Achtergrond

Het olifantengeheugen van het web

Internet lijkt wel een grote stortplaats. Terwijl we vroeger krampachtig ons dagboek op slot draaiden, kennen we nu geen grenzen meer. Onze diepste geheimen, verlangens en problemen mogen tot in detail op het net staan. Het lijkt wel of we ons nergens meer voor schamen. Niet alleen ouders, vrienden en familie kunnen je leven op de voet volgen, ook je (aanstaande) werkgever weet precies waarom het uit is met je ex en wat je dit weekend gedaan hebt.

In de eerste jaren van internet was niemand er zich van bewust dat alles bewaard zou blijven op het wereldwijde web. Dus wie had gedacht dat die foto waar je kotsend boven een wc hangt of die lacherige reactie op een forum je jaren later nog zou achtervolgen? Het platform voor de Informatiesamenleving (EPN) deed vorig jaar een onderzoek naar ervaringen met zoeken van personen op internet. Uit dat onderzoek bleek dat veel internetters niet weten welke informatie bewaard wordt en voor hoe lang.

Informatie op internet zetten is makkelijk, maar hoe krijg je het eraf? Het Utrechts Universiteitsblad kreeg vorig jaar een verzoek van een oud-student die een uit 2001 daterend artikel waarvoor hij was geïnterviewd, uit het archief van het Ublad – dat digitaal voor iedereen toegankelijk is – verwijderd wil zien. De redactie weigerde aan dit verzoek te voldoen. Hoofdredacteur Armand Heijen: ‘Het ging om een vrij onnozele jeugdzonde, ik geloof dat de jongen in een bezemklasje had gezeten en wat langer over zijn studie heeft gedaan.’

De oud-student, nu werkzaam als adviseur, stelde dat hij hinder ondervindt van de publicatie op Ublad Online. Potentiële klanten zouden hem geregeld ‘googlen’. Het Ublad stelt hier echter tegenover dat de artikelen zijn opgenomen in het digitale archief, dat zowel voor de redactie zelf als voor geïnteresseerden toegankelijk moet zijn. Het is niet gebruikelijk en zelfs onwenselijk om archiefstukken te anonimiseren of zelfs te verwijderen, aldus de redactie. Het Ublad werd door de Raad voor de Journalistiek in het gelijk gesteld omdat ‘een samenleving gebaat is bij goed functionerende, zo volledig mogelijke en dus betrouwbare archieven, waarvan de inhoud niet kan worden gewijzigd.’
‘We krijgen eens per veertien dagen een verzoek binnen om informatie uit het archief te halen’, vertelt Heijnen. ‘Vaak gaat het om jeugdzondes, hebben ze bijvoorbeeld te veel gezopen. Ze denken dat het hun verdere carrière kwaad zal doen. Maar ik zie de uitspraak van de Raad voor de Journalistiek als bindend en daar houd ik me aan. Laatst vond ik het wel heel spijtig: een meisje had een fictief verhaal geschreven waarin ze beschreef hoe ze op Lowlands aan het rondneuken was. Dat is sneu, maar we blijven van ons archief af’.

Het is een trend dat bedrijven hun sollicitanten screenen via internet. Ook werving- en selectiebureaus hebben in netwerksites als Hyves en Linkedin een enorme markt aan potentiële kandidaten ontdekt – het grootste deel van de leden is hoogopgeleid en tussen de 20 en 30 jaar. Het is dus, vooral als je aan het solliciteren bent, verstandig om bewust te zijn van wat je op het net plaatst.

Roelof Kramer, manager van T&E studentenuitzendbureau heeft weleens via Hyves of Google gezocht naar sollicitanten. ‘Dan zocht ik naar een foto om zo een indruk te krijgen van wie er voor de deur kan komen te staan.’ Liesbeth de Groot, recruiter bij Search&Results Recruitment, zoekt uit principe geen kandidaten op. ‘Het staat los van hun functie, ik wil naast de informatie van hun cv een gesprek blanco ingaan. Het komt wel eens voor dat een kandidaat zelf een Hyveslink doorstuurt, het is leuk om te zien wat voor vlees je in de kuip hebt, toch voelt het als gluren. Als ik het wel zou doen, kan ik me voorstellen dat je in de screening rekening houdt met informatie die je gelezen of gezien hebt. Toch zal ik de sollicitant er niet op beoordelen.’

Een persoonlijke Hyvespagina is een soort raam geworden waarin leden hun hele hebben en houwen kunnen etaleren. Tim Linthorst (vijfdejaars student journalistiek): ‘Ik maak me niet druk om wat mensen van mijn blogs of foto’s vinden. Ik schrijf over drugs en seks omdat ik dat grappig vind en mijn vrienden vinden dat ook. Ik zorg er wel voor dat niet iedereen kan lezen wat ik schrijf of aan het doen ben; vaak gebruik ik een pseudoniem of alleen mijn voornaam.’

Marijn Overvest (tweedejaars student journalistiek) let tot op zekere hoogte wel op met wat hij voor teksten op zijn Hyvespagina plaatst. ‘Met foto’s ben ik een stuk minder terughoudend. Foto’s van vrienden die met dames staan te zoenen, zet ik zonder pardon op Hyves. Emma Heerkens (derdejaars verpleegkunde) is zich bewust van wat ze voor teksten op Hyves en fora plaatst. ‘Ik ken iemand die op zijn Hyves had staan dat hij op maandagochtend nooit aanspreekbaar was omdat hij dan altijd een dikke kater zou hebben. Zijn aanstaande werkgever had dit gelezen en mede op basis van die uitspraak kon hij fluiten naar zijn baan.’

Zoekresultaten van Google kunnen nogal lullig overkomen. Als je Trajectumredacteur Lobke Cornelisse googlet, is één van de hits: ‘Lobke Cornelisse ongewenst zwanger’. Het gaat hier in werkelijkheid om een oproep aan vrouwen die hun verhaal willen doen in Trajectum. Maar het komt raar over en daarom wil redacteur in kwestie het er graag af hebben. Hoe? In de eerste instantie direct contact opnemen met de webmaster van de site. Websites zijn verplicht het e-mailadres van de webmaster te plaatsten, meestal onderaan de homepage te vinden. Veel websites met uitgebreide fora hebben een hele contactpagina met eventueel ook een telefoonnummer waarop de webredactie te bereiken is. Googlewoordvoerder Alistair Verney bevestigt dat: ‘De webmaster willigt doorgaans verzoek tot verwijdering van gegevens of naam in.’

Dit betekent alleen niet dat de informatie uit de zoekmachine verwijderd is. Informatie leidt op het web een eigen leven. Toch kan iemand, die informatie weg wil hebben wel iets doen. Het bedrijf Universal XS kan voor particulieren en bedrijven informatie op een andere manier presenteren op het web. Het bedrijf bouwt nieuwe webpagina’s, waarmee de persoon een paar nieuwe posities bovenaan in Google krijgt. Daarin plaatsen ze bestaande informatie die de klant positiever neerzet. De hits met de informatie die de klant weg wil hebben, verdwijnen dan naar de tweede pagina. In de praktijk blijkt dat bijna niemand op pagina twee kijkt. Aan de service van Universal XS zit nu nog een fors prijskaartje. Als particulier ben je voor het wegdrukken van ongewenste informatie minimaal 900 euro kwijt.

Een andere mogelijkheid is volgens Googlewoordvoerder Verney een verzoek in te dienen bij Google om je uit de cache – het geheugen – te laten verwijderen. Voor deze simpele procedure kun je gewoon terecht op de website van Google.

Voorkomen is beter dan genezen. Het is daarom verstandig niet onder je eigen naam berichten te plaatsen of alleen je voornaam te gebruiken. Op het forum van gezondheidsnet.nl stellen veel mensen vragen of geven met naam en toenaam commentaar op privé-zaken. Bijvoorbeeld een man die uitgebreid beschrijft hoe hij zijn schaamhaar bijknipt. Als je hem googlet, is dat ook één van de zoekresultaten. Reacties op fora kun je volgens Chantal van der Leest, webredacteur van gezondheidsnet.nl, goed verdoezelen. ‘Je kunt zelf de naam waaronder je post wijzigen, daarmee verandert ook de geschiedenis van je posts, dus ben je niet meer vindbaar onder je oude, echte, naam op Google.’