Achtergrond

Humor op de plank

Wraak is zuur
Gerrit Komrij was ooit een gevreesd columnist voor NRC Handelsblad, die niemand spaarde en week na week zijn slachtoffer bij de strot had en niet meer losliet. In de boekenbijlage in NRC Handelsblad van afgelopen vrijdag, zegt Komrij  niet goed te weten wat er met het motto van de Boekenweek beoogd wordt. Hij denkt: gewoon lekker lachen hè. ‘Maar humor is een zuurdesem dat literaire werken aangrijpend maakt in plaats van tot opluchting te leiden.’
Daar heeft hij een punt. Een mooi en aansprekend voorbeeld daarvan vind ik de academische wereld waar niets menselijks ons vreemd is, zeker als het om de macht gaat. Dat bewees C.P. Snow al zo’n vijftig jaar geleden met zijn roman De Masters, waarin hij op hilarische, maar ook venijnige wijze een masterverkiezing (hoofd van een college) aan een Engels college beschrijft.
Ook in eigen land genoeg stof voor smakelijke literatuur op dit gebied. Nog niet zo lang geleden snelde ik naar de boekhandel wanneer er op vrijdagochtend 10.00 precies een nieuw deel van Het Bureau van Voskuil verscheen. Met een toenmalige collega had ik daarna dagen plezier en lazen we elkaar de meest hilarische stukken voor over de medewerkers van het Meertensinstituut opgetekend door het alziende oog van Maarten Koning.
Die sensatie had ik ook jaren geleden bij W.F. Hermans. Voordat Hermans zich volledig aan het schrijven zette, was hij als lector verbonden aan het Geografisch Instituut van Rijksuniversiteit Groningen. Na een conflict begin jaren zeventig, wordt Hermans ontslagen. Het conflict leidt zelfs tot kamervragen. In zijn sleutelroman Onder Professoren (1975) neemt Hermans, die dan inmiddels in Parijs woont, op zeer geestige, maar venijnige wijze wraak op de universiteit. Hermans beschrijft op hilarische wijze de gedemokratiseerde universiteit in die jaren, en de daarbij behorende marxistiese idealen van studenten. Zowel studenten als Hermans’ collega’s worden in het boek als minkukels afgeschilderd. Achter idealen en zogenaamd intellectualisme, schuilt benepenheid en elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Hoofdpersoon professor Rufus Dingelam (alter ego Hermans), winnaar van de Nobelprijs voor de scheikunde wordt hiervan slachtoffer. (JR)
Onder professoren – W.F. Hermans. De bezige Bij. Eerste druk 1975, 425 pagina’s. 12.50 euro

De mensheid zij geprezen
Mijn eerste opdracht als recensie-schrijver bij het Trajectum als redactie-assistent. Moeilijk een keuze te maken, daarom leg ik maar een lijst van boeken die ik een tijd geleden gelezen heb en die nog in mijn boekenkast staan stof te vangen en waarvan ik denk dat humor en belangrijk ingrediënt is. Geen zware literatuur, daarom kies ik: cabaretier Najib Amhali's Most Wanted, Hermans Koch Eindelijk oorlog want Red ons Maria Montanelli klinkt me te pauselijk. Grappen en grimassen van Herman van Veen die ik kan ik altijd heerlijk meeneuriëen. Deelder lacht maar en strijkt z’n donkere was, hopelijk wel gewassen met Dash3.  Ook John Cleese Hoe overleef ik mijn familie kan in het rijtje niet ontbreken Bij Sylvia Witteman Zijn er genoeg recepten om van in de puree te raken. Hoe mijn lijst verder in te vullen? Verloren van Nicci French, en het pluizende kruis in Tirza van  Arnon Grunberg. Beetje Stout dan van Heleen van Rooyen of houd ik het toch bij De drie beloftes van Arlene van Jack Jackson. De Jagers (& humor) van Herman Stokker schijnen de Goudhaantjes van Herman Finkers neer te knallen. Misschien ‘wed’ Jill Mansell ‘op het verkeerde paard’.  En over Identiteit gesproken van Milan Kundera. Je hebt een Lijfarts (van Marie Stahlie) nodig om het Verval en ondergang van bijna iedereen van Cuppy en W. Cuppy te kunnen bevatten. Arnold Grunberg doet er nog een schepje bovenop In zijn mensheid zij geprezen. Maar Lauren Weisberger schijnt De duivel zelfs in Prada te hebben gezien of is dat Facade van Renske van de Greef? Kortom Humor doe jezelf. Martin heeft zijn bril echt nodig bij zijn Plek onder de zon. En Remco Campert – Een lach en een traan- lacht en huilt om alles Wat er leuk is en wat niet. Volgens mij heeft Arnon Grunberg gelijk, De mensheid zij geprezen, want I always get my sin. (GM)

Zak tabak
Een stukje schrijven over een boek rondom het thema ‘Lof der zotheid ’… In gedachten ga ik mijn literaire leven na. Ik stuit al snel op De Walgvogel van Jan Wolkers, een boek dat mijn puberale dwarsheid van weleer een richting gaf. Maar waar het nou ook al weer over gaat?
Flash, of de grote trip van Charles Duchaussois wellicht. De hippie die geheel in lijn met de tijdsgeest in een aftandse auto in drugsmekka Kathmandu belandde. De idiotie van het spuiten en slikken die hij zeer gedetailleerd beschrijft, heeft mij destijds weerhouden te experimenteren met drugs. Misschien wat al te heftig.  
Dan maar dat boekje dat mij meer recentelijk heeft geraakt: Zak tabak, het tragikomische verhaal van een verstokte roker. Journalist en vriend Caspar Janssen beschrijft hierin op hilarische maar soms ook doodserieuze wijze zijn capriolen om te stoppen met roken.
Het relaas begint bij de mondhygiëniste die hem betrapt op het roker-zijn. Van roken vallen je tanden uit, zo weet zij. Roken is ook slecht voor de haar, je huid, je krijgt er kanker van, hart- en vaatziekten en je sperma levert aan kwaliteit in.
Toch volhardt Jansen. Want roken is lekker, goed voor de concentratie en het bier smaakt er lekkerder door, beargumenteert hij. Natuurlijk, hij onderneemt talloze stoppogingen. Dit wordt beloond. Na enkele weken niet gerookt te hebben, wil zijn vriendin eindelijk bij hem komen wonen. Er wordt zelfs gesproken over een kleintje. Niets staat zijn geluk in de weg.
Behalve de onbedwingbare neiging om te roken. Na een paar dagen gaat hij steevast voor de bijl. De volgende dag stopt hij wel weer. ‘Het kost je twee dagen chagrijn, maar de derde dag gaat het wel weer.’ Zijn vriendin woont inmiddels bij hem, zij zijn de gelukkige ouders van een dochter, maar de worsteling met roken duurt voort.  
De hoofdpersoon heeft helemaal gelijk. Weg met de gezondheidsfreaks en fuck de moralisten. Mijn opa rookte ook en is dik tachtig geworden en kanker kunnen we allemaal krijgen. Weg met de redelijkheid! Lof der zotheid!
Maar dan begint er iets te knagen. Het boekje houdt je ook een spiegel voor. Het blijkt een effectievere uitwerking te hebben dan de gezamenlijke geschriften van anti-rook goeroe Allen Carr (overleden aan longkanker). Want je wilt het niet op je geweten hebben dat je zeven maanden zwangere vriendin je na een doorrookte nacht van doorzakken twee dagen buiten zet, ‘tobbend over hoe het nu verder moet met zo’n man die maar geen afscheid kan nemen van zijn studentenjaren, die karakterloze slappeling, die zak tabak’.    
Want zo'n zak tabak wil je toch niet zijn? (GR)
Caspar Janssen – Zak tabak, het tragikomische verhaal van een verstokte roker. Uitgeverij Plataan 2006. 189 pagina’s, 15 euro

Maak geschiedenis
Stephen Fry: de man heeft meer talenten dan acteren in bijvoorbeeld de serie Blackadder. Hij legt zijn eigen hersenspinsels en die van anderen haarfijn uit in zijn boek Making History (1997). Of je daar wijzer van wordt… Deze oer-Brit schrijft over de maakbare geschiedenis. In het bijzonder die van de Tweede Wereldoorlog. Waar anderen beginnen bij het uitbreken daarvan of bij de jaren voorafgaand aan, begint Fry lang daarna. Hoofdpersoon Michael Young studeert in Cambridge begin jaren negentig en raakt verstrengeld in Hitlers levensloop. Met een oude professor bouwt hij een tijdmachine. Een enkeltje 1889. Ze voorkomen dat de Führer geboren wordt. Door deze actie verloopt de geschiedenis anders. In dit Second Life avant la lettre geen Schindlers List, The Beatles, ET, Elvis, Kennedy
De student komt in de nieuwe wereld tot de conclusie dat Duitsland ook zonder komst van Hitler een nieuwe dictator heeft gekregen die heel Europa heeft opgeslokt en zelfs nog wreder is dan Hitler ooit was. Joden bestaan niet meer. De twee Britten bouwen een nieuwe machine en redden, ja, redden Hitler van ongeboorte.
Een heerlijke hersenoefening om te bedenken wat er gebeurd zou zijn als……… Zo zou de geschiedenis kunnen zijn, als iemand haar wist te laten struikelen. (JWG)
Stephen Fry – Making history. Arrow books 2004. 416 pagina’s. 14.99 euro

Joe versus Parel
De geur van pas gemaaid gras, de zilte zeelucht in je neus en een ronkende motorboot in het decor van een blauwe zee onderaan het idyllische Lerici, een stadje aan de Italiaanse bloemenriviëra. Met deze achtergrond nestelde ik me afgelopen zomer in de hangmat met de jongen met de zwarte haren en de sinaasappel tussen zijn schouder en nek; Joe Speedboot.
Als een ware verlosser komt Joe het fictieve Lomark binnen, waarbij hij met zijn mysterieuze aantrekkelijkheid een bepaald soort energie vrijmaakt in de bewoners van het suffe dorp. Hoofdpersoon Fransje, gekluisterd aan een rolstoel sinds hij door een grasmaaier is overreden, is compleet gefascineerd door Joe. Met zijn zotte, doch briljante ideeën verovert hij het hart van Fransje. Zo bouwt hij een vliegtuig om over de tuin met de naakte buurvrouw te kunnen vliegen, en rijdt hij met een omgetoverde shovel Parijs-Dakar. Volgens mij komt hij aan dat imago doordat hij is ‘geboren met de verkeerde naam’. Joe Speedboot is de naam, in plaats van Achiel Stephaan Ratzinger, wat naar eigen zeggen niet bij hem past.
Dat zette me aan het denken, wat voor beeld je kunt scheppen door jezelf een andere naam te geven, een die volgens jou beter past? Nu ben ik best tevreden met mijn naam, en vind ik, mijn voornaam tenminste, ook best bij me passen. Maar stel nou dat ik Flavia zou heten, of LouLou, of Esperance. Gusta, Minona, Ophelia, Parel, of Wica (serieuze namen op babypret.nl) .Wat voor aanzien zou dat me geven? In ieder geval zouden mensen nieuwsgieriger naar me zijn, een meisje met zo’n naam valt op tussen de lijst Anna’s, Lottes en Rozen. Toen iemand mij vertelde dat je tegenwoordig ook je eigen achternaam mag verzinnen, werd het helemaal mooi. De vakantie werd vanaf toen onlosmakelijk verbonden met Joe en zijn ideeën. Dus wanneer ik verhuis naar een plek waar niemand me kent, zal ik door het dorpse leven gaan onder de naam ‘Parel Woest’. Joe’s zotheid krijgt mijn lof. (SH)
Tommy Wieringa – Joe Speedboot. De Bezige Bij 2000. 316 pagina’s, 18.90 euro

Global warming
Hardop lachen om boeken. Een boek lang doe je dat bij Heere Heeresma Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp (1972) met de alleszeggende subtitel over het leven, streven en sneven van een gewone Hollandse jongen. Af en toe lachen kan ook. Voor het laatst vorige maand bij Bill Brysons A walk in the Woods.
Wanneer de Bryson, ook bekend van Made in America, ontdekt dat het langste voetpad ter wereld langs zijn huis loopt, besluit de ongetrainde man de wandeling van zijn leven te maken. De Appalachian Trail op, 3500 kilometer door de Amerikaanse Oostkust, van Georgia tot Maine. Een pad van machtige bossen, viezige hillbillies, wereldvreemde wandelaars, zwarte beren (wegrennen of doodliggen?), steile bergtoppen en adembenemende uitzichten. Van de eerste hoofdstukken springen de tranen van het lachen je in de ogen. De voorbereidingen (en twijfels dankzij de vele gruwelverhalen over wat er allemaal kan gebeurtenis dat donkere bos) van een stadse man die als klap op de vuurpijl ook nog zijn veel te dikke, aartsluie en aan toevallen lijdende vriend Katz meesleept in het avontuur.
Bryson gaat niet alleen voor de lol de Amerikaanse bush in. Het boek wisselt de wandelavonturen af met informatie over de omgeving en historie van het pad. Snel wordt pijnlijk duidelijk in welk tempo de natuur wordt afgebroken. Eeuwenoude kastanjes sterven uit, net als vele planten en dieren, hout wordt rücksichtslos gekapt en wegen door bijzondere stukken natuur geasfalteerd. De mooiste bergtoppen zijn volgebouwd als kleine pretparkjes voor de dagjesmensen in hun stationcar. Al op de eerste pagina maakt Bryson duidelijk dat het grootste deel van deze wildernis over vijftig jaar in savanne is veranderd wanneer de global warming haar best blijft doen.
A walk in the Woods kwam in 1997 uit. We zijn nu tien jaar verder. Hoe zou het pad er vandaag bij liggen? Hoeveel is nog over van Brysons machtige Amerikaanse landschap? Dan liever terug naar Han de Wit en de veilige jaren waarin warme choco bij moeders kachel het hoogtepunt van de dag was. (FB)
Bill Bryson – A walk in the woods. Black Swan 1977. 349 pagina’s. 14 euro

Bolletje: Voor