Achtergrond

Setje

Maarten Huijskes (19), tweedejaars verpleegkunde en Alma de Munnik (19) tweedejaars journalistiek, leerden elkaar kennen tussen de schappen van de Albert Heijn in Lelystad. Alma had toen nog een vriendje, maar Maarten heeft netjes gewacht tot het uit was. ‘Nee, ik heb niet lopen stoken. Ik ga geen relatie kapot maken.’ Maarten en Alma zijn al anderhalf jaar een setje. 

Vonk?

Hij: ‘Ik vond Alma meteen een leuk meisje. We konden direct goed met elkaar opschieten. Een maand nadat het uit was met haar vorige vriendje hebben we onze eerste date gehad. We zijn naar Saw III geweest, zo’n horrorfilm. Dat vond ze volgens mij niet zo heel leuk.’ 

Zij: ‘We waren al een paar keer samen met een groep uitgeweest, maar op onze eerste echte date met z’n tweetjes gingen we naar zo’n enge horrorfilm. Daarvoor had ik net een nieuwe sjaal van hem gekregen – mijn oude had ik een keer tijdens het uitgaan verloren – maar die heb ik de hele film voor mijn ogen gehouden.’

Eerste kus?

Hij: ‘We zoenden pas de volgende ochtend na onze eerste bioscoopdate.’ 

Zij: ‘Ik ben na die date meteen blijven slapen, ja. Maar dat deed ik wel vaker na het uitgaan. Het was heel grappig; toen ik daar de eerste keer kwam, vroeg zijn moeder of ik Maartens’ nieuwe vriendinnetje was en antwoordden we nog stellig van niet. Tot die ene ochtend.’

Schoonouders?

Hij: ‘Dat gaat wel goed. Ik vind haar ouders leuk en zij de mijne.’

Zij: ‘Omdat we allebei nog thuis wonen zitten we of bij hem of bij mij. Eigenlijk is het allebei prima. We kunnen goed met elkaars ouders opschieten. Soms, als Maarten aan het werk is, ga ik bij zijn moeder op de koffie. Dan kletsen we de hele middag.’


Soort relatie?

Hij: ‘We zijn nog net niet klef. Wat dat betekent? Dat we soms klef zijn. Meestal niet waar anderen bij zijn.’

Zij: ‘We zijn een leuk stel. Hij is mijn beste vriend. Ik bel hem altijd als eerst, vaak nog eerder dan mijn vriendinnen, als ik ergens mee zit. En we hebben de grootste lol. We lachen om de meest debiele dingen.’

Mooiste aan hem/haar?

Hij: ‘Haar lach.’

Zij: ‘Zijn ogen. Vooral als hij een beetje bruin is. Dat steekt heel mooi af.’

Slechtste eigenschap?

Hij: ‘Zij wisselt soms snel van humeur. Dan is ze het ene moment vrolijk en het andere moment chagrijnig.’ 

Zij: ‘Hij kan een beetje laks zijn. Dan moet ik alle moeite doen om hem van de bank af te krijgen.’ 

Favoriete standje?

Hij: ‘Moet ik hier op antwoorden? Gewoon. Ik vind een gewoon standje het fijnst.’

Zij: ‘Ik bovenop.’

Toekomst?

Hij: ‘We willen graag samenwonen in Amersfoort of Utrecht. En twee kinderen, een jongen en een meisje.’

Zij: ‘Ik zou graag met hem willen samenwonen. Het maakt niet uit hoe groot of hoe klein het is. Als het maar twee kamers heeft. In onze studentenjaren zullen we het niet heel breed hebben, maar dat maakt me niks uit. Zolang ik bij hem ben, vind ik alles best.’