management. In enkele maanden tijd zijn negen concrete onderzoeken door studenten uitgevoerd voor MKB-bedrijven op het gebied van internationalisering. Eind januari vond de presentatie plaats. ‘Internationalisering is voor veel bedrijven een lastige stap, er moet veel uitgezocht worden. Andere landen hebben andere wetten en regelgeving en andere gewoontes en ook het betalingsverkeer verschilt. Ondernemers kunnen er handig gebruik van maken door die door ons te laten uitzoeken’, zegt InnBus-lector Gilbert Silvius.
Zo liet een producent van verwarmingsketels, die de Duitse markt wilde bestormen, de markt verkennen en kwam tot de ontdekking dat de oosterburen ander eisen stellen aan de ketels. ‘In Nederland moeten ze klein zijn en op zolder staan. In Duitsland willen ze juist grote industriële ontwerpen die in de kelder worden geplaatst. Het bedrijf weet hierdoor dat de ontwerpen die ze wilden exporteren niet in Duitsland toepasbaar zijn. Zij waren hiermee erg geholpen.’

Voor bedrijven die zelf de weg niet weten te vinden en om te voorkomen dat zij van het kastje naar de muur worden gestuurd, hebben Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht en Universitair Medisch Centrum Utrecht, in samenwerking met de gemeente en provincie, eerder dit jaar het MKB-Loket opgericht. Dit is een onderdeel van het Centrum voor Ondernemerschap en Innovatie (CvOI), dat ook bedrijfsruimte en ondersteuning biedt aan startende ondernemers.
Het loket is sinds 1 april bemand, maar het loopt nog niet storm. ‘We hebben er nog geen ruchtbaarheid aan gegeven’, verklaart Bart Verhulst, HU-manager bij het CvOI. ‘Wij zijn de infrastructuur aan het opbouwen. Die moet klaar zijn voordat er mensen langskomen. Want kleine ondernemers zijn van nature schuw als het gaat om advisering en als we ze niet kunnen helpen, is dat de slechtste pr die je je kunt voorstellen.’
Medewerkers van het CvOI zijn bezig met het in kaart brengen waar en welke expertise zich binnen de instellingen bevinden. Daarvoor zijn er gesprekken met lectoraten, kenniscentra en directeuren van faculteiten.
Om het MKB straks ter wille te kunnen zijn, hebben het CvOI en MKB Servicedesk de handen ineen geslagen. Behalve een loket waar MKB’ers aan kunnen kloppen beschikt  het centrum met ingang van volgende maand over een website waar de vragen kunnen worden gedeponeerd. Verhulst: ‘De standaardvragen worden door de MKB Servicedesk behandeld. Zij beschikken over een grote database met een schat aan informatie. Dat gaat dan over welke verzekeringen een startende onderneming moet hebben of welke organisatievormen er mogelijk zijn. De vragen voor onderzoeken, zoals een marktonderzoek, gaan via het CvOI. Dat kunnen we bijvoorbeeld door studenten van de faculteit Economie en Management laten uitvoeren, onder begeleiding van een docent.’

Een ander initiatief om het MKB en kennisinstellingen elkaar te laten omarmen is de uitgifte van innovatievouchers. Met ingang van 2004 kunnen MKB-ondernemers een dergelijke gesubsidieerde tegoedbon ( van 7.500 euro) aanvragen, waarna zij die bij  hogescholen, universiteiten en andere kennisinstellingen kunnen verzilveren. Op die manier wil het ministerie van economisch zaken stimuleren dat de bedrijven gebruik maken van de expertise deze instellingen om zich te vernieuwen. Later introduceerde de minister ‘snuffelvouchers’ van 2.500 euro.  
De tegoedbonnen blijken een succes. In 2006 en 2007 zijn er 6000 vouchers beschikbaar, waar grif gebruik van wordt gemaakt. Het gros van de vouchers wordt ingediend bij de universiteiten en grote onderzoeksinstituten zoals TNO. Zo’n twintig procent komt terecht bij de hogescholen. Dat geldt als een behoorlijk aantal, want de hogescholen zijn nog niet zo lang bezig met onderzoek.
Toch blijken de innovatievouchers in de praktijk lastiger te incasseren dan op het eerste gezicht lijkt, zo is de ervaring van MKB Servicedesk-directeur Overbosch. Veel ondernemers laten weten dat ze hun vouchers niet kwijt kunnen omdat het onderzoek niet relevant zou zijn, zegt hij. Zelf heeft hij er twee aangevraagd en ingediend, maar dat ging niet zonder slag of stoot. ‘Het kostte me veel moeite een onderzoeksvraag op te stellen die voldoet aan de definitie waarop je in aanmerking komt voor de vouchers. En als ik die vraag heb geformuleerd, pastte ie weer niet in de projecten van de kennisinstelling.’ Inmiddels is er een aanvraag in behandeling genomen door Scompany, een adviesbureau van de opleiding communicatiemanagement van de HU.
Potentiële opdrachtgevers kunnen – al dan niet met de vouchers – ook los van het CvOI en MKB Servicedesk bij faculteit, instituut, lectoraat of kenniskring aankloppen. InnBus-lector Silvius: ‘We starten nieuwe projecten via ons eigen relatienetwerk. Eind juni komt er een evenement waarbij we een boekje presenteren met de ervaringen van eerdere projecten. Daar komen nieuwe opdrachten uit. We hebben inmiddels een naam opgebouwd, zodat ze ons zelf weten te vinden.’