Achtergrond

Uit de kast voor de klas

Homo zijn en voor de klas staan. Niet altijd eenvoudig. Vooral in het vmbo en op praktijkscholen moeten docenten, als ze ervoor uitkomen sterk in hun schoenen staan. En steun van de directie is niet vanzelfsprekend.

Het zijn voornamelijk vmbo’s en praktijkscholen waar homoseksuele docenten het slachtoffer worden van pesterijen. Ze worden geïntimideerd, nagedaan en uitgelachen. De diversiteit op deze scholen is groot, opvattingen over homoseksualiteit verschillend. In sommige culturen is seksuele diversiteit taboe, en ook leeftijd speelt een rol bij de mate van tolerantie. ‘Veel vmbo-leerlingen uiten zich nogal rechtstreeks en denken zwart-wit’, meent Peter Dankmeijer. Dankmeijer is opgeleid tot docent, maar kwam nooit in die functie met het onderwijs in aanraking. Dertien jaar geleden richtte hij Empowerment Lifestyle Services op, een kenniscentrum voor seksuele diversiteit in het onderwijs. ‘Er bestonden op dat moment alleen voorlichtingsgroepen. Het was hoog tijd voor professionalisering.’

Om homodocenten te trainen in weerbaarheid en hen de kans te geven ervaringen uit te wisselen, organiseert de Algemene Onderwijsbond (AOb) elk jaar een gay voor de klas middag. Tijdens deze bijeenkomst kunnen deelnemers in diverse workshops bespreken of ze wel of niet uit de kast komen en het beleid van de schooldirectie op de korrel nemen.

Nog niet uit de kast
Volgens Dankmeijer komen de meeste docenten op school niet uit de kast voor ze een vaste aanstelling hebben. Ze vertellen het een aantal collega’s en breiden de kring langzaam uit. Als leerlingen het eenmaal weten, gaat het als een lopend vuurtje. ‘Vaak voelen docenten zich niet gesteund door de directie’, zegt Dankmeijer. ‘Directeuren durven niets te doen wanneer een docent voor zijn homo-zijn uitkomt. Ze zijn bang voor reacties van ouders. En als er wordt ingegrepen is dat na een incident, vrijwel nooit preventief. Veel scholen onderschatten het probleem.’ Dankmeijer denkt dat het verstandig is de directie in te lichten, nog voordat je leerlingen op de hoogte brengt. ‘Om te bespreken hoe eventuele pestkoppen worden aangepakt. Nadeel is dat de directie dan misschien zal zeggen ‘je kan het probleem beter vermijden door er niet voor uit te komen’.’

Gelukkig reageert niet iedere school op deze manier. Bart Engbers is directeur van het Vader Rijn College, een vmbo-school in Utrecht. Engbers stimuleert zijn docenten juist voor hun geaardheid uit te komen. ‘Maar niet iedereen heeft daar het lef, de persoonlijkheid voor. En een docent die er niet voor kiest uit de kast te komen, zal ik nooit adviseren dat wel te doen. Daarmee kun je iemand onnodig in de problemen brengen.’ Op het Vader Rijn College zijn wel eens moeilijkheden ontstaan rond homoseksuele docenten. Maar de pestkoppen aanpakken is lastig, zegt Engbers. ‘Het gaat zo geraffineerd. ‘Homo’ roepen in de gang, en dan zogenaamd niet weten wie het deed. Een ragfijn spel. Ingewikkeld, want het is natuurlijk verschrikkelijk wanneer een goed functionerende docent op die manier het leven zuur wordt gemaakt.’

Op dit moment werken het Vader Rijn College samen met de andere vmbo’s in Utrecht, de gemeente en de GGD aan een voorlichtingsproject over seksuele diversiteit. Over de vorm waarin de scholen het onderwerp gaan aankaarten bestaat nog geen duidelijkheid. Engbers: ‘Het is moeilijk. Wij kunnen homoseksuele leerlingen en docenten zo goed mogelijk ondersteunen, maar een school kan de wereld niet veranderen. Het probleem speelt niet alleen in het vmbo, of in het onderwijs. In de hele Nederlandse samenleving is de homo-intolerantie de afgelopen jaren toegenomen. Kijk maar naar de geweldsincidenten in Amsterdam. De vrije samenleving van de jaren zeventig bestaat niet meer.’

Goede voorlichting
Imke van der Meer is vijfdejaars pabo-studente aan de HU en een van de veertig deelnemers van de AOb-middag. ‘Binnenkort heb ik een intakegesprek bij het COC. Als ik word aangenomen ga ik voorlichting geven op middelbare scholen in de omgeving van Rotterdam. Wel pittig hoor, er zitten veel zwarte scholen bij.’ Imke merkt dat er over homoseksualiteit veel onwetendheid is onder jongeren, wat maakt dat ze soms kort door de bocht zijn. ‘Als je als lesbienne uit de kast komt, is het niet raar als je reacties krijgt van jongens die bang zijn dat ze je stom vinden of meisjes die bang zijn dat je op ze valt. Ze hebben weinig voorbeelden om zich heen bij wie ze met vragen terecht kunnen. Het lijkt me een grote uitdaging om die voorlichting te geven. Ik sus mezelf maar met de gedachte dat ik heel hard weg kan rennen, als ze echt kwetsende dingen gaan zeggen.’

De voorlichting die Imke gaat geven is niet helemaal nieuw voor haar. ‘Een vriendin van mij vroeg eens of ik als gastspreker wilde optreden voor haar leerlingen. Ze had een les gemaakt over homoseksualiteit. Ik was daar nerveus over en kreeg allerlei doembeelden. Ik wist niet hoe die kinderen zouden reageren. Maar toen ik die koppies zag was ik meteen gerustgesteld.’ Daarna werd Imke ook bij andere basisscholen uitgenodigd. ‘Ik merk dat kinderen na de voorlichting heel anders over homoseksualiteit denken. Alhoewel ‘homo!’ als scheldwoord nog steeds veel wordt gebruikt op het schoolplein. Maar ik trek me dat niet aan. Sterker nog, ik vind het zelf wel lekker bekken. Homo!’ Imke is met haar supervisor van de HU in gesprek over een soort workshop die ze zouden kunnen organiseren voor pabo-studenten. Toch koos ze er bij haar huidige stageschool voor om niet aan de grote klok te hangen dat ze lesbisch is. ‘Ik vind het nu niet relevant, wil me op mijn stage concentreren. Als ik later ergens ga solliciteren vind ik het iets anders. Dan wil ik het wel openbaar maken.’

Beter meteen vertellen
Nisheetha Barnard volgt de deeltijd docentenopleiding omgangskunde aan de HU. Ze koos ervoor om op haar vorige stageschool niet over haar geaardheid te spreken, maar blijkbaar hadden de leerlingen zo hun vermoedens. Ik kreeg vragen naar mijn hoofd als ‘Hoe oud was je toen je het voor het eerst met een vrouw deed?’ en op internet zochten ze naar plaatjes van naakte vrouwen en vroegen dan ‘Is dit wat voor jou?’. Mijn stagebegeleider daar gaf een tip. Hij zei dat je de leerlingen iets ontneemt als je ze het niet vertelt. Ze hebben het recht om te weten wie ze voor zich hebben. Bij mijn huidige stage heb ik het meteen de eerste les verteld, toen ik mezelf voorstelde. De reacties waren heel positief, één leerling vroeg me ‘Waarom vertelt u dat eigenlijk?’. Het was helemaal geen issue.’

Moet je studenten die homo zijn voorbereiden op de praktijk vanuit de lerarenopleidingen? En hoe dan? ‘Een speciaal vak over homoseksualiteit vindt Nisheeta niet nodig, maar ze denkt dat het makkelijk in bepaalde vakken geïntegreerd kan worden. ‘We schrijven we een beleidsplan voor een school. Bij het bespreken van die opdracht, zouden we het heel goed over homoseksualiteit kunnen hebben. Hoe staat een school tegenover homoseksuele leraren en leerlingen? Bij elk vak zijn er momenten waar het aan bod kan komen.’

Gewoon homo zijn
In de nota Gewoon homo zijn; lesbisch- en homo-emancipatiebeleid 2008-2011 kondigt het kabinet een aantal maatregelen aan die moeten bijdragen aan onder andere een homovriendelijke omgeving op school. Zo komt er een handreiking voor leraren, leerlingen en schoolbestuurders met richtlijnen, waaronder leren omgaan met homoseksualiteit. En stimuleert het kabinet de totstandkoming van een ‘gay & straight’ onderwijsalliantie, een samenwerking tussen verschillende partijen om de acceptatie van homoseksuelen op school te bevorderen.

Peter Dankmeijer, directeur van Empowerment Lifestyle Services, is matig te spreken over het Nederlandse homo-emancipatiebeleid. Hij vreest dat het ‘slordig zal worden ingevuld’. ‘De overheid steunt homo-emancipatie met geld. Maar daaraan zijn vaak nauwelijks criteria verbonden. Geld dat besteed zou moeten worden aan de verbetering van het schoolbeleid, wordt dan ingezet om de exploitatie of voorlichting door lokale homoverenigingen tijdelijk te financieren. Leuk, maar niet systematisch. Aan het eind van deze kabinetsperiode zijn gemeenten met een dergelijke aanpak weer terug bij af. Naar aanleiding van de nota, heb ik de Tweede Kamer geadviseerd homobeleid op te nemen in de criteria voor een goed veiligheidsplan van scholen. Dat advies is niet overgenomen.’