Niet alleen een onderwijsinstelling profiteert van een goed alumnibeleid, ook voor oud-studenten valt er wat te halen. Bij de HU hangt het af van particuliere initiatieven. Centraal beleid ontbreekt. Voor de een geen probleem, voor de ander een misser.
Oud-journalistiekstudent en docent Job Twisk organiseert in juni een dag voor derde- en vierdejaars studenten journalistiek, en voor oud-studenten die vanaf 2006 aan de School voor Journalistiek zijn afgestudeerd. Met sprekers uit het werkveld, en de mogelijkheid vragen te stellen. Om (oud-)studenten beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt. ‘Ik houd van deze opleiding. Heb er een goede tijd gehad als student en werk er nu met plezier. Ik ben iemand die contacten onderhoud, goed is in netwerken. Zo doe ik iets terug voor mijn opleiding.’
Het initiatief van Twisk staat op zichzelf, want hogeschoolbreed ontbreekt er alumnibeleid. Voor de docent geen belemmering, alhoewel hij wel graag zou zien, dat initiatieven worden gestimuleerd.
In tegenstelling tot universiteiten, ontbreekt op alle hogescholen, de traditie van contact met alumni. Op universiteiten weten ze het al lang, vooral die in het buitenland: in contact blijven met oud-studenten is belangrijk. Of het nou gaat om feedback op de opleiding, aansluiting bij het werkveld of als gastdocent/stagebegeleider. Bovendien kan een hogeschool of universiteit verzamelde gegevens gebruiken voor onderzoek. Bijvoorbeeld om in kaart te brengen waar studenten na hun opleiding terechtkomen.
Niet alleen de onderwijsinstelling profiteert van een goed alumnibeleid. Ook voor de oud-student valt er wat te halen. Via een blad of website kun je op de hoogte blijven van veranderingen op je vakgebied, worden vacatures geplaatst en op bijeenkomsten kun je netwerken met oud-studiegenoten. Belangrijk hierbij is de ons-kent-ons-sfeer in combinatie met een inhoudelijk programma. Want met internetcommunities als Hyves heb je voor het terugvinden van oud-studiegenoten tegenwoordig geen alumnivereniging meer nodig.
Warm houden
Dat bevestigt ook Marjolein Grob (25). Zij studeerde in 2004 af aan de HU in personeel en arbeid. Ze is voorzitter van de alumnivereniging van personeel en arbeid ‘De Nijenburgh’. Deze vereniging ontvangt jaarlijks subsidie van de opleiding.‘Wat ik leuk vind aan een alumnivereniging is dat je de ontwikkelingen van je opleiding kunt volgen. En dat je in contact blijft met andere mensen uit het vak.’ De Nijenburgh heeft 487 leden en organiseert vier activiteiten per jaar. De eerste is altijd een reünie. Als een student net is afgestudeerd, krijgt de alumnus een brief thuis van de alumnivereniging.
Net als Job Twisk, vindt Marjolein Grob het niet erg dat de HU geen centraal alumnibeleid voert. ‘Ik ben ook alumnus van de VU, waar ik een master heb gedaan. Bij universiteiten is het allemaal zo grootschalig. Op een alumnidag kom je vrijwel geen bekenden tegen. Hier wel. Ik denk dat je met decentraal beleid veel dichter bij de mensen staat. Het vraagt wel wat van het bestuur op deze manier, want wij doen alles vrijwillig.’
Dat mensen liever hun alumni-activiteiten kleinschalig en per opleiding organiseren, is niet verwonderlijk, als je kijkt naar de historie van de hogescholen. De megafusies, die in de jaren negentig leidden tot de grootschalige instellingen zoals we die nu kennen, had tot gevolg dat medewerkers en studenten een veel grotere afstand kregen tot de instelling.
Hans Hoornstra is directeur van FORMEDIA, een ict-consultancybedrijf dat software ter ondersteuning van alumnirelaties ontwikkelt. Dat de HU geen centraal alumnibeleid voert, is volgens hem een misser. ‘Een decentraal alumnibeleid kan niet zonder een centraal beleid en andersom. Wanneer het alumnibeleid alleen decentraal geregeld is, zal het wegvallen in de eerste bezuinigingsronde. Een faculteitsdirecteur moet dan sterk in zijn schoenen staan om het te behouden. Hij wordt immers gecontroleerd door het college van bestuur, en moet kunnen verantwoorden waar al het geld naartoe gaat.’ Volgens Hoornstra hoeft het centraal bestuur het alumnibeleid niet uit te voeren, maar is het belangrijk dat er een centraal bestand is waarin alle gegevens verzameld worden. ‘Dat is handig voor onderzoek, om te kunnen zien wie er allemaal afstudeert aan je instelling.’
Stabiel imago
Merkcontinuïteit is belangrijk voor een goed alumnibeleid. Hbo-instellingen zijn voortgekomen uit fusies, bestaan dus minder lang als een geheel.’ Universiteiten spiegelen zich ook meer aan het (Engelse of Amerikaanse) buitenland’, meent Hoornstra. Bovendien doen de meeste universiteiten aan fondsenwerving, ze krijgen giften van oud-studenten. ‘Weinig universiteiten hebben zoveel succes met hun fonds als in Angelsaksische landen, maar toch. Het hebben van een fonds maakt het voeren van een goed alumnibeleid alweer makkelijker.’
Volgens Hoornstra laat het ambitieniveau van hogescholen op het gebied van alumnibeleid te wensen over. ‘De meeste zijn al tevreden als accreditatieorganisatie (NVAO) dat ook is. Zonde, want er is zoveel meer uit te halen’, meent hij. In de accreditatie-kaders van de NVAO is weinig vastgelegd over alumnibeleid, ze zijn erg globaal. Het gaat er vooral om dat een opleiding een gestructureerd terugkoppelingsbeleid heeft. Alumni zijn daarbij belangrijk, omdat zij achteraf terugkijken en kunnen vertellen of een opleiding past bij het werkveld. Een onvoldoende voor dit onderdeel speelt door naar de algehele beoordeling van een hogeschool.
Waarom dan toch geen centraal beleid op de hogeschool? Vincent de Bijl, werkzaam als beleidsadviseur bij de stafdienst Onderwijs en Onderzoek van de HU betwijfelt of er ooit een centraal alumnibeleid zal komen. ‘Er gebeurt al wat op decentraal niveau, vanuit de opleidingen. Logisch, want als student ben je toch vooral verbonden met je opleiding, en minder met een faculteit of de hogeschool zelf. Op centraal niveau zijn er wel plannen om ‘iets te doen met het alumnibeleid’. Het creëren van binding van studenten met onze hogeschool is en blijft een speerpunt. Ook als ze afgestudeerd zijn. Zo zijn er in de voorzieningensfeer zeer nuttige activiteiten denkbaar. Maar wat er precies hogeschoolbreed aan alumnibeleid komt, is op dit moment nog niet bekend.’